Mein Herze schwimmt im Blut,En zo gaat het nog een poosje door. Ik ben slecht en bega grote zonden.
weil mich der Sünden Brut
in Gottes heilgen Augen
zum Ungeheuer macht;
und mein Gewissen fühlet Pein,
weil mir die Sünden
nicht als Höllenhenker sein.
Maar in het vervolg is er een verlossing, want omdat ik toch ootmoedig en vol berouw ben en mijn zonden en schuld beken, mag ik rekenen op Gods genade:
Wie freudig ist mein Herz,De cantate illustreert, tekstueel en muzikaal, hoe het christelijk geloof, dat immers de morele gemeenschapsintuïties van samenwerken en delen aanbeveelt, probeert het probleem op te lossen van het bestaan van die andere kant van de menselijke sociale natuur, de geneigdheid tot de wandaden van de statuscompetitie (egoïsme, zelfverheffing, verraad). Die andere kant is er nu eenmaal, dat valt niet te ontkennen, maar als we ons van dat kwaad bewust zijn en berouw tonen dan is verzoening en verlossing mogelijk.
da Gott versöhnet ist
und mir auf/nach Reu und Leid
nicht mehr die Seligkeit
noch auch sein Herz verschliesst.
John Elliott Gardiner schrijft over deze cantate in zijn Bach. Muziek als een wenk van de hemel (p.550):
Wat Bach ons hier voorzet is niet zozeer een preek als wel een uitbeelding van de complexe psychologische en emotionele ontwikkeling van een individu in gewetensnood.Waarna Gardiner prachtig analyseert hoe Bach die tekst en de achterliggende ideeën en emoties muzikaal vormgeeft.
Gisteren kreeg deze sopraancantate een prachtige uitvoering in de Utrechtse Domkerk door Tanja Obalski en Concerto da Fusignano onder leiding van Sascha Mommertz. (Want de zaterdagmiddagconcerten in de Domkerk zijn weer begonnen!)
En hier is de uitvoering door de Nederlandse Bachvereniging in de Waalse kerk in Amsterdam, met sopraan Julia Doyle. Die is eigenlijk niet te overtreffen.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten