Agricola was een van de vroegste humanisten in het noorden van de Nederlanden en een interessant en veelzijdig persoon. Zo was hij orgelbouwer, componist, filosoof, redenaar, onderwijskundige, vertaler en taalkundige. In de bundel Rudolf Agricola. Brieven, levens en lof (Wereldbibliotheek, 2016) komen we aan de hand van divers bronnenmateriaal – zoals brieven en levensbeschrijvingen van tijdgenoten als Johann von Plieningen en Philippus Melanchton – veel over Agricola te weten.
Dit zag Agricola als de drie kernzaken van het studeren:
Eenieder die bij het opnemen van de leerstof enige vrucht wil oogsten die de inspanning waard is, moet vooral voor drie dingen zorgen: hij moet helder en correct begrijpen wat hij leert; hij moet goed onthouden wat hij geleerd heeft; hij moet in staat zijn daaruit zelf vervolgens iets nieuws voort te brengen. Het eerste is de taak van een zorgvuldige literatuur, het tweede van een betrouwbaar geheugen, het derde van een voortdurende oefening.
Agricola componeerde dus ook, maar als ik het goed begrijp is er geen muziek van hem bewaard gebleven. Dit is muziek van Anke Brouwer op een tekst van Agricola, uitgevoerd door dat Ensemble Super Librum, met bewegende beelden van Carel Kuitenbrouwer. In de toelichting bij die uitvoering lees je over die tekst:
Uitgangspunt voor de nieuwe compositie van Anke is een gedicht van Agricola, namelijk het prachtige epitaaf (grafschrift) voor Eelste Meyma. Eelste Meyma was een zeer vermogende, kinderloze dame die in de 15e eeuw op de borg Rasquert woonde. Het gehucht Rasquert ligt naast Baflo, de geboorteplaats van Rudolf Agricola. Waarschijnlijk heeft zij Agricola financieel ondersteund bij zijn studie in Pavia en Ferrara.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten