dinsdag 26 november 2013

Peter de Waard over de werkgelegenheidsdoelstelling

Ik ben wel eens onvriendelijk geweest tegen Peter de Waard, columnist economie van de De Volkskrant - en met recht. Maar vandaag is er reden om iets vriendelijker te zijn.

Want De Waard schrijft vandaag het een goed idee te vinden van de Commissie Melkert om als overheid, en als Europese Unie, een werkgelegenheidsdoelstelling te hebben. Naast en evenwaardig aan de doelstelling van een begrotingstekort van maximaal 3 procent. Ik vond dat eerder ook een goed idee.

Ook merkt hij op dat de huidige PvdA vooral bezig is met het terugdringen van het begrotingstekort. En dat dat vreemd is gezien de sociaaldemocratische traditie van het streven naar volledige werkgelegenheid. Ja, wat er met de PvdA aan de hand is, dat snap je niet. Zeker niet als je, met Peter de Waard, bedenkt dat het in China en de Verenigde Staten (de Fed) heel normaal wordt gevonden om een werkgelegenheidsdoelstelling te hebben. Eigenlijk snap je ook niet wat er toch met Europa aan de hand is. Laten we maar even Peter citeren:
In de eurozone zijn nu 19,5 miljoen mensen werkloos. Dat is 12,2 procent van de beroepsbevolking. Maar op de bijeenkomsten van de ministers van financiën in Brussel of Luxemburg staan alleen de begrotingstekorten op de agenda - niet die werkloosheid. Die blijft maar oplopen: dit jaar komen er in de eurozone één miljoen bij.
Goed gezegd.

Maar toch ook nog wat kritiek. Want waarom moet Peter nu de doelstelling van de volledige werkgelegenheid (in plaats van maximaal 5 procent) een utopie noemen? Er is niets utopisch (of socialistisch) aan die doelstelling. Hij behoorde ooit tot het algemeen gangbare rijtje van doelstellingen voor de economische politiek, naast een stabiel prijspeil, evenwicht op de betalingsbalans, een bevredigend percentage van (selectieve) economische groei en een redelijke inkomensverdeling. Totdat de politieke elite zich liet bekeren tot het buitenissige idee dat het uitsluitend hoort te gaan over begrotingsevenwicht en een stabiel prijspeil. Over utopisch gesproken.

En waarom noemt Peter het creëren van banen via groei goedschiks en via stimulering ("desnoods") kwaadschiks? Dat doet vermoeden dat hij geen oog heeft voor de mogelijkheid dat stimulering van de vraag nodig is voor de economische groei. Het is, laten we zeggen, een raadselachtige passage.

Geen opmerkingen: