Als je vanuit de drie stellingen van de Dual Mode-theorie kijkt naar de strijd om de democratie, dan dringen zich een aantal inzichten op:
- allereerst het inzicht dat die strijd nooit ophoudt zolang de menselijke sociale natuur niet alleen de morele gemeenschapsintuïties kent, maar daarnaast ook de neiging tot statuscompetitie. De morele intuïtie van het iedereen-telt-mee stuurt ons richting de democratie, maar de neiging tot statuscompetitie richting de overheersing en onderdrukking. Zie het eerste bericht in deze reeks.
- dan het inzicht dat democratie en autocratie (heerschappij door een of enkelen) niet als alternatieven zouden moeten worden beschouwd waarin hetzelfde wordt nagestreefd. In de democratie staat het welzijn van iedereen centraal, in de autarkie daarentegen alleen het welzijn van de heerser(s). Het welzijn van de onderdrukten is hoogstens een middel om het welzijn van de heerser(s) te vergroten. Zie het tweede bericht.
- daardoor is er ook het inzicht dat democratieën beter zullen presteren met het oog op voor het welzijn van de bevolking wenselijke uitkomsten dan autocratieën. In het derde bericht kwam onderzoek voorbij dat die verwachting bevestigt.
- en dan was er, in het vierde en vorige bericht, het inzicht dat democratieën, waarin immers de morele intuïtie van iedereen-telt-mee is vormgegeven, in moreel opzicht te prefereren zijn boven autocratieën.
Daar valt als vijfde inzicht aan toe te voegen dat heersers in een autocratie en heersers die in een democratie aan de macht zijn gekomen altijd statuscompetitief gedrag zullen vertonen, dus gedrag dat morele gemeenschapsintuïties aan de laars lapt. Ze zijn uit op onderdrukking en willen dus domineren en vernederen. Ze zijn uit op zelfverrijking en zijn dus corrupt. In hun wereldbeeld bestaat uitsluitend het eigen persoonlijke welzijn. Dat van alle anderen is daaraan ondergeschikt. Vandaar dat heersers altijd sterk narcistisch zijn. Als ze erin geslaagd zijn om in een democratie aan de macht te komen, is de democratie in groot gevaar. Denk aan Trump in de Verenigde Staten, die niet in staat was en is zijn verkiezingsnederlaag te accepteren, en aan de pogingen om dat gevaar af te wenden. Zie Over het historische belang van de openbare hoorzittingen van het House Select Committee to Investigate the January 6th Attack on the U.S. Capitol.
Met "heersers" is dus gedoeld op personen die sterk door hun neiging tot statuscompetitie geleid worden, wat zo ver kan gaan dat het gemeenschapspatroon volledig afwezig is. Psychiatrisch gezien gaat het dan om de psychopaat of de kwaadaardige narcist. Denk ook aan de Donkere Kern van de persoonlijkheid.
Aan dit vijfde inzicht valt overigens wel meteen een interessante kanttekening toe te voegen. Een mooie aanleiding daarvoor is dat op deze dag, 26 juli, in 1581 de vertegenwoordigers van een aantal Nederlandse provinciën het Plakkaat van Verlatinge ondertekenden, waarin zij hun vorst, Filips II, afzworen en hun onafhankelijkheid verklaarden. Een belangrijke stap in de geschiedenis van de nationale staten, die onder meer invloed heeft uitgeoefend op de Amerikaanse Onafhankelijkheidsverklaring van 1776.
Want wat was het geval? In het Plakkaat wordt de dan heersende opvatting aangehaald omtrent de verhouding tussen een vorst en zijn onderdanen. Hier is de passage die door Willem-Alexander werd aangehaald bij zijn inhuldiging op 30 april 2013 (zie Het Plakkaat van Verlatinge – “De tirannie verdrijven” op Historiek. Online geschiedenismagazine):
Het is iedereen bekend dat een landsvorst door God als hoofd van zijn onderdanen is aangesteld om hen te beschermen tegen alle vormen van onrecht, schade en geweld zoals een herder dat is ter bescherming van zijn schapen. De onderdanen zijn namelijk door God niet geschapen omwille van de vorst om hem in alles wat hij beveelt, of het nu godgevallig of goddeloos is, recht of onrecht, onderdanig te zijn en als slaven te dienen.
Die verwijzing naar een goddelijke aanstelling dient om de vorstelijke verplichtingen te benadrukken:
De vorst regeert juist omwille van zijn onderdanen, zonder wie hij geen vorst is, om hen rechtvaardig en redelijk te besturen en te leiden, en om hen lief te hebben, zoals een vader zijn kinderen en een herder zijn schapen, die lijf en leven op het spel zet om ze te behouden.
Volgens de heersende opvatting over de monarchie, die toen dus nog niet constitutioneel was, diende de vorst zich te gedragen als "een vader over zijn kinderen en een herder over zijn schapen". Dus als iemand die zich door de morele gemeenschapsintuïties laat leiden. Het revolutionaire van het Plakkaat was dat onderdanen zich van de vorst afkeerden omdat die zich integendeel als een tiran gedroeg:
Als een vorst echter niet zo handelt, maar in plaats van zijn onderdanen te beschermen, hen probeert te onderdrukken, overmatig te belasten, hun de oude vrijheid, rechten (privilegien) en gewoonten af te nemen en hen te bevelen en te behandelen als slaven, moet hij niet als vorst, maar als tiran worden beschouwd.
Anders gezegd, omdat een vorst zich ook bleek te kunnen gedragen volgens het statuscompetitiepatroon, dus als iemand die wil overheersen en onderdrukken.
Dat roept natuurlijk de vraag op naar de voorwaarden waaronder een heerser zich niet als tiran, maar als een vader over zijn kinderen of als een herder over zijn schapen zal gedragen. Er van afgezien in hoeverre vorsten dat destijds echt deden, zou je wel kunnen zeggen dat de kans op zulk vaderlijk of herderlijk gedrag werd vergroot door het erfelijk koningschap.
Het is immers juist het feit van die erfelijkheid die het element van statuscompetitie om de macht verdrijft. Wie het koningschap bekleedt is onomstreden: de erfelijke opvolger. Er is niet een strijd om de macht aan voorafgegaan. Waarin degene die er het meest op uit was om de macht uit te oefenen en te overheersen en onderdrukken zijn tegenstanders onschadelijk heeft gemaakt. En zich dan kan gedragen zoals hij altijd al beoogde te doen: als een tiran.
Wat ook weer niet uitsloot dat een erfelijk opvolger zich tot een tiran ontpopt. Vandaar dat Plakkaat van Verlatinge, dat op de dag van vandaag in 1581 werd ondertekend. Waarmee een begin werd gemaakt met de ontwikkeling tot het constitutioneel koningschap en uiteindelijk de democratie.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten