Dat religies ontstonden tijdens de opkomst van de agrarische samenlevingen, toen de fragmentatie van de gemeenschapsnetwerken van de Paleo Sociale Omgeving een aanvang nam, doet vermoeden dat het geloof in God een substituut is voor werkelijke sociale relaties. De opkomst van de landbouw bracht bezit en ongelijkheid met zich mee, waardoor statuscompetitie werd aangewakkerd. Mede daardoor nam de stabiliteit van sociale netwerken af en nam de kans op eenzaamheid toe.
Dat komt er mee overeen dat gelovigen vaak een persoonlijke relatie met God ervaren. Zoals veel kinderen een persoonlijke relatie met een imaginair vriendje ervaren. Denk ook aan Calvin en Hobbes. Dat zo'n imaginaire persoonlijke relatie met God ook echt een substituut is voor echte sociale relaties konden we al opmaken uit het gegeven dat het stilstaan bij je eigen sterfelijkheid, dus bij de absolute eenzaamheid van de dood, het geloof in God, en dan vooral de "eigen" God, versterkt. Zie Van stilstaan bij de dood worden gelovigen nog geloviger. En wijzen ze andere geloven sterker af.
Maar daar zijn nu aanwijzingen bijgekomen. De studie A Relationship With God? Connecting with the Divine to Assuage Fears of Interpersonal Rejection (betaalpoort) laat zien dat mensen die een bezorgdheid ervoeren over de relatie met hun naasten, zich meer met God verbonden voelden. Die bezorgdheid over de relatie met naasten werd in het onderzoek opgewekt door de proefpersonen er over te informeren dat de meeste mensen geheimen hebben die ze niet met hun naasten delen, maar dat die uiteindelijk vaak aan het licht komen en dan problemen in de relatie veroorzaken. Die informatie maakte dus dat men zich inniger met God verbonden ging voelen.
Zou dat dan ook andersom werken? Ja, dat bleek het geval te zijn. Een deel van de proefpersonen werd er over geïnformeerd dat mensen in hun relatie met God soms zaken verborgen proberen te houden omdat ze vrezen dat die God niet welgevallig zouden zijn. Waarna hen gevraagd werd om aan te geven wat zulke geheimen wat henzelf betreft zouden kunnen zijn. Deze proefpersonen gaven daarna aan zich inniger verbonden te voelen met hun partner, inniger dan de andere proefpersonen.
Kortom, het lijkt er op dat we God hebben uitgevonden als een substituut voor echte persoonlijke relaties. Misschien komt dat bekend voor uit eigen ervaringen of wat je meemaakt van anderen. Ik denk aan sommige van mijn (onkerkelijke) familieleden van een vorige generatie die na de Tweede Wereldoorlog emigreerden en in de nieuwe, vreemde omgeving waar ze niemand kenden, zich bij een kerkgenootschap aansloten en luchtpostbrieven gingen schrijven met veel Bijbelcitaten.
Blijft natuurlijk de vraag of het echt die persoonlijke relatie met God is die een substituut is. Want het kan ook zijn dat je nieuwe echte sociale relaties opdoet door je bij een geloofsgemeenschap aan te sluiten. En de aanwijzingen zijn sterk dat het die echte contacten zijn die maken dat je je beter voelt, en zelfs langer leeft, dan die imaginaire persoonlijke relatie met God. Zie Geloof is goed voor je, maar dat komt uitsluitend door de sociale contacten.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten