De vraag waardoor niet meer Nederlanders gedurende de Duitse bezetting van 1940-1945 in verzet kwamen, in verzet tegen de Duitse terreurmaatregelen en de vervolging van Joodse landgenoten, heeft een algemenere strekking. Zie ook het vorige bericht.
Want die bezetting, terreur en vervolging vormen een bijzonder geval van het vaker voorkomende verschijnsel van het collectief bedreigd zijn, waartegen een verdediging mogelijk zou zijn als maar genoeg mensen daaraan zouden meedoen. En dat laatste is dus vaak niet zo. Hoe komt dat?
Een ander geval is de situatie waarin de Duitsers zelf verkeerden gedurende de opkomst van Hitler in de jaren dertig en na het uitbreken van de oorlog, met de inval in Polen, in 1939. Hoewel de steun voor Hitler opliep, haalde hij bij de laatste Rijksdagverkiezing voor de machtsovername, op 5 maart 1933, geen meerderheid. En na de aanvankelijke economische (en militaire) successen werd het voor de Duitse bevolking al gauw duidelijk dat die succesvolle economie niet voor hun welzijn bedoeld was, maar voor het voeren van een roekeloze oorlog die slechts op een ramp kon uitlopen.
Onder die oorlogseconomie en onder die oorlog had ook het Duitse volk zelf te lijden, dus nog afgezien van het leed dat aan anderen werd toegebracht. Er was weliswaar enig verzet en er waren een of twee mislukte aanslagen op Hitler. Maar ook toen de meeste Duitsers al wel door hadden gekregen dat ze zich door een narcistische fantast hadden laten begeesteren en dat het niet goed zou aflopen, bleven ze passief en zelfs apathisch en kwam er geen volksopstand.
Ik bladerde even door The Wages of Destruction van Adam Tooze, dat hier en hier al aan de orde kwam. Nadat de militaire successen duidelijk tot het verleden behoorden en de geallieerde bombardementen op de Duitse steden waren begonnen, was er van die aanvankelijke begeestering weinig meer over. Tooze schrijft daarover (p. 602-3):
...the impact of the events of July 1943 (het bombardement op Hamburg) cannot be exaggerated. Even the most rabid adherents of the Third Reich could hardly deny that 'the end was nigh'. (...) Not surprisingly, as the news from Hamburg leaked, the Gestapo picked up reports of shock and dismay from across the country. (...) The SD noted that party members were no longer wearing their party badges in public and people were avoiding the Hitler salute wherever possible. Speer (Albert Speer) found that even party audiences no longer responded to his boasts about the triumphs of the armaments miracle. Amongst senior industrial leaders, the SD reported, there was no longer anyone who believed in the possibility of a German victory. To admit as much in public, however, was extremely dangerous.
Dat laatste slaat op de terreur van het bewind tegen de eigen bevolking. Een onafhankelijke rechtspraak bestond al lang niet meer. Tooze (p. 603):
The politcization of the judiciary, which had taken on ever more aggressive forms since the beginning of the war, was intensified. By 1943 the courts were issuing death penalties against Germans for defeatism and sabotage at the rate of a hundred a week. Even prominent businessmen were no longer immune. (...) In the autumn of 1943 two senior branch managers of the Deutsche Bank were arrested and executed for making defeatist remarks. A designated board member of the electricity giant RWE suffered the same fate...
Het is natuurlijk moeilijk om nog een goed beeld te krijgen van wat dit voor de Duitse bevolking betekende. Als je The German War. A Nation Under Arms, 1939-1945 van Nicholas Stargardt er op naslaat, dan lees je (p. 373-4):
Most ominously for a Security Service primed to prevent a repeat of the 1918 revolution, during the course of August 1943 it reported growing public dissent. When the Lord Mayor of Göttingen boarded a train from Hamburg, refugees spotted his golden Party badge and told him quitley that there would be a reckoning. A woman even held her sleeve up to his nose so that he could smell the stench of the smoke on her clothes. Party officals were so often abused and threatened in public, especially in cities which had recently been bombed, that in the late summer of 1943 many stopped wearing their uniforms and Party badges in public. (...) In Marburg, Lisa de Boor was thrilled: "'Everywhere in the streets, in the shops, at the station, people are talking to one another saying that it can't go on like this.'
Ook lees je daar dat het onder de Duitse bevolking rond ging dat de bombardementen een wraakactie waren voor wat de Duitsers de Joden hadden aangedaan (p. 375):
As evacuees from northern and western Germany brought tales of horror they had endured to the unscathed south and east of the country, everywhere 'terror bombing' was ascribed to 'the Jewish retaliation'. Nazi propaganda had played its part in preparing this response by insisting that the Jewish lobby in London and Washingtom was behind the bombing in an attempt to exterminate the German nation. But the tenor of popular reasoning was now different: it was what the Germans had done to the Jews that had provoked them to use their power to bomb German cities.
Wat er meteen op wijst dat de bevolking behoorlijk goed op de hoogte was van de massamoord op de Joden. Denk ook aan Peter Longerichs "Davon haben wir nichts gewusst!". Die kennis drong zich nu natuurlijk op, maar dat zette ook nu niet aan tot verzet. Stargardt (p.380):
The regime could demand silence from the German people, but it could not alter the fact that the shared secret of the murder of the Jews had been broached openly across Germany and that such talk did not strenghten support for the regime. But it did not provoke real action either: dissent never progressed beyond the talk of regime change and a separate peace.
Het bleef dus bij woorden. De verschrikkingen gingen door. Tot uiteindelijk die narcistische fantast, waar ze al zo lang op waren uitgekeken, op 30 april 1945 in zijn Berlijnse bunker zelfmoord pleegde. Gedurende zijn leven kwam het Duitse volk niet in verzet.
Wat maakt dat collectief en massaal verzet tegen terreur en onderdrukking zo moeilijk van de grond komt? Wat hield de Nederlanders tegen gedurende de Duitse bezetting van 1940-1945? Wat hield de Duitsers zelf tegen, nadat ze doordrongen waren geraakt van de ware aard van het Hitler-bewind?
Het zijn vragen die ook nu nog, of weer, van groot belang zijn, in een tijd waarin het rechts-extremisme weer her en der de kop opsteekt. Wordt vervolgd. Hier het volgende bericht.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten