dinsdag 23 januari 2024

Als Erich Fromm (1900 - 1980) nog geleefd zou hebben, dan zou hij zich gebogen hebben over de kwaadaardige narcisten van nu

Kwaadaardige narcisten hebben een extreem verwrongen wereldbeeld. Hun narcisme maakt dat ze zich altijd onveilig voelen, want wat ze denken absoluut nodig te hebben, universele bevestiging van hun megalomane zelfbewondering, ligt niet binnen hun bereik. Doordat veel mensen hun narcisme, althans aanvankelijk, slecht doorzien, weten ze tijdelijk een schare van bewonderaars aan zich te binden. Maar het bestaan van alle anderen is voor de narcist een bron van ongenoegen en onzekerheid. En de kwaadaardigheid maakt dat hij die anderen ziet als vijanden, die uit de weg zouden moeten worden geruimd. 

Het wereldbeeld van de kwaadaardige narcist is er dus een van fundamentele onveiligheid. Waar altijd een obsessie met vijanden uit voortkomt. We herkennen natuurlijk dat wereldbeeld als een extreme uitingsvorm van het statuscompetitiepatroon.

Kwaadaardig narcisme behoort dus tot de mogelijkheden van de menselijke sociale natuur en is dus van alle tijden. De term werd in 1964 geïntroduceerd door Erich Fromm in The Heart of Man: Its Genius for Good and Evil. Fromm baseert zich daar mede op zijn ervaringen in zijn psychiatrische praktijk. Op p. 75-77 lezen we dat de narcist zich altijd bedreigd weet door depressieve gevoelens die zouden kunnen opduiken als hij zou moeten toegeven dat zijn zelfbewondering niet realistisch is. Die strijd tegen de depressie kan hem in een psychose brengen. Een oplossing daarvoor is een partner te vinden die hem onvoorwaardelijk bewondert. Een folie à deux, waarop sommige huwelijken en vriendschappen berusten. 

Maar een tweede oplossing bestaat eruit dat de narcist als een publieke figuur de altijd dreigende psychose probeert voor te zijn "by gaining the acclaim and consensus of millions of people."

The best-known example for this latter case is Hitler. Here was an extremely narcissistic person who probably could have suffered a manifest psychosis had he not succeeded in making millions believe in his own self-image, take his grandiose fantasies regarding the millenium of the "Third Reich" seriously, and even transforming reality in such a way that it seemed proved to his followers that he was right. (After he had failed he had to kill himself, since otherwise the collapse of his narcissistic self-image would have been truly unbearable.)

Waarna Fromm uitlegt hoe zulke publieke figuren, naast Hitler noemt hij Caligula, Nero en Stalin als voorbeelden, erin kunnen slagen om zoveel bewonderaars te trekken. Juist door hun gekte ("insanity") zijn ze succesvol:

It gives them that certainty and freedon from doubt which is so impressive to the average person.

Dat is precies de overtuigingskracht die, helaas, met narcisme verbonden is en waar ik het eerder over had in De combinatie van incompetentie en overtuigingskracht van de narcistische leider - En over Hitler en Trump. Ik had toen al het vermoeden dat dat verband eerder moet zijn opgemerkt. Erich Fromm is nagenoeg vergeten, maar dat is zeer onterecht.

En dan komen we bij dat kwaadaardig narcisme. Narcisme kan volgens Fromm goedaardig van aard zijn, namelijk als het aanzet tot inspanningen tot het leveren van creatieve prestaties. Dan wordt het narcisme in toom gehouden door de confrontatie met de werkelijkheid en met het inzicht dat inspanningen nodig zijn.

 Dat is niet het geval met het kwaadaardig narcisme, want in dat geval is de persoon zo met zichzelf ingenomen dat hij het idee dat hij zich zou moeten inspannen onverdraaglijk is. Hij is geniaal om wie hij is, niet om wat hij doet. 

En precies dat maakt dat de kwaadaardige narcist ongeremd is in zijn obsessie met bewonderd worden. Als het kan, door miljoenen, door "het volk". Want zonder die bevestiging blijft er van dat megalomane zelfbeeld niets over en dan dreigen de psychose en de depressie. 

En ongeremd in zijn obsessie met "vijanden", die "uit de weg geruimd moeten worden". Waardoor die kwaadaardige narcist zo buitengewoon gevaarlijk is.

Als Erich Fromm (1900 - 1980) nu nog geleefd zou hebben, zou hij zich ongetwijfeld bezig hebben gehouden met de kwaadaardige narcisten van deze tijd. Zoals met Donald Trump. En met andere rechts-extremisten die we dagelijks in het nieuws tegenkomen.

1 opmerking:

Bauke de Wreede zei

Dag Henk, je hebt weer een treffend citaat bij Fromm gevonden. In die paar blz. waar je naar verwijst zet Fromm Aldi’s hooghartigheid van de wetenschappers op zijn plaats.
Deze blog inspireerde mij om het laatste boek van Fromm weer even op te pakken. De anatomie van de menselijke destructiviteit. Ik ben er in 2017 in blijven hangen omdat ik me eigenlijk niet bezig wil houden met zoveel negatieve invloeden. In hst 18 behandelt hij Goedaardige Agressie.
Op blz. 190 gaat het over defensieve agressie die over een ingebouwde reactie op bedreigingen van levensbelangen gaat.
Na een halve pagina komt hij ik citeer: uit op de voorwaardenom hetgroepsnarcisme te verminderen. Dan zullen de armoede, de eentonigheid, de gevoelens van zinloosheid die heersen onder de brede lagen van de bevolking moeten verdwijnen. Dit is niet te bereiken eenvoudig door verbetering van de materiële voorwaarden, maar alleen door drastische veranderingen van de sociale organisatie; deze moet niet gericht zijn op overheersing, eigendom en macht maar op leven, niet op hebben en houden maar op zijn en delen. Eind citaat.
Mijn conclusie is wel eenvoudig. We moeten af van de status competitieve samenleving.