We leven in een maatschappij waarin gezinnen historisch gezien behoorlijk sociaal geïsoleerd zijn en waarin het niet vanzelf spreekt dat kinderen in een veilige sociale omgeving opgroeien. Daardoor kennen we het probleem dat kinderen bij het opgroeien een onveilige hechtingsstijl ontwikkelen. Ze hebben dan oftewel een vermijdende oftewel een angstige hechtingsstijl. Zie ook dit bericht, waaruit ik het volgende citeer:
Als we in onze vroege jaren vertrouwde anderen om ons heen hebben die beschikbaar zijn en op onze behoeften reageren, dan hebben we een sociale omgeving die een veilige basis verschaft. We leren dat we in tijd van nood anderen kunnen vertrouwen en dat die anderen ons "de moeite waard vinden". Anders gezegd: we ontwikkelen een veilige hechtingsstijl.
Maar als die anderen om ons heen minder op onze behoeften reageren of als ze daarin wisselvallig zijn, dan ontwikkelen we een onveilige hechtingsstijl. Ons hechtingssysteem wordt dan gedeactiveerd, zodat we een vermijdende hechtingsstijl ontwikkelen, of gehyperactiveerd, en dan ontwikkelen we een angstige hechtingsstijl.
In het geval van de vermijdende hechtingsstijl zien we het zoeken van nabijheid en intimiteit als vruchteloos of zelfs gevaarlijk, omdat we verwachten teleurgesteld te worden. We gaan er van uit dat anderen ons niets te bieden hebben en we proberen om onafhankelijk te zijn en onze behoeften aan intimiteit en gehechtheid te onderdrukken. Daarbij past dat we proberen om een positief zelfbeeld in stand te houden. We deactiveren ons hechtingssysteem.
In het geval van de angstige hechtingsstijl denken we niet op eigen benen te kunnen staan en dus nabijheid van anderen nodig te hebben. Maar door de ervaringen van afgewezen te zijn, zijn we ons hulpeloos en kwetsbaar gaan voelen. Met twijfel over of we wel genoeg waard zijn. Daardoor zijn we hypergevoelig voor potentiële bedreigingen en afwijzingen. We hebben de neiging om dubbelzinnige sociale signalen vooral als negatief te interpreteren.Datzelfde bericht noemt enkele bekende gevolgen van het onveilig gehecht zijn, zoals op het gebied van emotieverwerking, aandachtssturing en toenadering of juist afstand zoeken. Er is nu het nieuwe onderzoek The Moral Compass of Insecurity: Anxious and Avoidant Attachment Predict Moral Judgment (pdf) dat wijst op de relaties tussen onveilige gehechtheid en morele intuïties.
De onderzoekers vinden er aanwijzingen voor dat mensen die meer vermijdend gehecht zijn, minder sterk de morele intuïtie aanhangen dat je anderen geen schade en leed mag toebrengen en dat je dat soort gedrag van anderen hoort af te wijzen. Ook is de intuïtie van eerlijkheid en rechtvaardigheid bij hen minder sterk. Dit lijkt er aan te liggen dat mensen die vermijdend gehecht zijn, een cynische en pessimistische opvatting hebben over de menselijke natuur en dus ook minder vertrouwen hebben in anderen. Dat klopt met de bevinding in dit onderzoek dat het verband tussen vermijdende gehechtheid en die zwakkere morele intuïties deels tot stand komt door een geringere neiging tot empathie. Als je vermijdend gehecht bent, voel je minder empathie tegenover anderen en dat verklaart weer die zwakkere morele intuïties.
Hoe zit dat dan met het angstig gehecht zijn? Je hebt wel het gevoel anderen erg nodig te hebben, maar je twijfelt of anderen je wel genoeg de moeite waard vinden. In dat geval, zo komt uit het onderzoek naar voren, hang je die twee morele intuïties juist sterker aan. Je onderschrijft sterker dat je anderen geen schade of leed mag toebrengen en je bent misschien zelfs wel wat geobsedeerd door de eisen van eerlijkheid en rechtvaardigheid. En ook hier is je neiging tot empathie de tussenliggende factor. Die angstige hechting maakt dat je erg geneigd bent tot empathie en daardoor juist sterk die morele intuïties aanhangt. Het lijkt alsof je daarmee hoopt meer door anderen geaccepteerd te worden, hoewel dat niet een bewust motief hoeft te zijn.
Dat we niet allemaal veilig gehecht zijn, werkt dus op moreel vlak verschillend uit. Vermijdende gehechtheid lijkt de kans op immoreel gedrag te vergroten, wat overeenkomt met een grotere kans op psychopathische trekken. Dat wijst op de schadelijke gevolgen er van. De negatieve gevolgen van angstige gehechtheid lijken er uit te bestaan dat de obsessie met die morele intuïties het moeilijker maakt om met anderen ontspannen relaties aan te gaan en te onderhouden.
Al met al krijgen we steeds meer inzicht in de nadelen van het opgroeien en leven in een maatschappij waarin veilige gehechtheid niet vanzelfsprekend is. Zie ook nog eens het bericht over culturele verschillen in hechting.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten