dinsdag 18 april 2017

Door slechte media hebben we slecht geïnformeerde kiezers die slecht geïnformeerde leiders kiezen

De Verenigde Staten hebben met Donald Trump een president aan de macht die om verschillende redenen voor dat ambt ongeschikt is. In ieder geval een van die redenen is dat hij meestal niet weet waarover hij praat. Hij voerde campagne met een eenvoudig wereldbeeld, door Matthew Yglesias (Donald Trump’s big problem is he doesn’t know what he’s talking about) omschreven als
Trump’s basic worldview, as articulated on the campaign trail, was that all the major dilemmas of American public policy had easy solutions. The reason the problems had not been solved already was that America’s political leaders were too stupid, too corrupt, or too “politically correct” to solve them.
This is a reasonably widespread view of things among the mass public, but as Trump has been discovering since taking office, it’s not true.
Nu hij in de positie terecht is gekomen waarin hij niet kan volstaan met praten en tweeten, ontdekt hij dat de wereld anders en ingewikkelder in elkaar zit. Yglesias noemt drie in het oog springende voorbeelden van zulke ontdekkingen:
Als hij wat minder onsympathiek was geweest, zou je de naïviteit, die maakt dat hij meestal het standpunt inneemt van zijn laatste gesprekspartner, nog wel ontwapenend kunnen vinden.

Maar hoe dan ook, het is natuurlijk verbijsterend dat iemand die zo overduidelijk van niets weet door kiezers in het zadel kan worden gehesen.

Toch is dat verschijnsel niet uniek. Want ook in Europa, en dus ook in Nederland, hebben we leiders aan de macht die slecht geïnformeerd zijn over hoe je op een economische crisis moet reageren en over hoe je een muntunie moet organiseren. Vandaar dat ik verzuchtte dat we in Europa een sekte aan de macht hebben: Als je door een sekte geregeerd wordt, dan loopt dat niet goed af.

En in Groot-Brittannië hebben slecht geïnformeerde kiezers een regering aan de macht gebracht die met Brexit een beleid uitvoert dat niet kan waarmaken wat de Brexiteers beloofden en dat slecht voor het land zal uitpakken.

Als je bedenkt dat slecht geïnformeerde leiders zijn gekozen door slecht geïnformeerde kiezers, dan vraag je je af hoe het komt dat kiezers zo slecht geïnformeerd zijn.

En dan kom je onvermijdelijk terecht bij de rol van de media. Wat zich dan wel erg opdringt, is dat die hun werk slecht doen. De Brits-Amerikaanse journalist Harold Evans heeft het daarover in het interview dat vorige week verscheen: ‘Slechte journalisten hebben Trump groot gemaakt’:
Harold Evans wil op een warme lentemiddag praten over de beroerde staat van zijn vak. Slechte journalistiek, zegt hij, heeft Donald Trump groot gemaakt. Slechte journalistiek heeft de Brexit in gang gezet. „It stinks. De Angelsaksische journalistiek is gecorrumpeerd door geld en machtshonger. De pers dient een politiek doel, of het commerciële belang van de eigenaren. Het publieke belang is ondergeschikt gemaakt. Ik heb het zelf zien veranderen. Ik ben geen journalist geworden om rijk te worden.”
In dezelfde richting beklaagt de Engelse macro-econoom Simon Wren-Lewis zich al langer over de Britse media, de tabloids en de BBC. Hier lees je de laatste aflevering: When journalism becomes propaganda.

En, o ja, lees vooral ook Jesse Frederik over de "de alternatieve werkelijkheid waarin Nederlandse politici en journalisten zijn terechtgekomen" waarin Jeroen Dijsselbloem als de redder (in plaats van als de slager) van Griekenland wordt beschouwd: Als je nog steeds denkt dat Jeroen Dijsselbloem Griekenland heeft geholpen, lees dan dit.

Nu is het klagen over de media van alle tijden, maar misschien is er nu toch meer aan de hand. Want het is onderdeel van de neoliberale golf waarin we zijn terechtgekomen om te denken dat je de media kunt overlaten aan de commercie. De markt is overal goed voor en zal er dus ook wel voor zorgen dat de burgers goed worden geïnformeerd over het publieke domein.

Dat is een ernstige misvatting. Media overlaten aan de markt heeft in feite betekend dat de mediamagnaten het heft in handen hebben genomen. En die hebben hun eigen belangen.

En zijn zo machtig geworden dat ze niet alleen de berichtgeving en de politieke commentaren naar hun hand zetten, maar ook rechtstreeks de politici beïnvloeden.

En nog los daarvan, heeft de commercialisering van de media in de hand gewerkt dat er een omvangrijke amusementsindustrie kon ontstaan. Een bijkomend effect daarvan is dat de indruk wordt gewekt dat het ook helemaal niet nodig is om je goed te informeren. Wat weer de ruimte creëerde voor de populist die gemakkelijke oplossingen aandraagt en die de verpersoonlijking is van dat amusement en van de alternatieve feiten.

Aanwijzingen voor de invloed van amusementstelevisie op populistisch stemgedrag komen naar voren uit onderzoek waarover hier gerapporteerd wordt: People who watch entertainment TV are more likely to vote for populist politicians.
Update. Slechte geïnformeerdheid verhoogt niet alleen de kans op slecht geïnformeerde leiders maar meer in het algemeen ook de kans op sociale zeepbellen. Zie Sociale zeepbellen in economie en politiek.

Geen opmerkingen: