dinsdag 12 november 2019

Het vermogen tot samenwerking en delen verklaart het uitzonderlijke succes van de mensheid (tot nu toe)

Antropologe Karen L. Kramer geeft een fraai overzicht van de mensheidsgeschiedenis bekeken vanuit de vraag waarom wij zo succesvol zijn geweest in vergelijking met onze naaste verwanten, de andere grote apen: How There Got to Be So Many of Us: The Evolutionary Story of Population Growth and a Life History of Cooperation. Het is een uitgebreid en uitbundig gedocumenteerd betoog, waarvan je op ScienceDaily een korte samenvatting kunt lezen: How Human Population came from our ability to cooperate.

Het gaat om "succes" in de zin van met hoeveel wij nu zijn, dus met succes in overleving en voortplanting. In het artikel afgebeeld met dit plaatje:


Daarin valt natuurlijk meteen de exponentiële groei op in de laatste twee eeuwen. Maar dat succes begon eerder. Want hoewel er in die lange periode bottlenecks zijn geweest. zoals tussen 10.000 en 60.000 jaar geleden, toen we met niet meer dan enkele duizenden waren, is er de laatste 50.000 jaar een gemiddelde groei geweest van ongeveer 0,4 procent per jaar. Gepaard gaande met een verspreiding over vrijwel de gehele aardbol, en dus met een aanpassing aan uiteenlopende omstandigheden.

Rond 1800, dus nog voor die exponentiële versnelling, waren we al met 1 miljard. We weten geloof ik niet hoeveel chimpansees er toen waren, maar wel dat dat er vele malen minder waren.

Hoe is dat succes (tot nu toe!) te verklaren? Waarom wij wel en de chimpansees niet?

Kramer geeft een fraai overzicht van alle aanwijzingen die wijzen in de richting van de verklaring  dat wij leerden om samen te werken en te delen. In het "vinden" en verwerken (koken!) van voedsel en in de intergenerationele samenwerking bij het grootbrengen van kinderen en de zorg voor zwangere vrouwen (cooperative breeding). Waardoor niet alleen meer kinderen overleefden, maar ook de geboorte-intervallen korter konden worden. En er dus per vrouw meer kinderen konden worden geboren. Wat het weer mogelijk maakte dat oudere kinderen meehielpen bij het grootbrengen van de jongere.

En dat overzicht wordt aangevuld met een beschrijving van de resultaten van haar veldonderzoek bij de Maya die leven van de opbrengsten van landbouw op het Yucatan schiereiland (Mexico) en bij de Savanna Pumé, die als jagers-verzamelaars leven op de savannen van westelijk-centraal Venezuela.

Of dat succes in stand zal kunnen blijven, nu we zo ingrijpend geconfronteerd worden met de eindigheid van de aardse hulpbronnen, dat staat natuurlijk nog te bezien. Het moet nog blijken of ons vermogen tot samenwerken ook in staat is om deze uitdaging het hoofd te bieden.

Geen opmerkingen: