De democratie heeft goed geïnformeerde kiezers nodig. In de democratie gaat het om het vinden van het beste beleid voor iedereen, als uitvloeisel van onze morele gemeenschapsintuïties van iedereen-telt-mee. Daarvoor zijn onderbouwde inzichten nodig in mogelijkheden en beperkingen van beleidsmaatregelen, bestaande maatregelen en nieuw voorgestelde. Democratie is niet alleen een optelsom van opinies, maar ook en vooral een proces van waarheidsvinding en groei van kennis.
Dat er nu allerlei redenen zijn om ons zorgen te maken over de democratie, kan er voor een groot deel aan liggen dat die geïnformeerdheid tekort schiet. En omdat kiezers hun informatie uit de media halen, wijst dat op het tekortschieten van de media.
Daar zou iets aan gedaan moeten worden. En dat kan ook, althans in ons land, waar de "publieke mediadiensten" in de Mediawet worden geregeld. Die regeling houdt onder meer in dat die diensten moeten voorzien in "democratische behoeften" van de Nederlandse samenleving. Zie eerder het bericht Hoe krijgen we meer waarheidsgetrouwe en verdiepende journalistiek? Die meer wil dan alleen iedereen aan het woord laten?
Over de uitwerking daarvan (in Artikel 2.1.2) schreef ik daar:
Daarin valt op dat het veel gaat over pluriform en evenwichtig, waarvan je denkt dat zulks in de praktijk er vooral toe leidt dat programmamakers alle "partijen" aan het woord willen laten. En dan zie je gebeuren dat er tegenover een goed geïnformeerde deskundige iemand komt te zitten die nauwelijks een andere kwalificatie heeft dan het hebben van een "andere mening".
Anders gezegd: media zouden dat voorzien in democratische behoeften niet alleen moeten opvatten als het presenteren van verschillende meningen, maar ook als het zelf bijdragen aan waarheidsvinding en groei van kennis. Aan het goed geïnformeerd zijn van de kiezers.
Maar het kan slechter. Neem nu de Verenigde Staten. Daar was er tot in de jaren 80 de Fairness Doctrine, die na de Tweede Wereldoorlog was ingesteld en waarin televisiekanalen als publieke diensten werden opgevat. Die bij controversiële kwesties alle partijen, meestal twee (voor of tegen), aan het woord moesten laten. Redelijk vergelijkbaar met onze Mediawet dus.
Maar dat veranderde dus in de jaren 80, de jaren van de opkomst van het neoliberalisme. De regering-Reagan vond dat de markt, de commercie dus, heel goed voor die pluriformiteit kon zorgen, daar was overheidsregulering niet voor nodig. Geen overheidsbemoeienis met de media.
Almost overnight, the media landscape was transformed. The driving force
was talk radio. In 1960, there were only two all-talk radio stations in
America; by 1995, there were 1,130. While television news on the old
networks and the cable upstart CNN still adhered to the standard of
objectivity, radio emerged as a wide-open landscape.
New York’s conservative talk radio icon Bob Grant had long been known
for testing the limits of the doctrine, but he now felt freed to engage
in outspoken nativism and racism. Discussing the 1991 Los Angeles riot,
he
called African Americans “screaming savages” and complained that
“heaven forbid you talk about white rights.” Immigrants were a favorite target of his, as well. The country, he said, was being flooded with “millions of subhumanoids.”
De weg was vrijgemaakt voor conservatieve, ja, rechts-extremistische media, die onweersproken hun partijdige, haatzaaiende en antidemocratische boodschappen de wereld in konden sturen. In 1996 richtte mediamagnaat Rupert Murdoch
Fox News op, waarvan je wel kunt zeggen dat het geweldig heeft bijgedragen aan de antidemocratische krachten in de Verenigde Staten. In het in mei te verschijnen boek
This Will Not Pass: Trump, Biden and the Battle for America’s Future van Jonathan Martin and Alex Burns
noemt Joe Biden Rupert Murdoch “the most dangerous man in the world” en dat is maar weinig overdreven. Dat werd ergens in 2021 opgetekend, toen er nog geen sprake was van Poetins oorlogsmisdaden in Oekraïne.
Over hoeveel kwaad zulke rechts-extremistische media aanrichten, is nu de studie
The manifold effects of partisan media on viewers’ beliefs and attitudes: A field experiment with Fox News viewers (preprint) verschenen. In het najaar van 2020 vroegen de onderzoekers aan een groep intensieve
Fox News kijkers om een maand lang een aantal uren per week naar
CNN te kijken, tegen betaling van 15 dollar per uur. Of ze gekeken hadden werd met tussentijdse vragenlijstjes gecontroleerd. In diezelfde maand werd door middel van een analyse van de programma's van
Fox News en
CNN vastgesteld dat
Fox News o.a. zeer eenzijdig pro-Trump boodschappen uitzond en dat
CNN waarheidsgetrouw berichtte over o.a. Trumps gebrekkige aanpak van de coronacrisis.
Het bleek toen dat een maand lang kijken naar CNN programma's de opinies over Trump, de Republikeinen en de Democraten significant deed veranderen in vergelijking met een controlegroep van andere Fox News kijkers. En dit lag er vooral aan dat de experimentele groep ineens over allerlei zaken geïnformeerd werden waar ze nog nooit over gehoord hadden, doordat die in de programmering van Fox News genegeerd werden. Voorbeeld: Trump had begin 2020 in kleine kring gezegd dat hij zich ervan bewust was dat corona gevaarlijker was dan de gewone griep, terwijl hij in het openbaar beweerde dat de mensen van corona niets te vrezen hadden. Alleen CNN maakte daar melding van. Fox News was gewoonweg een propagandazender voor Donald Trump.
Het bevestigt wat iedereen kon vermoeden. Het is niet alleen zo dat mensen al meningen hebben en daar de media bij zoeken die hen daarin bevestigen. Het is ook zo dat media meningen beïnvloeden, alleen al door hun kijkers eenzijdig te informeren (partisan coverage filtering).
Als je in een democratie de media aan de markt overlaat, dan worden die media een bedreiging voor de democratie.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten