zaterdag 10 december 2011

De statushiërarchie van de schoolklas

Eerder schreef ik over de negatieve effecten van statushiërarchie en statuscompetitie. Zie de berichten achter deze labels. Ik kreeg nu een aardig artikel onder ogen over de schoolklas als een groep die meer of minder een statushiërarchie kan zijn. Het artikel is verschenen in het tijdschrift Social Networks en het maakt gebruik van sociale netwerk-theorie. In die theorie wordt de mate waarin een groep een statushiërarchie is, de centraliteit van de groep genoemd. Eenvoudig gezegd: hoe hoger de centraliteit, hoe meer er een persoon is die centraal in het netwerk zit en de hoogste status heeft. En andersom: hoe lager de centraliteit, hoe mee de leden van de groep elkaars gelijken zijn, dus hoe meer de groep egalitair is.

Iedereen heeft in een schoolklas gezeten en dus zijn we allemaal ervaringsdeskundigen. Je kunt je gemakkelijk voorstellen hoe het is om in een klas te zitten met een sterke statushiërarchie, waarin een persoon de informele leider is en iedereen bij die persoon in het gevlei wil komen, of in een egalitaire klas, waarin de leerlingen op gelijke voet met elkaar omgaan. Maar naar de gevolgen van het een of het ander is tot nu toe weinig onderzoek gedaan.

In dit artikel is gekeken naar de gezondheidseffecten, ook op langere termijn. Van bijna 16000 kinderen in Aberdeen in Schotland die in 1962 op school zaten, zijn gegevens bekend over de mate van statushiërarchie in hun schoolklas. Ook zijn gegevens bekend over gedrags- en emotionele problemen die de kinderen in die tijd hadden. En van bijna 7000 van deze kinderen was de door hen zelf gerapporteerde gezondheidstoestand ongeveer veertig jaar later bekend. (Het gaat om gegevens van de Aberdeen Child Development Study).

Het blijkt nu dat kinderen die in 1962 in klassen zaten met een hogere mate van statushiërarchie in die tijd meer last hadden van gedrags- en emotionele problemen. En veertig jaar later was hun gezondheidstoestand (iets) slechter dan degenen die in 1962 in een meer egalitaire klas hadden gezeten, ook als met die gedrags- en emotionele problemen in de statistische analyse rekening werd gehouden. Dat laatste is een aanwijzing, niet meer dan een aanwijzing, dat het op school meer moeten omgaan met de stress van de statushiërarchie, langdurige negatieve gezondheidseffecten heeft.

Geen opmerkingen: