Uiteraard is daarin aandacht voor de concentratie van de horeca in de binnenstad, waardoor daar de leefbaarheid voor bewoners in gevaar komt. Maar de tegenhanger daarvan is dat de wijken vaak alleen maar woonbuurten zijn. En juist daar zouden meer horecagelegenheden de belangrijke sociale functie van ontmoetingsplekken kunnen vervullen.
De gemeente ziet dat probleem en wil er wat aan doen. Dat betekent dat er in het Ontwikkelingskader een "Profiel Wijkhoreca" is toegevoegd. Daarover is te lezen:
Met dit profiel wordt de wijkfunctie versterkt. Utrechters kunnen in hun eigen wijk een hapje eten, in hoekpanden, losstaande panden of panden die grenzen aan andere retailpanden die geen woningen zijn, indien dit past bij de leefbaarheid in de omgeving. Buurtgenoten komen elkaar daar tegen. Dit draagt bij aan de sociale cohesie in de wijk. Voor ouderen kan een kopje koffie in de wijk reden zijn om er even uit te gaan. En een open, naar buiten-gerichte en gastvrije onderneming zorgt voor meer sociale controle en toezicht op straat.Prima. Want we weten dat processen van schaalvergroting, ruimtelijke concentratie en functiescheiding (wonen - werken - winkelen) woonbuurten hebben gecreëerd zonder ontmoetingsplekken. En dat zou heel goed te maken kunnen hebben met de toename van eenzaamheid. Zie Steeds minder ontmoetingsplekken door schaalvergroting en ruimtelijke concentratie en De onvervulde behoefte aan ontmoetingsplekken en sociale contacten.
Hoe krijgen we meer horeca in de wijken? In dat Ontwikkelingskader lees je daarover:
Uit eten en drinken in de wijk is een trend die de afgelopen jaren sterk in opkomst is en dat ook de komende jaren zal zijn. De sociale functie die een horecagelegenheid in de wijk kan hebben, speelt daarbij een belangrijke rol. De relatie en verbondenheid met de bewoners in de wijk is dan ook van groot belang - het grootste gedeelte van de gasten komen dan ook uit de eigen wijk. Ook kan horeca de leegstand van andere retailpanden (detailhandel, diensten) tegen gaan.
Tegelijk heeft het vestigen van horeca in de wijken vaak veel voeten in de aarde, vooral als het om horeca D1 gaat. Deze horecacategorie biedt onbeperkte openingstijden en dat kan tot hinder leiden. Dit leidt bij de vergunningaanvraag voor nieuwe locaties tot veel discussie en vaak tot verhindering van de komst van een restaurant in de wijk. En dit terwijl er een algemeen besef is dat de nachtelijke openstelling voor restaurants niet of zelden voorkomen.
Anderzijds geldt voor de D2 horecacategorie de winkelsluitingstijd van 22.00. Dit betekent dat de gasten dan ook daadwerkelijk het horecapand moeten hebben verlaten. Vaak biedt dit de ondernemer net te weinig tijd om 's avonds nog een maaltijd te kunnen serveren. Voor de buurtfunctie en een goede bedrijfsvoering is dit wel gewenst.
Om tegemoet te komen aan zowel de bezwaren van wijkbewoners bij nieuwe D1 horecalocaties enerzijds en te vroege sluitingstijden van de daghoreca D2 anderzijds, is een nieuwe categorie D3 toegevoegd waarbij de horecagelegenheid tot 23.00 uur open kan blijven.Dat lijkt een prima en concrete stap in de goede richting.
Alleen, je vraagt je af, want zo ingewikkeld is die stap niet, had dit niet veel eerder kunnen worden bedacht?
Want dat voornemen om te zorgen voor meer horeca in de wijken, dat was er ook al in 2012. Toen schreef ik daarover het bericht Meer horeca, en dus ontmoetingsplekken, in de wijken - gemeente Utrecht.
Moest daar nu zo nodig vijf jaar over worden nagedacht?
1 opmerking:
Tja............. van D1 naar D3 is een heeeeele grooooote verandering ;-). Kost vijf jaar bedenktijd, levert 1 uur extra op en ja, ja een profiel voor wijkhoreca!!! Lang leven Utreg.
Renate Janssen
Een reactie posten