vrijdag 10 september 2021

Het zou vanzelfsprekend moeten zijn dat ondernemingen zich niet alleen aan de wet dienen te houden, maar daarbovenop ook moreel verantwoord horen te handelen

Hans Stegeman schreef op 7 september in zijn column in het Financieel Dagblad dat hij het verademend vindt dat de pensioenfondsen uit morele overwegingen een eind maken aan hun beleggingen in fossiele energie. Hij vindt dat baanbrekend. De fondsen hebben zich afgevraagd wat de invloed is van deze beleggingen op de wereld waarin we ons pensioen willen genieten. Welke samenleving willen we hebben? Een samenleving dus waarin er voor beleggen in fossiele bedrijven geen plaats meer is. 

Die morele overwegingen betreffen de morele intuïtie van het iedereen telt mee. Niet alleen iedereen die nu leeft, maar ook iedereen van de volgende generaties. Denk aan de twee grote uitdagingen waarover ik het had in Deel 3 van De mensheidsgeschiedenis in drie stappen, die van de onderlinge verhoudingen, en dus de democratie, en die van onze verhouding tot de aarde, en dus tot de volgende generaties. 

Natuurlijk past het betoog van Stegeman in een bredere beweging in de richting van het doorbrekende inzicht dat de maatschappij misschien toch een moreel project is. Een beweging dus die afscheid neemt van de morele luchtledigheid van het vak economie, dat zo lang een zo grote invloed heeft gehad op het maatschappelijke en politieke denken. Zie over die morele luchtledigheid het bericht De pogingen om het economieonderwijs te hervormen zijn nog niet zo succesvol - En dus over de morele luchtledigheid van het vak. 

De beweging die dus ook inhoudt dat het vanzelfsprekend zou moeten zijn dat ondernemingen zich niet alleen aan de wet dienen te houden, maar daarbovenop ook moreel verantwoord horen te handelen. Natuurlijk verwachten we van elkaar die morele verantwoordelijkheid in de persoonlijke levenssfeer. En in die sfeer van de persoonlijke verhoudingen lukt het ook vaak om dat moreel verantwoorde gedrag tot stand te brengen.

Maar dat ligt anders bij ondernemingen. Die opereren op de markt. En in dat domein heeft de gedachte postgevat, aangewakkerd door het vak economie, dat daar alles draait, ja, behoort te draaien, om winst en eigen belang. En dat morele overwegingen daar niet thuis horen. Denk terug aan de discussie in 1965 tussen Milton Friedman en Kenneth Boulding

Nu denken we dus dat we beter naar Kenneth Boulding hadden moeten luisteren, in plaats van naar Milton Friedman. En komen we tot de conclusie dat het eigenlijk toch wel een goed idee is om van ondernemingen maatschappelijk verantwoord, en dus moreel verantwoord, gedrag te mogen vragen. Een zorgplicht dus, een wettelijke taakopdracht tot verantwoord handelen. Met uiteindelijk een rechter die daarover in concrete gevallen een oordeel velt.

Want Hans Stegeman staat natuurlijk niet alleen. Denk aan het pleidooi van 25 Nederlandse hoogleraren ondernemingsrecht van vorig jaar, waarover het ging in het bericht Een wettelijke taakopdracht tot maatschappelijk verantwoord ondernemen - Over morele intuïties en het domein van de markt. 

Want de menselijke maatschappij is een moreel project, waar het domein van de markt niet van is uitgezonderd.

Geen opmerkingen: