Daarmee zijn we wat Nederlandse componisten betreft een eeuw eerder in de geschiedenis beland dan bij Rosy Wertheim, die in de vorige zondagochtendmuziek voorbij kwam. Van Bree was een van de prominentste Nederlandse componisten van de eerste helft van de negentiende eeuw. Geboren in Amsterdam bracht hij een groot deel van zijn jeugd door in Leeuwarden, waar hij zijn vader bijstond als pianostemmer en begeleider van danslessen. En waar hij muziekleraar was van de kinderen van baron Carel Æmilius Els Collot d'Escury te Minnertsga.
Teruggekeerd in Amsterdam werd hij daar een belangrijk man in het muziekleven. Volgens Wikipedia, waar ik me op baseer, was zijn muziek in zijn tijd nationaal en internationaal bekend, maar heeft het meeste ervan de tand des tijds niet doorstaan.
Dat laatste kan zo zijn, maar vaak keert de waardering voor muziek die eerder was afgeschreven later toch weer terug. Denk aan de opera's van Händel en de symfonieën van Beethoven. En natuurlijk aan alle muziek van Johan Sebastian Bach, die in de negentiende eeuw door Mendelssohn aan de vergetelheid werd ontrukt. Luister hier eens naar Van Bree's Szene für Horn und Orchester, uitgevoerd door Ab Koster en het Noord Nederlands Symfonie Orkest onder leiding van Jürgen Kussmaul.
Maar Van Bree is het bekendst gebleven door dat Allegro voor vier strijkkwartetten. Zo bekend dat ik, hoewel geen muziekkenner, van het bestaan wist en het verschillende keren heb horen uitvoeren. Meestal als radioluisteraar, maar ik heb ook een vage herinnering aan een live uitvoering. Wikipedia noemt het "curieus". Maar dat zal vanwege de bezetting zijn. Want het is gewoon boeiende muziek.
Hier is die uitvoering van vrijdagavond door Janine Jansen and Friends. Een mooi citaat van haar uit dit recente interview in Trouw, dat ook sociaalwetenschappelijk interessant is (denk aan het bericht Kunnen we nog wel onszelf zijn? In een toestand van sociale vluchtigheid is voor authenticiteit zelf-compassie nodig):
Als ik op het podium ben, kan ik altijd mezelf zijn en me van mijn breekbaarste kant laten zien. Er is totaal geen remming. De Janine op het podium vormt een contrast met mijn ik in het dagelijks leven. Die vraagt zich vaker af: wat vindt de ander van mij? Ik denk dat ik daarom musiceren zo geweldig vind, daar bestaat de vraag ‘hoe kom ik over?’ niet, het ‘ik’ is van geen belang, alleen de muziek.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten