donderdag 30 april 2020

Wat ons de coronacrisis leert over de rol van geld en van de overheidsbegroting

Wat al voorzichtig begon na de Grote Financiële Crisis van 2008, lijkt nu met de wereldwijde coronacrisis zijn beslag te krijgen: we leren met zijn allen wat geld eigenlijk is, hoe het ontstaat en hoe je het met zijn allen kunt gebruiken. Want het blijkt nu dat een heel verkeerde opvatting over geld gangbaar was. Met grote negatieve gevolgen.

Ondanks dat geld een zo vanzelfsprekend onderdeel is van ons dagelijks leven, is het een geheimzinnig iets waar gemakkelijk misvattingen over ontstaan. Misvattingen die ook in serieuze media de ronde doen.

Ik stond eerder al stil bij de bekende misvatting dat geld ooit ontstaan zou zijn als ruilmiddel om de tekortkomingen van ruilhandel weg te nemen. Bij die ruilhandel kwamen transacties moeilijk tot stand, omdat je als je iets aan te bieden hebt, iemand moet vinden die daar behoefte aan heeft, maar tegelijk ook iets van dezelfde waarde heeft aan te bieden waar jij behoefte aan hebt. Dus werd geld, als ruilmiddel, uitgevonden. Dat past mooi in het neoklassieke economische denken, waarin de markt de bron is van alle welvaart en waarin mensen dat dus al vroeg uitvonden. Geld zou dus "spontaan" en decentraal zijn ontstaan.

Maar dat blijkt dus historisch niet te kloppen. Geld ontstond als krediet en had als functie om het tijdsverloop tussen de aanvang en het einde van een transactie te overbruggen. En die kredietverlening werd centraal georganiseerd, door een "overheid", met een centrale locatie, de tempel, waar goederen werden bezorgd en afgehaald. Die overheid schiep het geld, dat daarna kon worden gebruikt om belastingen te heffen. Zie, uit 2012, Het eerste geld was krediet, niet ruilmiddel. Dirk Bezemer.

Maar wat het betekent dat geld en overheid op die manier met elkaar zijn verbonden, kan gemakkelijk uit het oog worden verloren. Zeker na de neoliberale revolutie van omstreeks 1980 is het gangbaar geworden om te denken dat een overheid eerst belastingen moet heffen voor hij geld kan uitgeven. Lees het mooie overzicht Neoliberalism has tricked us into believing a fairytale about where money comes from van Mary Mellor.

Dat heeft geleid tot het huishoudboekjesdenken, dat inhoudt dat de overheid moet handelen als een huishouden zoals andere huishoudens. Niet meer geld uitgeven dan er binnenkomt. Beducht zijn voor tekorten. In Duitsland resulterend in een in de grondwet vastgelegde eis van begrotingsevenwicht (schwarze Null). Lees nog eens (uit 2017): De overheidsbegroting is nog steeds geen huishoudboekje - Over onkunde in de politiek en de media.

Maar een overheid met een eigen centrale bank (en een muntunie met een goed functionerende centrale bank) beheert geen huishoudboekje, maar een gehele economie. Waarin geld een middel is om die economie goed te laten werken. Om te stimuleren als de economie inzakt, bijvoorbeeld als er teveel gespaard wordt om te hoge schulden af te lossen. Of om af te koelen als hij oververhit raakt.

Dat betekent dat begrotingstekorten of -overschotten een (macro-)economische functie hebben. En precies dat zien we nu met de coronacrisis wel heel duidelijk zich afspelen. Om levens te sparen en om overbelasting van de gezondheidszorg te voorkomen, moeten grote delen van de economie worden stilgelegd. Met grote gevolgen voor inkomens en bestaanszekerheid. En overheden die besluiten, en dat dus ook blijken te kunnen besluiten, om het geld te laten rollen. Gezonde bedrijven moeten worden geholpen om deze periode te kunnen overbruggen. Werknemers moeten worden doorbetaald. Sterk oplopende kosten van de gezondheidszorg moeten worden opgebracht. Wetenschappelijk onderzoek moet gefinancierd worden.

En wat blijkt? Dat kan allemaal. Er gaan geen stemmen op dat nu eerst maar eens belastingen moeten worden verhoogd om al die extra uitgaven te financieren. De euro's hoeven niet eerst te worden verdiend voor ze kunnen worden uitgegeven. De Amerikaanse Fed, de Bank of England en de Europese Centrale Bank zijn zonder blikken of blozen overgegaan op monetaire financiering ("geld drukken").

En op een enkele uitzondering na is iedereen het er over eens dat dit uitgavenfeest niet straks moet worden verstoord door weer te gaan bezuinigen op de overheidsuitgaven. Zelfs Nederlandse politici hebben doorgekregen hoe fout het was om na de Grote Financiële Crisis van 2008 zo gauw mogelijk te gaan bezuinigen (PvdA'ers balen van 'verkeerde keuzes' in Rutte II). En hoe fout het zou zijn om dat straks te herhalen. In Duitsland worden stemmen sterker om begrotingsevenwicht als doelstelling te verlaten:Surfen auf der Schuldenwelle. Wie wird Fiskalpolitik nach Corona aussehen? Die Dogmen von gestern helfen nicht mehr.

En wie weet, komen de regeringsleiders van de eurozone nog eens tot het bevrijdende inzicht dat die begrotingsregels van het Verdrag van Maastricht een neoliberaal gedrocht zijn.

Uiteraard is het ook met het oog op de nauwelijks minder urgente klimaatcrisis van groot belang dat een realistischer visie op de rol van geld en van de overheidsbegroting terrein wint. Net zo als we de coronacrisis met zijn allen moeten aanpakken, zullen we dat ook moeten doen met de klimaatcrisis. En voor wat we met zijn allen kunnen, is het zaak om in te zien dat geld een collectief middel is om rampspoed te vermijden en om een betere en duurzamere maatschappij te creëren.

Geen opmerkingen: