Het is nu ook tot de internationale pers doorgedrongen dat het Nederlandse zelfbeeld van een transparante en moreel hoogstaande democratie niet meer goed is vol te houden. Lees vandaag in de Financial Times: Scandals tarnish Dutch reputation for clean government. Daarin gaat het natuurlijk over de Toeslagenaffaire en over de pogingen om die buiten de openbaarheid te houden, maar ook over de gebrekkige reactie van de regering op de coronapandemie en over de mondkapjesaffaire. Maar ook de gebrekkigheid van het Nederlandse klimaatbeleid en de terughoudendheid in de uitvoering van rechterlijke oordelen in dat verband, hadden genoemd kunnen worden.
In dat artikel wordt D66-Tweede kamerlid Joost Snellen aangehaald, die erop wijst dat al die tekortkomingen wel eens hun oorzaak zouden kunnen hebben in de grootschalige bezuinigingen op het overheidsapparaat en al die privatiseringen die door de opeenvolgende regeringen-Rutte aan de publieke sector zijn opgelegd:
Joost Sneller, an MP for the liberal democrat D66 party, said the pandemic “stress test” showed that most arms of the state were under-equipped and underprepared.
He attributed the shortcomings to the dismantling of the state that began in the aftermath of the 2008 financial crisis. “Rutte’s first government in 2010 was defined by the Reaganite philosophy of keeping the state so small you can drown it in a bathtub,” Sneller said.
Als de neoliberale ideologie van de kleine overheid in beleid wordt omgezet, dan blijkt na verloop van tijd dat essentiële publieke taken niet meer goed kunnen worden uitgevoerd. En dat is dus een pijnlijke les in hoe essentieel die taken zijn.
Een les die zelfs ook die neoliberale VVD lijkt te trekken. Dat is mooi, maar wijst ook meteen op de oppervlakkigheid van die ideologie en op de lichtzinnigheid van al die bezuinigingen en privatiseringen.
Maar er lijkt meer aan de hand. Want er is ook duidelijk een morele kant te onderkennen aan al die affaires en schandalen. Niet alleen als het gaat om de onverschilligheid, ja, zelfs minachting, waarmee burgers door overheidsinstanties werden bejegend, maar ook als je denkt aan het achterhouden van informatie en het ondoorzichtige informele overlegcircuit. De democratie als uitingsvorm van onze morele gemeenschapsintuïties van iedereen telt mee en van rechtvaardigheid kan niet zonder transparantie en morele integriteit.
En het zou wel eens kunnen zijn dat die neoliberale ideologie ook langs die weg. de weg dus van de moraal, slecht heeft uitgewerkt. Als de markt wordt gevierd als de maat der dingen, dan propageer je dus de morele luchtledigheid van een groot deel van de samenleving. Als het oké is om je daar alleen maar door je eigen belangen te laten leiden, ongehinderd door morele noties, dan is misschien het hek van de dam.
Want het lijkt irreëel om te verwachten dat mensen dan nog goed in staat zijn om te bewaken waar die morele noties dan nog wel behoren te worden nageleefd. Als de overheid zo klein mogelijk moet zijn en bovendien in dienst moet staan van de markt, waar het eigen belang mag prevaleren, wie vertelt je dan nog dat de maatschappij een moreel project is? Met een overheid die daar uitdrukking aan geeft?
Dat zijn dan ondergesneeuwde inzichten. Mensen zijn morele wezens, maar reageren wel op de sociale omgeving die ze aantreffen. Als die omgeving uitstraalt dat moreel gedrag "nergens voor nodig is", dat we ook zonder kunnen, dan is inderdaad zomaar het hek van de dam. Dan zijn transparantie en morele integriteit ineens ver te zoeken. En volgen affaires en schandalen elkaar op.
Er heerst dan niet alleen de morele luchtledigheid van de markt, maar ook van de overheid. En dat is onvermijdelijk hei einde van de democratie.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten