Een korte notitie naar aanleiding van de reacties op de deze week gepresenteerde Brede Welvaartsindicator van de Universiteit Utrecht en de Rabobank. Zie het bericht Miezerig herstel? Zelfs helemaal geen herstel, volgens Breed Welvaartsbegrip.
De discussie over de vraag of je onze echte welvaart wel goed meet met het Bruto Binnenlands Product (BBP), dat wil zeggen de totale geldwaarde van alle in een land geproduceerde finale goederen en diensten gedurende een jaar, is natuurlijk al ouder. Denk even aan het rapport Mismeasuring Our Lives. Why GDP Doesn't Add Up van Joseph Stiglitz, Amartya Sen en Jean-Paul Fitoussi, dat in 2010 in opdracht van Sarkozy werd opgesteld.
Maar de discussie begon al in de jaren 60 en 70 van de vorige eeuw. In 1967 was er The Costs of Economic Growth van E.J. Mishan en in 1977 Social Limits To Growth van Fred Hirsch. Interessante en baanbrekende boeken, die desondanks veel te weinig aandacht hebben gekregen.
De discussie draait er niet alleen om dat de echte menselijke welvaart niet alleen in eenvoudige zin breder is dan de economische welvaart gemeten in het BBP, maar dat de tweede ook ten koste kan gaan van de eerste. Dat is het thema van de tegenstrijdigheid tussen enerzijds "sociale welvaart" (kort gezegd, welvaart die ontstaat door het hebben van persoonlijke relaties waarin mensen “om elkaar geven”) en anderzijds economische welvaart (kort gezegd, welvaart die in geld is uit te drukken).
Over die tegenstrijdigheid schreef Karl Polanyi al in 1944 The Great Transformation, ook zo'n boek dat lang te weinig aandacht kreeg.
En ik deed in 2003, in alle bescheidenheid, mijn best met Geld en 'de rest'. Over uitzwerming, teloorgang van gemeenschap en de noodzaak van gemeenschapsbeleid.
Maar nu over de reacties op dat Brede Welvaartsbegrip. Want die laten zien dat die mogelijke tegenstrijdigheid tussen sociale welvaart en economische welvaart nog altijd niet tot iedereen is doorgedrongen.
Een voorbeeld: Peter van Mulligen van het CBS twitterde dat hij de groei van het BBP zag als een noodzakelijke voorwaarde voor groei van de brede welvaart. Anders gezegd, sociale welvaart is een mooie toevoeging aan de economische welvaart, maar kan daar nooit mee in strijd zijn. En hij verduidelijkte dat in een volgende tweet met "meer welvaart zonder BBP-groei vind ik moeilijk voor te stellen".
Ik antwoordde met "als mensen in hun vrije tijd minder consumeren en meer voor elkaar doen, dan BBP lager en welvaart hoger". Als poging om die tegenstrijdigheid in een tweet onder woorden te brengen. Want consumptie telt wel mee in het BBP, maar gewoon iets voor elkaar doen niet.
Waarop Hans Stegeman, die mede de Brede Welvaartsindex samenstelde, reageerde met "en dat zit exact in de bredere welvaartsindicator naast andere zaken".
Soms is ook of zelfs op twitter iets te verduidelijken. Peter van Mulligen heeft nog niet gereageerd.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten