dinsdag 15 december 2020

Door anderen te vertrouwen creëer je voor hen een veilige sociale omgeving, die ook weer vertrouwen uitlokt

We zagen al allerlei aanwijzingen voor Stelling 2 van de Dual Mode-theorie, die inhoudt dat mensen gemakkelijk met gemeenschapsgedrag reageren als ze dat gedrag bij anderen waarnemen. Pro-sociaal gedrag is besmettelijk, zoals trouwens statuscompetitiegedrag dat ook is. Ik noemde die aanwijzingen in de paragraaf Het belang van de sociale omgeving (Stelling 2) van Een sociologie die ertoe doet: een realistisch normatief kader voor sociale hervormingen. Dat mensen zo reageren is begrijpelijk, want gemeenschapsgedrag van anderen schept een sociaal veilige omgeving en als de sociale kust veilig is, dan zijn mensen maar al te graag bereid om met anderen rekening te houden en anderen bij te staan.

Het verschijnen van de studie Trust Does Beget Trustworthiness and Also Begets Trust in Others maakt het mogelijk om daar een aanwijzing aan toe te voegen. Daarin gaat het over het stellen van vertrouwen in anderen en het wel of niet beschamen van dat vertrouwen. Dat gebeurt met het vertrouwensspel, dat in 1995 werd geïntroduceerd in de veel geciteerde studie Trust, Reciprocity, and Social History van Joyce Berg, John Dickhaut en Kevin McCabe. 

In dat spel mag speler A een bedrag verdelen over hemzelf en een anonieme andere persoon (B). Daarna wordt het aan B toegewezen deel van het bedrag verdrievoudigd en kiest B welk deel daarvan hij wil toekennen aan A. Hoe hoger het vertrouwen dat A in B heeft, hoe meer hij aan B zal toekennen. Als B dat vertrouwen waarmaakt, dan zal hij het verdrievoudigde bedrag eerlijk met A delen. Maar hij kan het vertrouwen van A ook beschamen en alles of het meeste voor zichzelf houden. 

Bedenk dat als B zou handelen volgens de rationele keuzetheorie, hij alles voor zichzelf zou houden. En dat A volgens diezelfde theorie dat gedrag zou verwachten en dus het hele beginbedrag voor zichzelf zou houden. Niet een optimale uitkomst, want B ontvangt niets en A minder dan hij zou ontvangen als hij B had vertrouwd en B dat vertrouwen niet had beschaamd.

Er is met dat vertrouwensspel al veel onderzoek gedaan en daaruit komen vrijwel over de hele linie weerleggingen van die rationele keuzetheorie naar voren. Mensen zijn vaak bereid een anonieme andere persoon te vertrouwen en zijn ook vaak bereid om het in hen gestelde vertrouwen niet te beschamen.

Dat "vertrouwensgedrag" behoort natuurlijk tot het gemeenschapsgedrag, tot gedrag zoals in een gemeenschap. Die gemeenschap is immers die veilige sociale omgeving waarin we met elkaar rekening houden en elkaar ondersteunen. En waar we elkaar dus kunnen vertrouwen.

Als persoon A de anonieme andere persoon B vertrouwt, wat dus in onderzoek vaak het geval is, wil dat zeggen dat hij bereid is om een onbekende andere als iemand te beschouwen die tot "de gemeenschap" behoort. Zoals de gemeenschap van alle mensen. Dat wordt ook wel generalized trust genoemd of vertrouwen in mensen in het algemeen. Zie het bericht Meer omgang met vrienden, familie en buren vergroot het algemene vertrouwen in anderen

Wat A dus in dat geval doet, is dat hij voor B een veilige sociale omgeving schept. Hij gedraag zich als in een gemeenschap.

Dat gemeenschapsgedrag van A blijkt voor een deel voort te komen uit het in B gestelde vertrouwen, maar voor een ander deel ook uit goedaardigheid, dus uit de bereidheid iets aan iemand anders af te staan. Dat inzicht komt voort uit het onderzoek waarin mensen naast het vertrouwensspel ook het Dictatorspel spelen. Daarin zagen we immers dat mensen ook bereid zijn om van een bedrag een deel aan iemand anders af te staan, ook zonder dat er een verwachting van wederkerigheid in het spel kan zijn. Uit dat onderzoek blijkt dat wat mensen in het vertrouwensspel aan B afstaan, de "optelsom" is van hun goedaardigheid en hun vertrouwen in B. Zie How to identify trust and reciprocity. Een ander woord voor die optelsom is: gemeenschapsgedrag.

Hoe reageert B op die veilige sociale omgeving die A voor hem creëert? Door het verdrievoudigde van A ontvangen bedrag vervolgens met A eerlijk te delen. Dat wil zeggen, dat gemeenschapsgedrag komt in het onderzoek verreweg het meest voor. Als mensen een signaal krijgen van een veilige sociale omgeving, door het gemeenschapsgedrag van anderen, dan zijn ze ook zelf graag bereid tot datzelfde gemeenschapsgedrag. 

Maar daar komt nog iets bij. Want de onderzoekers van die studie Trust Does Beget Trustworthiness and Also Begets Trust in Others hadden iets bedacht dat nog niet eerder was gedaan. Ze lieten degenen die als speler B hadden gespeeld, in een tweede spel optreden als de speler A. Om na te gaan wat het effect zou zijn van het in het eerste spel wel of niet vertrouwd zijn geweest op het gedrag in het tweede spel. 

En wat bleek? Degenen waarin in het eerste spel vertrouwen was gesteld, waren in het tweede spel meer bereid om zelf ook vertrouwen in de ander te hebben. Het in hen gestelde vertrouwen had iets bijgedragen aan hun beeld van een sociaal veilige wereld. Waardoor ze in het tweede spel ook meer vertrouwen voor de ander konden opbrengen dan wanneer ze dat in hen gestelde vertrouwen niet hadden ervaren.

Dat alles is dus geheel in overeenstemming met Stelling 2 van de Dual Mode-theorie. Gemeenschapsgedrag schept sociale veiligheid. En sociale veiligheid lokt gemeenschapsgedrag uit. En zo komt een gemeenschapsevenwicht dichterbij.

Geen opmerkingen: