We zagen in deze reeks berichten al dat de democratie, als de poging om de oeroude gemeenschapsintuïties vorm te geven op het niveau van de nationale staat, het moeilijk heeft als de verschillen tussen arm en rijk al te groot worden. Zie het vorige bericht Hoe het Amerikaanse Grote Geld zich verdedigt tegen de democratie. De rijken hebben de neiging om hun rijkdom te gaan zien als uitkomst van hun eigen uitzonderlijke talenten en prestaties en dat maakt het hen gemakkelijker om de democratie, waarin elke stem immers even zwaar telt, te zien als een bedreiging van hun positie.
Dat betekent dat de democratie moet zien te voorkomen dat de ongelijkheid uit de hand loopt. Of, mocht dat al gebeurd zijn, te voorkomen dat de rijken in staat worden gesteld om de democratie te kapen. Dat wil zeggen, met hun financiële middelen volksvertegenwoordigers ertoe brengen om voor hen gunstige beslissingen te nemen. Zoals het verlagen van de toptarieven in de inkomstenbelasting of het vergemakkelijken van belastingontwijking. In het geval van een waakzame democratie is zulk gedrag illegaal en noemen we het omkoping en corruptie.
Maar het Grote Geld kan het ook voor elkaar hebben gekregen, zoals in de Verenigde Staten, dat het "kopen" van gunstige democratische besluiten is gelegaliseerd. Oftewel door middel van giften aan volksvertegenwoordigers, oftewel door met veel geld de publieke opinie te beïnvloeden (de Super PACs).
Uit de studie The Party or the Purse? Unequal Representation in the US Senate blijkt nu dat de invloed van het Grote geld op de democratische besluitvorming aanzienlijk is. Zie ook het bericht in The Economist: Is Congress rigged in favour of the rich?
De onderzoekers keken naar 49 besluiten in de Amerikaanse Senaat tussen 2001 en 2015 en legden die naast publieke opiniepeilingen. In de gevallen dat de opinies van arm en rijk tegenover elkaar staan, is de uitkomst in 63 procent daarvan in overeenstemming met de opinie van de rijken. (Bedenk dat Trump toen nog niet door de rijken, Amerikaanse en Russische, aan de macht was gebracht.)
Maar opvallend is het grote verschil tussen Democratische en Republikeinse Senatoren. Want het percentage voor de Democraten is 35 procent en voor de Republikeinen 86 procent. Dat verschil wordt door The Economist fraai in beeld gebracht, maar ik neem aan dat ik dat plaatje niet zomaar mag overnemen.
Er kan dus in een democratie een politieke partij tot ontwikkeling komen die het ronduit en onbeschaamd als zijn opdracht ziet om de belangen van de rijken te beschermen.
Dat illustreert het inzicht dat democratie en grote ongelijkheid niet samen gaan.
2 opmerkingen:
I gotta bookmark this website it seems extremely helpful very useful. Thanks for sharing.
Prima artikel wederom.
Een reactie posten