Eergisteravond gebeurde het: we gingen weer naar een concert. Het Van Baerle Trio (Maria Milstein, viool, Hannes Minnaar, piano en Gideon den Harder, cello) traden op in de Grote Zaal van TivoliVredenburg. Na de pauze speelden ze het Tweede Pianotrio van Franz Schubert. Een van de composities, "een aantal van de grootste juwelen uit de muziekgeschiedenis" (Paul Janssen in het programmaboekje), die hij in de laatste twee jaren van zijn korte leven componeerde.
Schubert moet lang voor zijn overlijden op zijn eenendertigste, toen hij syfilis opliep, al geweten hebben dat hij niet lang zou leven. Zijn uiteindelijke doodsoorzaak kan zowel syfilis geweest zijn als de vreselijke, toen gebruikelijke, kwikbehandeling die hij onderging. We weten niet wat voor muziek hij gecomponeerd zou hebben als hij niet van die naderende dood had geweten. Ook weten we niet wat hij allemaal gecomponeerd zou hebben als hij langer geleefd zou hebben.
Dat wij mensen als enige diersoort kunst tot stand brengen, zou er mee te maken kunnen hebben dat wij ook als enige diersoort zelfbewustzijn combineren met het besef.van onze sterfelijkheid. Maar dat laatste is nog iets anders dan het op jonge leeftijd beseffen dat de dood niet ver weg is.
Hoe dan ook, in dat pianotrio lijkt Schubert de tragiek daarvan uit te drukken, de combinatie van het vieren van het leven en de onvermijdelijkheid van het naderend einde.
Het Van Baerle Trio gaf een prachtige uitvoering. Maar deze uit 2009 is ook wel heel mooi. Kristian Bezuidenhout, fortepiano, Viktoria Mullova, viool en Pieter Wispelwey, cello. Hannes Minnar speelde geweldig, maar er is iets te zeggen voor de fortepiano. (Je kunt ook zomaar terug naar 1935, naar de uitvoering door de broers Adolf en Hermann Busch en Rudolf Serkin. Prachtig!)
Geen opmerkingen:
Een reactie posten