Dat we vaak en tenminste een maal per jaar goede voornemens hebben, wijst er op dat mensen vaak tekort schieten in het praktiseren van een leefstijl die goed voor hen is.
Het is bekend dat factoren die met leefstijl te maken hebben, een oorzakelijk verband hebben met allerlei fysieke en psychische kwalen. Te denken valt aan hart- en vaatproblemen, obesitas, diabetes, kanker en stemmingsstoornissen. Voor de behandeling van zulke kwalen gaan we dan het medische circuit in of gaan we in psychotherapie. En dat moet natuurlijk ook. Maar je kunt je ook afvragen of artsen en therapeuten niet meer aandacht zouden moeten hebben voor behandelingen die gericht zijn op het bereiken van leefstijlveranderingen.
In dit artikel dat in oktober vorig jaar verscheen in de American Psychologist, houdt Roger Walsh een pleidooi voor meer aandacht voor therapeutische leefstijlveranderingen. De auteur is hoogleraar in de psychiatrie, filosofie en antropologie aan de Universiteit van Californië in Irvine. Hij lijkt mij een interessante man. Zie hier zijn website. Hij meldt o.a. dat hij circusacrobaat is geweest en dat hij recent een opleiding tot stand-up comedian heeft gevolgd. Maar met weinig succes, zegt hijzelf.
In dat artikel geeft hij een overzicht van het onderzoek naar de gunstige effecten op fysiek, mentaal en cognitief functioneren van de volgende acht leefstijlveranderingen:
1. meer bewegen,
2. beter, en meestal minder, eten,
3. meer tijd doorbrengen in de natuur,
4. meer en betere persoonlijke relaties (en dus minder sociaal isolement),
5. meer prettige bezigheden, waar je vrolijk van wordt,
6. meer ontspanning door mindfulness en meditatie,
7. meer religieuze en spirituele betrokkenheid (als die gericht is op liefde en vergeving, niet indien gericht op schuld en boete),
8. meer gerichtheid op iets doen voor anderen, zowel in de sfeer van de persoonlijke relaties als in die van de wereld als geheel en toekomstige generaties.
De dingen die op dit lijstje staan hebben onderlinge samenhangen die je gemakkelijk opvallen. Wat mij vooral opvalt is dat je, als je meer en betere persoonlijke relaties hebt (4), ook al snel meer plezier hebt en vaker lacht (5) en meer bezig bent met iets voor anderen te doen (8). En waarschijnlijk eet je ook beter en vooral minder (2), want teveel eten lijkt samen te hangen met gevoelens van eenzaamheid. En als je meer contacten hebt, ga je er ook vaker samen op uit en ben je dus misschien ook vaker in de natuur (3). (Of dat laatste echt zo is, weet ik eigenlijk niet.)
Geen opmerkingen:
Een reactie posten