zondag 21 maart 2021

World Poetry Day - Wislawa Szymborska, Een bijdrage tot de statistiek

Het is vandaag World Poetry Day

Poetry reaffirms our common humanity by revealing to us that individuals, everywhere in the world, share the same questions and feelings. Poetry is the mainstay of oral tradition and, over centuries, can communicate the innermost values of diverse cultures.

Omdat dit blog gaat over toegepaste sociale wetenschap en omdat de Poolse dichteres Wislawa Szymborska (1923 - 2012) een van mijn favoriete dichters is, het gedicht (in de vertaling van Thomas Rasch):

EEN BIJDRAGE TOT DE STATISTIEK

Op elke honderd mensen

zijn er tweeënvijftig 
die alles beter weten

onzeker van elke stap -
bijna de hele rest,

bereid om te helpen,
als het niet te lang duurt
- wel negenenveertig,

de goedheid zelve,
omdat ze niet anders kunnen
- vier, nou, misschien vijf,

in staat tot bewondering zonder afgunst
- achttien,

lever er in voortdurende angst,
voor iemand of iets
- zevenenzeventig,

hebben er talent om gelukkig te zijn
- ruim twintig, hoogstens,

zijn als individu ongevaarlijk,
maar slaan los in de massa
- in elk geval meer dan de helft,

zijn wreed,
als de omstandigheden hen dwingen,
- hoeveel kun je beter niet weten,
ook niet bij benadering,

willen er van het leven alleen dingen
- veertig,
hoewel ik me hier liever vergis,

duiken, een en al pijn, in elkaar,
zonder lantaarn in het donker
-drieëntachtig,
vroeg of laat,

verdienen er medelijden
- negenennegentig,

zijn sterfelijk
- honderd op de honderd,
Een getal dat vooralsnog niet verandert.


Uit: Wislawa Szymborska, Einde en begin. Verzamelde gedichten, Amsterdam, Meulenhoff, 2017 (eerste druk 1999)


Dit kwam bij Ionica Smeets binnen als een mokerslag. Kijk, dat is wat een goed gedicht kan doen. 

Ionica maakte er een variant op met cijfers van het Centraal Bureau voor de Statistiek: 

Een bijdrage tot de statistiek

Op elke honderd mensen

zijn er zestig

die weinig vertrouwen hebben in de Tweede Kamer,

gaan wekelijks naar de kerk

– tien,

zijn lid van een sportvereniging,

al dan niet voor de gezelligheid

– vijfendertig,

werken als vrijwilliger,

(als het niet te lang duurt)

– wel negenenveertig,

hebben vertrouwen in andere mensen

– toch nog 62,

kochten het boek De meeste mensen deugen

- één, nou, misschien twee,

keken vorige week naar Opsporing verzocht

– zes,

hebben een angststoornis

– ruim tien,

hoewel ik me hier liever vergis,

voelen zich wel eens onveilig in hun eigen buurt

– zestien,

beschouwen zichzelf als zeer gelukkig

– ruim twintig, hoogstens,

zijn sterfelijk

– honderd op de honderd.

Een getal dat vooralsnog niet verandert.

Geen opmerkingen: