zaterdag 5 juni 2021

De narcistische leider en zijn nederlaag - over Trump en Hitler. (1) Hitler en zijn nederlaag

Naast natuurlijk grote verschillen, zijn er opvallende overeenkomsten tussen hoe de uiteindelijke nederlaag zich voltrekt in het geval-Trump en hoe dat verliep in het geval-Hitler. In beide gevallen hebben we te maken met een (kwaadaardige) narcist die het leiderschap van een nationale staat weet te verwerven. En die na verloop van tijd de nederlaag onder ogen moet zien. Zie van eerder dit jaar het bericht Nederlagen van narcistische leiders. Hoe de nederlaag zich in het geval-Trump voltrekt.

In het geval-Hitler was dat een nederlaag in een oorlog. Die zich al halverwege die oorlog aandiende. Hoewel democratisch aan de macht gekomen, schafte Hitler de democratie vrijwel meteen geheel af. Dat kon hij doen omdat hij toen nog mateloos populair was. Zijn doel was om zo gauw hij daartoe in staat was, oorlog te voeren. Dat kwam voort uit zijn statuscompetitieve wereldbeeld, waarin het Duitse volk "Lebensraum" moest veroveren. En waarin Joden en andere "minderwaardige rassen" moesten worden vernietigd, hetgeen in veroverde gebieden met minder scrupules kon worden uitgevoerd.

Hitlers incompetentie, die hij zoals alle narcisten combineerde met overtuigingskracht, maakte dat de nederlaag in die oorlog al snel onafwendbaar was. Ian Kershaw (Tot de laatste man. Duitsland 1944 -1945, p. 32) daarover:

Hoe kunstmatig het beeld ook was, er kan geen twijfel bestaan over Hitlers onvervalste immense populariteit bij de grote massa van het Duitse volk tot halverwege de oorlog. Vanaf de eerste Russische winter van 1941 wijst niettemin alles erop dat deze populariteit aan het tanen was. Vanaf de volgende winter - de winter van het debacle van Stalingrad, waarvoor Hitler rechtstreeks verantwoordelijk werd gehouden - was deze scherp aan het dalen. In termen van aantrekkingskracht op de massa werd Hitlers 'charisma' dus fataal ondermijnd naarmate de oorlog bitter werd en de nederlagen opliepen.

De narcist Hitler werd er dus mee geconfronteerd dat hij een oorlog verloor en dat hij de adoratie door zijn volk moest ontberen. Wat was zijn reactie? 

Die bestond er allereerst uit dat hij voor de werkelijkheid van die nederlaag de ogen sloot. Hij verbleef nog meer dan hij altijd al deed in een fantasiewereld, waarin niet meer bestaande divisies de vijand de beslissende slag zouden toebrengen en waarin zijn "ijzeren wilskracht" alleen voldoende was om uiteindelijk de overwinning te behalen. 

En die reactie bestond eruit dat hij zich terugtrok in de steeds kleiner wordende kring van volgelingen die nog in hem bleven geloven. Er waren niet meer de massabijeenkomsten waar hij kon gloriëren, er waren niet meer de brallende radiotoespraken.

Maar hij had in de voorgaande jaren al wel wat Kershaw een "charismatisch bewind" noemt, tot stand gebracht. In woorden van dit blog: een persoonlijke statushiërarchie op het niveau van een nationale staat. Kershaw (p. 32):

Zelfs vergeleken met andere autoritaire regimes was dat van Hitler extreem gepersonaliseerd, en dat was vanaf het begin, terug in 1933, zo geweest. Er bestonden geen politbureau, raad, kabinet (sinds 1938) of militair commando om zijn heerschappij over te brengen of in te tomen. (...) Een wezenlijk kenmerk van het gepersonifieerde 'charismatische bewind' was, vanaf het begin, de uitholling en fragmentatie van de regering geweest.

Die combinatie van Hitlers onvermogen om de nederlaag te erkennen en de structuren van dat charismatische bewind maakten dat de oorlog maar bleef voortduren, ten koste van vele duizenden mensenlevens en onafzienbare verwoesting. Pas na Hitlers zelfmoord was het Duitse leger in staat om te capituleren. Kershaw (p. 33):

de structuren en de geestesgesteldheid van het 'charismatisch bewind' duurden zelfs voort toen Hitlers aantrekkingskracht op het volk het begaf. Deze bleven hoofdzakelijk niet overeind door blind geloof in Hitler. Voor aartsnazi's was het gevoel dat ze zonder Hitler geen toekomst hadden belangrijker. Dit verschafte een krachtige negatieve band: beider lot was onlosmakelijk verbonden. Het was de loyaliteit van degenen die samen hun schepen achter zich hadden verbrand en nu geen uitweg hadden.

Er valt veel voor te zeggen dat Hitler de aard van de nederlaag, zijn eigen zelfmoord samen met de "totale ondergang", bewust heeft nagestreefd. Een logische uitkomst van het narcistische onvermogen om een nederlaag te erkennen en daarmee de eigen onvolmaaktheid onder ogen te zien. Ik sloeg Peter Longerich er nog eens op na (Hitler, p. 1140-1142):

 Een capitulatie was echter ondenkbaar voor Hitler. (...) Als de nederlaag daadwerkelijk onafwendbaar was, dan mocht men die niet zomaar accepteren en passief ondergaan. Als de nederlaag niet te verhinderen was, dan moest men in een 'heroïsche' strijd tot de laatste patroon en de laatste man volhouden. Daarmee zou een signaal worden gegeven, een vlammend voorbeeld voor de toekomst; de totale nederlaag bevatte daardoor tegelijkertijd de kans op een glorierijke wederopstanding.

 Het thema van de heroïsche ondergang als kiem voor een latere 'stralende wedergeboorte' (volgens zijn testament van 29 april 1945) heeft Hitler in zijn hele politieke carrière voor ogen gestaan. (...) Volken, zo had Hitler al in Mein Kampf geschreven, gingen niet per se kapot aan verloren oorlogen; dat gebeurde slechts wanneer zij 'door hun militaire nederlaag de rekening gepresenteerd krijgen voor hun luiheid, lafheid, karakterloosheid, kort gezegd: voor hun onwaardigheid.'

Op zijn laatst sinds de nederlaag van Stalingrad had Hitler het thema van de heroïsche ondergang tegenover een overmacht van vijanden serieus als politiek optie gevolgd. Zo moest de roem bij het nageslacht van het nationaalsocialisme over het eind van de oorlog heen worden veiliggesteld en hem over zijn eigen levenstijd heen een glansrijke historische rol garanderen. Door deze enscenering van zijn eigen einde kon hij aansluiten bij de tijdens zijn leven gevolgde voorstelling dat zijn ware identiteit feitelijk die van een geniale en heroïsche kunstenaar was, waarvan de betekenis pas na zijn dood in volle omvang duidelijk zou worden. (...)

Tegelijkertijd komt daarin zijn onvermogen nederlagen te accepteren tot uitdrukking en zijn neiging dreigende vernederingen door megalomane fantasieën te duiden als voorboden van zijn eigen triomf.

Wat we hier beschreven zien zou wel eens niet alleen het geval-Hitler kunnen zijn, maar een geval van het algemenere patroon van een narcistische leider die eenmaal aan de macht gekomen voor het probleem komt te staan hoe hij de onvermijdelijke nederlaag zal ensceneren. Zodanig dat hij zijn narcistische fantasiewereld tot het laatste moment in stand kan houden.

In het vervolgbericht over het geval-Trump. En over de verschillen en overeenkomsten met het geval-Hitler.

Geen opmerkingen: