woensdag 8 november 2023

Een sociaalwetenschappelijk zicht op religieus extremisme - 1

Sinds het monotheïsme de mensheidsgeschiedenis binnenkwam, is er ook het religieus extremisme. De neiging om niet alleen de eigen God te vereren, maar om ook andersgelovigen en niet-gelovigen als minderwaardig en gevaarlijk te beschouwen en hen het recht op een evenwaardig bestaan te ontzeggen. We kennen uitingsvormen daarvan: religieus geïnspireerde vervolgingen, de inquisitie, de godsdienstoorlogen. 

Waar komt dat religieus extremisme vandaan en wat is het verband met het monotheïsme? Hoe zou een sociaalwetenschappelijk zicht op religieus extremisme eruitzien?

Een actuele aanleiding daartoe is dat de Republikeinse leden van het Amerikaanse Huis van Afgevaardigden, die daarin een kleine meerderheid hebben weten te verwerven, een religieuze extremist tot Speaker hebben verkozen. Een belangrijke positie met een verregaande bevoegdheid om de agenda te bepalen en bovendien de tweede in de lijn van opvolging als de President mocht komen weg te vallen. (De eerste is de vicepresident tevens voorzitter van de Senaat, momenteel de Democratische Kamala Harris.)

Het gaat om de tot voor kort onbekende Mike Johnson, die zonder meer als religieus extremist mag worden beschouwd. Hij hangt een doctrine aan die wel christelijk Fundamentalisme, christelijk Nationalisme of zelfs Christofascisme wordt genoemd. 

Die laatste term werd in 1987 geïntroduceerd door de theologe Dorothee Sölle in haar Das Fenster der Verwundbarkeit. Theologisch-politische Texte, waarvan ik de Nederlandse vertaling via boekwinkeltjes.nl bemachtigde. Daarin tref je het opstel Christelijk fascisme aan met op p. 116-117:

In theologisch perspectief is het duidelijk dat de inhoud van deze fascistische religie in strijd is met de boodschap van de joods-christelijke traditie. De God van de profeten heeft nooit de nationale staat gepredikt maar de gemeenschap tussen vreemdelingen en bewoners van het land. De apostel Paulus maakte niet de protestantse arbeidsmoraal tot grondslag van de rechtvaardiging van zondaren maar de genade die jong en oud, vlijtige en luie mensen beschijnt! En Jezus maakte niet het gezin tot voornaamste waarde van het menselijk leven maar de solidariteit met de ontrechten. (...) Kenmerkend voor het christelijk fascisme is dat daarin alle wortels die het christendom in het Oude testament, in de joodse bijbel heeft, zijn afgesneden. Geen sprake van gerechtigheid, geen vermelding van armen die God te hulp komt, weinig over schuld en lijden, geen hoop op het messiaanse rijk. De hoop wordt volslagen geïndividualiseerd en teruggebracht tot het persoonlijke succes. (...) De Jezus die werd gedreven door de honger en de armoede van en de solidariteit met de onderdrukten heeft met deze religie niets te maken.

Zie over de Jezus die de gemeenschapsmoraal predikte en daarmee een soort proto-sociologie bedreef de eerdere berichten:

Sociaalwetenschappelijk zicht op Jezus en het lijdensverhaal - Wanneer begon het sociaalwetenschappelijk denken? - 2

De proto-sociologie van Jezus van Nazareth - Wanneer begon het sociaalwetenschappelijk denken? - 3

Maar terug naar die Mike Johnson. Zijn verkiezing tot Speaker, met uitsluitend stemmen van de Republikeinen, bracht een stroom publicaties teweeg waarin zijn achtergrond en opvattingen worden belicht. Enkele voorbeelden:

What everyone should know about the new House Speaker, Mike Johnson

Mike Johnson isn’t Just Your Average Christian Right Avatar

Mike Johnson Hates America, But He Believes He Can Save It

Here’s Why Mike Johnson Is More Dangerous Than Donald Trump

Mike Johnson’s conspiracy theories about ‘illegals’ mark a new GOP low

New House Speaker Blamed School Shootings on Teaching Evolution and Abortion

For Mike Johnson, Religion Is at the Forefront of Politics and Policy

Eerst maar over wat we daaruit leren over het religieuze extremisme waar we hier mee te maken hebben. Daarna mijn sociaalwetenschappelijke duiding, waarmee ik in dit bericht een begin maak. Er komt dus een vervolg.

  • Het gaat om een doctrine waarvan de aanhangers vinden dat die volledig op de Bijbel berust. Johnson antwoordde op de vraag naar de aard van zijn opvattingen: "‘Well, go pick up a Bible off your shelf and read it.’ That’s my worldview.”" Dat is betekenisvol, want iedereen weet dat de Bijbel voor verschillende uitleg vatbaar is. Maar met dit antwoord wordt dat genegeerd. Er is één juiste interpretatie en dat is die van ons. Wat houdt die interpretatie in?
  • Allereerst: dat er geen scheiding mag bestaan tussen kerk en staat. Als je dat volgens jou ene juiste wereldbeeld aanhangt, dan ben je niet in staat om de democratische overheid te accepteren. Die veronderstelt immers het bestaan van verschillende opvattingen en de bereidheid om niet alleen anderen te overtuigen, maar ook om door anderen overtuigd te worden. De staat, als hij al moet bestaan, hoort ondergeschikt te zijn aan de kerk, en wel aan onze kerk. De staat hoort niet als een democratie ingericht te zijn, maar als een "Bijbelse republiek". Vandaar dat de aanhangers van de doctrine zo goed overweg kunnen met Donald Trump, die zijn nederlaag nog altijd ontkent en die al heeft aangekondigd dat, mocht hij opnieuw president worden, hij de democratie zal afschaffen. Trump staat niet bekend als Bijbelvast, maar zijn narcistische en populistische hang naar de dictatuur is voor het religieus extremisme een buitenkans. De democratie is een bedreiging omdat die de ruimte geeft aan allerlei andersdenkenden. Een coup, ook een gewelddadige, is daarom gerechtvaardigd. Mike Johnson speelde een belangrijke rol in de pogingen van Republikeinse aanhangers van Trump om Trump aan de macht te houden na zijn verkiezingsnederlaag in 2020.
  • De afwijzing van de democratie houdt in dat in het christelijk-fundamentalistische denken op het niveau van de nationale staat niet iedereen hoort mee te tellen. De christelijke leer van de liefdadigheid wordt wel omarmd, maar hoort beperkt te blijven tot de sfeer van de persoonlijke relaties. Een overheid die zich daardoor zou laten leiden, heeft geen bestaansrecht. De overheid is er om de wetten te handhaven die groepen en gedragingen uitsluiten.
  • Dat laatste houdt in dat vrouwen het recht dient te worden ontzegd op het beschikken over hun eigen lichaam. Abortus hoort verboden te zijn. Als vrouwen verplicht worden om meer "able-bodied workers" ter wereld te brengen, dan zou dat goed zijn voor de economie.
  • Het houdt in dat voor echtscheiding wederzijdse instemming niet voldoende mag zijn. Stellen die willen scheiden, moeten dat argumenteren, krijgen verplichte counseling en moeten een jaar gescheiden hebben geleefd voor de scheiding kan worden voltrokken.
  • Het houdt in dat er voor het homohuwelijk geen plaats hoort te zijn en dat homoseksueel gedrag als "inherent onnatuurlijk" onder het strafrecht hoort te vallen, want het is een "gevaar" voor de samenleving en leid tot "chaos" en 'anarchie". Discriminatie op grond van geaardheid moet mogelijk zijn.
  • Het houdt in dat mensen met genderdysforie geen recht horen te hebben op medische zorg ten behoeve van geslachtsverandering.
  • Het houdt in dat "illegale vreemdelingen" niet in het land horen te worden toegelaten, want ze zijn een gevaar voor het christelijke karakter van de Verenigde Staten. Het "openen van de grenzen" is bedoeld voor "de omvolking" oftewel de Great Replacement. Illegale immigratie is “the true existential threat to the country". 
  • Het houdt in dat de waarschuwingen over klimaatverandering een hoax zijn, een sinistere oplichterij van diegenen die het kapitalisme willen omverwerpen en een alles controlerende overheid willen vestigen. Klimaatverandering is een onmogelijkheid in een door God ten behoeve van de mensheid geschapen wereld.
  • Het houdt in dat de Bijbelverhalen inclusief het scheppingsverhaal moeten worden opgevat als een beschrijving van historische gebeurtenissen. Ze vertegenwoordigen een hogere waarheid dan de wetenschappelijke evolutietheorie. De Bijbel dient als geschiedschrijving op scholen te worden onderwezen. 
  • Het onderwijs in de evolutietheorie is er verantwoordelijk voor dat mensen niet meer het verschil tussen goed en kwaad kennen. Daardoor, en niet door het massale wapenbezit, zijn er de vele schietpartijen.

Wat valt er sociaalwetenschappelijk over te zeggen dat mensen dit gedachtegoed aanhangen? 

Uit De Bijbelverhalen sociaalwetenschappelijk bekeken - Over Het Oerboek van de mens weten we dat daarin weliswaar het belang van de morele gemeenschapsintuïties (de jagers-verzamelaarsmoraal) wordt uitgedragen, maar dat zulks gebeurt in een samenleving waarin na de overgang naar landbouw en eigendom statushiërarchieën zijn ontstaan. Het geloof in de ene, almachtige God was een reactie op de vormen van rampspoed (epidemieën, mislukte oogsten, oorlogen) die daarmee gepaard gingen. Die rampen werden gezien als een bestraffing voor begane zonden en ze waren zo hevig dat alleen een almachtige God die kon hebben toegebracht. Een God die op zijn beurt was gemodelleerd naar de aardse machthebbers aan de top van de recent ontstane koninkrijken. 

Dat betekent dat uit die Bijbelverhalen een hybride God naar voren komt, een mix van de almachtige, bestraffende God, die vraagt om gehoorzaamheid en onderdanigheid, en van de God van de gemeenschapsmoraal, die staat voor iedereen-telt-mee en die je in tijden van nood bijstaat. En het betekent dat je bij deze God zowel terechtkunt om de gemeenschapsmoraal uit te dragen als om het statuscompetitiepatroon te rechtvaardigen. De God die horizontale relaties toejuicht, maar ook de verticale relatie afdwingt waarin hij gehoorzaamheid vraagt. Want het gaat om een menselijke constructie en de menselijke sociale natuur kent die innerlijke tegenstrijdigheid.

Met die hybride God is het christendom in de huidige tijd terechtgekomen. Waarin mensen graag volgens die gemeenschapsmoraal zouden willen leven, maar ook met dat statuscompetitiegedrag te maken hebben. Zowel in zichzelf als in hun sociale omgeving. Waardoor je je verdedigt tegen het statuscompetitiegedrag van buiten door terug te vallen op het eigen vermogen tot datzelfde gedrag. Waarbij allesbepalend is of je sociale veiligheid verwacht te zullen ervaren, dus overwegend gemeenschapsgedrag van anderen, of sociale onveiligheid, dus statuscompetitiegedrag.

En een huidige tijd waarin je die sociale veiligheid meestal wel aantreft in de sfeer van de persoonlijke relaties, maar waarin je je daarbuiten meer of minder onzeker over kunt voelen.

Wordt vervolgd.

Geen opmerkingen: