Van de twee evenwichten waar het sociale leven in terecht kan komen, valt het gemeenschapsevenwicht naar welzijn te prefereren boven het statuscompetitie-evenwicht. Zie het bericht Hoe kan de sociologie een maatschappelijk belangrijker vak worden? En over wat de Dual Mode-theorie te bieden heeft - deel 3 voor een overzicht van aanwijzingen.
Dat laat buiten beschouwing dat het statuscompetitie-evenwicht in twee varianten kan bestaan, doordat de strijd om status wel of niet kan resulteren in een stabiele statushiërarchie. Als de statushiërarchie instabiel is, dan hebben we te maken met een manifeste statuscompetitie. Iedereen staat in de competitiestand.
Maar het kan ook zijn dat de competitie geresulteerd is in een stabiele statushiërarchie: er zijn winnaars die de verliezers onder de duim kunnen houden. Sterker, de verliezers hebben zich bij hun nederlaag en dus bij de heersende verhoudingen neergelegd.
De statuscompetitie is dan latent. Hij kan weer oplaaien, als reactie op bepaalde veranderingen. Denk aan de overgang van de stabiele statushiërarchie van het feodalisme naar de kapitalistische klassenstrijd, die in gang werd gezet door de Industriële Revolutie in de achttiende en negentiende eeuw. Die versterkte de positie van de arbeiders, doordat technologische vooruitgang de prijs van de arbeid deed toenemen.
Wat maakt het voor mensen uit of de statuscompetitie manifest is of latent? Daar valt het een en ander over te zeggen op basis van het onderzoek naar het stressniveau van het hebben van hoge of lage status en van instabiliteit van status. De studie Neuroendocrine and Cardiovascular Responses to Shifting Status geeft van dat onderzoek een overzicht.
We kennen al de negatieve gezondheidseffecten van een lage sociaal-economische status, die met verhoogde stress samenhangen Zie het bericht Lage sociaaleconomische status verlaagt levensverwachting fors, nog los van andere risicofactoren. Daarmee komt overeen dat het hebben van een hoge status in een stabiele statushiërarchie samengaat met lagere stressniveau's, gemeten aan cortisol en cardiovasculaire indicatoren.
Maar als de statushiërarchie instabiel wordt, voelen juist degenen met hoge status zich bedreigd. Hun stressniveau neemt toe, gemeten aan cortisol en testosteron. Terwijl tegelijk degenen met lage status juist een gunstig stressniveau kennen, dat samengaat met het ervaren van kansen op verbetering. Zie de eerder verschenen studie Unstable power threatens the powerful and challenges the powerless: evidence from cardiovascular markers of motivation.
De negatieve welzijnseffecten van het statuscompetitie-evenwicht zijn dus te differentiëren naar de mate van manifeste dan wel latente statuscompetitie. En daar staat tegenover dat de positieve welzijnseffecten van het gemeenschapsevenwicht zich voor iedereen voordoen.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten