We zitten misschien, en hopelijk, in de nadagen van de neoliberale golf die het politieke en economische denken heeft geteisterd. Onderdeel van die golf was dat zoveel mogelijk zaken in de samenleving door middel van het marktmechanisme zouden moeten worden geregeld. En onderdeel daar weer van was de richtlijn die voor ondernemingen moest gelden dat al het handelen gericht moest zijn op winstmaximalisatie ten behoeve van de aandeelhouders. Zoals bepleit door Milton Friedman in 1970: The Social Responsibility of Business Is to Increase Its Profits.
Het mensbeeld daarachter was dat van de Homo economicus, van de mens als rationeel handelend wezen dat zich laat leiden door zoiets als eigenbelang. Die dus niet "afgeleid wordt" door de natuurlijke neiging tot statuscompetitie en de schadelijke kanten daarvan (bedrog, vijandigheid, hebzucht, discriminatie), noch door de natuurlijke neiging tot gemeenschapsgedrag en de schadelijke kanten daarvan (nepotisme, patronage). Als iedereen zich maar rationeel door het eigenbelang zou laten leiden, dan zou dat wonderbaarlijke marktmechanisme er wel voor zorgen dat alles goed komt.
Dat we in de nadagen van dat denken zitten, blijkt eruit dat er pleidooien verschijnen voor een bredere belangenbehartiging door ondernemingen dan alleen die van de eigen aandeelhouders. Want we beginnen door te krijgen dat het met die weldadige werking van de markt nogal tegenvalt. En dat het beter zou zijn om van ondernemingen te verlangen dat ze met meer belangen rekening houden dan die van hun aandeelhouders. Dus ook met die van hun werknemers, hun leveranciers, hun omwonenden, het milieu en de planeet.
Zo was er in oktober dit opiniestuk in de New York Times: Marc Benioff: We Need a New Capitalism. The current system has led to profound inequality. To fix it, we need businesses and executives to value purpose alongside profit. En er is het rapport Principles for Purposeful Business van de British Academy.
Daar komt nu het pleidooi bij van Ard Jan Biemond, Henri Slob en Harry Commandeur dat deze week in ESB verscheen: De bedrijfseconoom moet mee met de tijdsgeest. Met daarin de gedachte dat het mensbeeld van de Homo economicus zou moeten worden vervangen door dat van de Homo dignus, waarin de intrinsieke waardigheid van de mens voorop staat.
Wat me opviel is dat Biemond, Slob en Commandeur zich onder meer ook baseren op het werk van Kenneth Boulding (1910 - 1993). Dat is niet alleen heel terecht, maar het stemt ook tot nadenken over "hoe het allemaal gekomen is".
Want Boulding bepleitte zo rond 1970, toen Milton Friedman zoveel invloed begon te krijgen, een heel andere visie op de economie en op de onderneming. Ik trok even de twee boekje uit de kast die ik eind jaren 70 kocht: Beyond Economics. Essays on Society, Religion and Ethics (1970) en The Economy of Love and Fear (1973). Die nu inderdaad weer heel actueel zijn, of beter, steeds actueel en belangrijk zijn geweest. Alleen: iedereen die er toe deed, liep achter Friedman aan.
Ik ben begonnen er weer in te lezen en te herlezen. Met dank aan Biemond, Slob en Commandeur. En ik kom er in een of meer volgende berichten op terug.
Update. Zie nu het vervolgbericht: Een persoonlijke ideeëngeschiedenis over sociologie en economie. En over een discussie in 1965 tussen Kenneth Boulding en Milton Friedman
Geen opmerkingen:
Een reactie posten