vrijdag 7 maart 2025

Een sociaalwetenschappelijk zicht op het fenomeen van de foute leider - 28 - De impopulariteit van de foute leider en zijn helpers

Een foute leider heeft niets op met het iedereen-telt-mee van het gemeenschapspatroon en van de democratie. Zijn gedrag staat geheel in het teken van het ieder-voor-zich van het statuscompetitiepatroon. Hoe slaagt hij (of zij) er dan soms toch in om in een (nog) functionerende democratie, dus middels verkiezingen, aan de macht te komen? 

In ieder geval altijd door de kiezers een rad voor ogen te draaien, dus door zijn ware bedoelingen zoveel mogelijk te verbergen. Hij presenteert zich als de redder in nood, als de leider met zulke bijzondere gaven dat hij als enige de problemen die de kiezers ervaren, kan oplossen. Zijn verkiezingscampagne is er altijd een van desinformatie, van leugens die als ze maar groot genoeg zijn en vaak genoeg herhaald worden, voor waarheden worden aangezien. Zie aflevering 17 (Vijanden aanwijzen die er niet zijn. De weg van de desinformatie) en 18 (Desinformatie en het Grote Geld). Daarbij wordt hij sterk geholpen als die kiezers inderdaad in nood verkeren, dus als de zittende politici een neoliberaal economisch beleid hebben gevoerd dat de bestaansonzekerheid onder de bevolking heeft vergroot. Denk aan Waardoor werd de PVV zo groot?

Maar daarnaast kan de foute leider ook altijd rekenen op steun van anderen die evenmin iets op hebben met de democratie. Die net als de foute leider handelen vanuit de overtuiging dat zij beter af zullen zijn in een toestand van het ieder-voor-zich, omdat ze verwachten in de statuscompetitie succesvol te zullen zijn. Ze zijn op de een of andere manier in een wereldbeeld van gevaar en vijandigheid verzeild geraakt, zien dus de statuscompetitie als onvermijdelijk en "natuurlijk" en schatten hun eigen vermogens zo in dat ze in de strijd van het ieder-voor-zich posities aan de top kunnen bereiken, waarin ze op anderen kunnen neerkijken en anderen kunnen overheersen. 

Net zo als de foute leider zien ze dit als de enige weg naar de sociale veiligheid die voor hen open ligt. Het sociaalwetenschappelijke inzicht dat het iedereen-telt-mee van de gemeenschapstoestand naar sociale veiligheid en dus welzijn voor iedereen beter zou zijn, ook voor henzelf, is hen volledig vreemd. Dat heeft te maken met hun eigen geschiedenis, want ze zijn opgegroeid in een sociaal onveilige wereld. En het heeft er mee te maken dat de sociale wetenschap tot nu toe veel te weinig de taak op zich heeft genomen om dat inzicht uit te dragen en te verspreiden.

In het geval van de foute leider Donald Trump wijst Quinn Slobodian drie politieke groepen (strains of politics) aan die zich bij Trump hebben aangesloten en hem ondersteunen: Speed up the breakdown. Het gaat om drie groepen die niet eerder zo dicht bij de macht zijn geweest:

Those projects come from different but related places: the Wall Street–Silicon Valley nexus of distressed debt and startup culture; anti–New Deal conservative think tanks; and the extremely online world of anarchocapitalism and right-wing accelerationism. Within the new administration, each strain is striving to realize its desired outcome. The first wants a sleek state that narrowly seeks to maximize returns on investment; the second a shackled state unable to promote social justice; and the third, most dramatically, a shattered state that cedes governing authority to competing projects of decentralized private rule.

Die eerste groep is afkomstig uit de Wall-Street - Silicon Valley cultuur van rightsizing en opkopers van noodlijdende schulden. Het is de cultuur van rijk worden door slechte schulden op te kopen, de noodlijdende ondernemingen op te knippen en de nog waardevolle onderdelen, inclusief het onroerend goed en de intellectuele eigendommen, zo snel mogelijk te verkopen en de rest op minimale capaciteit, door massaontslagen, voort te zetten. Elon Musk deed zoiets met Twitter, overigens niet omdat dat een noodlijdend project was, maar omdat hij er andere bedoelingen mee had. De achterliggende gedachte lijkt te zijn dat een ongebreideld streven naar winst en efficiëntie nodig is en dus goed is om te voorkomen dat ondernemingen middelen verspillen. Daar voor zijn opkopers (aasgieren) nodig. 

In die cultuur groeien jonge, geradicaliseerde "management consultants" op en die vinden we terug in de kringen rond Elon Musk. Ze zijn tewerkgesteld in Musks zogenaamde Department of Government Efficiency (DOGE), dat van Donald Trump de opdracht heeft gekregen om de Amerikaanse overheid van alle verspilling en efficiëntie te ontdoen. Want in het wereldbeeld van deze cultuur is de overheid per definitie te groot en verspillend. Vrijwel alles kan beter aan de markt en aan de aasgieren van de markt worden overgelaten. Vrijwel alle overheidsbemoeienis is slecht. De sociale zekerheid trekt alleen maar profiteurs aan. Publieke dienstverlening, onderwijs, wetenschap, gezondheidszorg, infrastructuur, zal alleen efficiënt zijn indien volledig geprivatiseerd. Gesymboliseerd door de kettingzaag in handen van Javier Miley in Argentinië en van Elon Musk in de Verenigde Staten. 

De juridische status van DOGE is overigens uiterst dubieus, sterker, die status is er niet. De overheidsdiensten die worden "doorgelicht" zijn ingesteld door de volksvertegenwoordiging, door de wetgevende macht. Daar proberen Trump en Musk aan voorbij te gaan. Trump wil nog binnen de bestaande scheiding der machten al als alleenheerser te opereren. Vermoedelijk niet als een uitgekiende strategie, maar omdat dat nu eenmaal voortvloeit uit zijn statuscompetitieve drijfveren. Hij verdraagt geen beperkingen. Musk en zijn jonge helpers hebben geen idee wat een overheid eigenlijk inhoudt en gaan te werk alsof het om een noodlijdende onderneming zou gaan. Ze ontslaan in het wilde weg ambtenaren, waarvan ze daarna pas gaan inzien dat die wezenlijke taken vervulden. En moeten hen vervolgens vragen om terug te keren, maar dat lukt in veel gevallen niet, doordat al hun gegevens, zoals hun e-mailadressen, al zijn vernietigd. 

De nog bestaande scheiding der machten zorgt er nu voor dat rechters en zelfs het Hooggerechtshof opdracht geven om door DOGE genomen besluiten terug te draaien. En er ontstaat onrust onder Republikeinse Senatoren en Afgevaardigden, die de confrontatie met hun kiezers vrezen, want ook de Trump-stemmers zijn sterk afhankelijk van allerlei overheidsvoorzieningen. Juist in rode staten, waar Trump gewonnen heeft, zijn veel kiezers afhankelijk van de sociale zekerheid, zoals Medicare en Medicaid. Lees voor de laatste ontwikkelingen de nieuwsbrief van Heather Cox-Richardson van gisteren en More reasons for modest optimism van Robert Reich.

In deze aasgierencultuur bestaat uiteraard alleen het ieder-voor-zich van het statuscompetitiepatroon. De twintigers die door Trump en Musk zijn aangesteld, leven al lang in een bubbel waarin het iedereen-telt-mee van het gemeenschapspatroon onbekend is. Er heerst de morele luchtledigheid die we al kennen van het vak economie. Waarom er een democratische overheid bestaat en hoe die is ingericht, daar hebben Trump en Musk en hun helpers geen benul van.

De tweede groep bestaat uit de mensen en instellingen achter Project 2025, het programma voor Trumps tweede termijn, waarin allerlei rechtse en christelijke denktanks zich hebben verenigd. In hun ogen is de overheid een Deep State, een linkse en marxistische samenzwering van onproductieven, die alleen maar willen profiteren van de inspanningen van anderen. De democratische overheid is in hu ogen niet de oplossing, maar het probleem. De maatschappij hoort de 'natuurlijke" vorm aan te nemen van een statushiërarchie waarin de christelijke witte mannen het voor het zeggen hebben en waarin vrouwen en minderheden een ondergeschikte positie horen in te nemen. Waarin dus geen plaats is voor diversiteitsbeleid. Waarin alleen plaats is voor heteroseksuele mannen en vrouwen.Waarin medische zorg voor transgenders taboe is.

De derde groep tenslotte staat bekend onder de naam right-wing accelerationism. Het gaat om een ongeregelde groep "denkers", die uitdragen dat de democratische overheid zoveel kwaad vertegenwoordigd dat hij in zijn geheel zou moeten vernietigd, tot de grond zou moeten worden afgebroken. Als het nodig is met geweld. Daardoor zou er ruimte ontstaan voor een lappendeken van, ik citeer maar even:

private entities, ideally governed by what one might call technomonarchies. Existing autocratic polities like Dubai serve as rough prototypes for how nations could be dismantled into “a global spiderweb of tens, even hundreds, of thousands of sovereign and independent mini-countries, each governed by its own joint-stock corporation without regard to the residents’ opinions.” These would be decentralized archipelagoes: fortified nodes in a circuitry still linked by finance, trade, and communication. Think of the year 1000 in Middle Europe but with vertical take-off and landing taxis and Starlink internet.

Ook hier ontbreekt het iedereen-telt-mee volledig ("without regard to the residents' opinions"). Een fantasiewereld van ongebreidelde particuliere machtsuitoefening, sociaalwetenschappelijk gezien een wereld van uitsluitend statuscompetitieve drijfveren. 

Wat zien we als we hier sociaalwetenschappelijk naar kijken? We zien een episode van de mensheidsgeschiedenis waarin het conflict tussen het iedereen-telt-mee van het gemeenschapspatroon en het ieder-voor-zich van het statuscompetitiepatroon manifest wordt. Er is een foute leider die de democratie waarin hij zich bevindt, op zijn weg vindt. Op zijn weg naar de alleenheerschappij, waar zonder hij denkt niet te kunnen leven. Hij heeft er een besef van dat hij dat doel niet langs reguliere democratische weg zal kunnen bereiken. Een besef dus dat wat hij nastreeft bij de grote meerderheid van de bevolking niet op instemming kan rekenen. En dat hij de kiezers dus een rad voor ogen moet draaien. Dat is natuurlijk voor hem geen probleem, want list en bedrog behoren tot zijn natuurlijke statuscompetitieve gedrag. Als hij via die weg zijn doel bereikt heeft, zal hij als volgende stap proberen de democratie af te schaffen.

Die foute leider oefent grote aantrekkingskracht uit op anderen bij wie datzelfde statuscompetitiepatroon zo sterk geactiveerd is dat ze het iedereen-telt-mee van de democratie als een bedreiging zien. Ze fantaseren over een wereld van ieder-voor-zich, waarin zij de macht kunnen uitoefenen. Als er een foute leider opstaat die met list en bedrog aan de macht lijkt te kunnen komen, dan zien ze kansen door zich bij hem aan te sluiten en hem te ondersteunen. 

Wat blijft is dat de foute leider en zijn helpers altijd in een minderheidspositie verkeren. Over het algemeen is onder het grootste deel van de bevolking het gemeenschapspatroon meer geactiveerd dan het statuscompetitiepatroon. Een indicator daarvoor is het vertrouwen dat mensen in elkaar hebben. Dat varieert tussen landen. In Nederland is er een meerderheid van ongeveer 60 tot 70 procent die aangeeft dat de meeste mensen zijn te vertrouwen. Zie Hoe staat het er aan het eind van 2024 sociaalwetenschappelijk gezien voor in Nederland? Ik zocht het even op voor de Verenigde Staten en zie dat dat percentage daar tin 1972 nog tegen de 50 procent lag, maar in 2018 gedaald was tot ruim 30 procent. 

Dat laatste geeft natuurlijk te denken. Niettemin blijkt uit opiniepeilingen dat de eerste beleidsdaden van Trump onder de Amerikaanse bevolking niet populair zijn. Zie Many of Trump’s early actions are unpopular, Post-Ipsos poll finds. Aannemende dat Trump zal voortgaan op de ingeslagen weg, omdat hij nu eenmaal niet anders kan, zal die impopulariteit en daarmee het verzet tegen zijn bewind nog wel verder toenemen. Op een of andere manier, in ieder geval bij de volgende verkiezingen in 2026, zal dat enig effect hebben. Anders gezegd, de foute leider loopt altijd vroeg of laat tegen zijn nederlaag aan. 

De vraag is natuurlijk wel hoeveel kwaad hij in de tussentijd kan aanrichten.