vrijdag 11 maart 2022

Sociaalwetenschappelijk gezien is de strijd tussen democratie en mensenrechten versus fascisme en autocratie er een tussen gemeenschapsgedrag en statuscompetitiegedrag

De strijd voor de democratie, voor mensenrechten en voor internationale samenwerking, is sociaalwetenschappelijk gezien de strijd voor gemeenschapsgedrag. En tegen fascisme en autocratie en dus tegen statuscompetitie.

Dat inzicht werkt sterk vereenvoudigend voor het begrijpen van wat er in deze fase van de mensheidsgeschiedenis aan de hand is. Want hoewel er veel discussie is over wat democratie en fascisme (en autocratie) precies inhouden, zijn die twee gemakkelijk terug te voeren tot de twee aan elkaar tegengestelde neigingen tot gemeenschapsgedrag versus statuscompetitiegedrag die kenmerkend zijn voor de menselijke sociale natuur. 

Gemeenschapsgedrag is de uiting van onze morele gemeenschapsintuïties van het iedereen-telt-mee en het wij-met-zijn-allen. En democratie is de institutionele vormgeving daarvan. Evenals internationale mensenrechten en samenwerking.

En statuscompetitiegedrag is de uiting van onderlinge vijandigheid, waarin anderen concurrenten zijn in de strijd om de hoogste statusposities. Waarin het erom gaat wie er zal overheersen en wie er zal worden onderdrukt. Ongelijkheid is essentieel.

Omdat de democratie er op gericht is om het beste beleid te vinden voor iedereen, zijn transparantie, vrijheid van meningsuiting en wetenschappelijk onderzoek essentieel. Iedereen moet kunnen bijdragen en iedereen moet zo goed mogelijk geïnformeerd zijn. Waarheidsvinding en democratie gaan samen op.

In fascisme en autocratie is alles ondergeschikt aan de statusstrijd. Alles wat dienstig is om die strijd te winnen en om de eenmaal bereikte machtspositie te behouden, is geoorloofd. In plaats van het gezamenlijk zoeken naar waarheid is er de verspreiding van leugens en propaganda. De narcistische superioriteitsgevoelens van de overwinnaars moeten voortdurend worden bevestigd door onderdrukking en vernedering van de machtelozen. Gewelddadigheid en kwaadaardigheid zijn essentiële ingrediënten van de statuscompetitie.

Na de Tweede Wereldoorlog dachten we dat de mensheid grootschalig en definitief zou kiezen voor gemeenschapsgedrag, zowel in nationale staten (de democratische verzorgingsstaat) als in de internationale verhoudingen (mensenrechtenverdragen, samenwerking). Maar zeventig jaar later is die hoop vervlogen. 

Heather Cox Richardson trok gisteren de parallel tussen de strijd tegen de nazi's in de Tweede Wereldoorlog en die tegen het huidige fascisme en de autocratie. Met een verwijzing naar het rapport The Global Expansion of Authoritarian Rule van Freedom House. De eerste, verontrustende alinea daarvan:

Global freedom faces a dire threat. Around the world, the enemies of liberal democracy—a form of self-government in which human rights are recognized and every individual is entitled to equal treatment under law—areaccelerating their attacks. Authoritarian regimes have become more effective at co-opting or circumventing the norms and institutions meant to support basic liberties, and at providing aid to others who wish to do the same. In countries with long-established democracies, internal forces have exploited the shortcomings in their systems, distorting national politics to promote hatred, violence, and unbridled power. Those countries that have struggled in the space between democracy and authoritarianism, meanwhile, are increasingly tilting toward the latter. The global order is nearing a tipping point, and if democracy’s defenders do not work together to help guarantee freedom for all people, the authoritarian model will prevail.

Het is de strijd tussen gelijkheid en waarheidsvinding ten behoeve van iedereen tegen leugens, onderdrukking en vernedering. Gemeenschapsgedrag tegenover statuscompetitiegedrag. Er zijn, gelukkig, goede redenen om te denken dat het menselijk streven naar waarheid en gelijkheid, naar iedereen-telt-mee en wij-met-zijn-allen, uiteindelijk altijd sterker is.

1 opmerking:

Moos van Maris zei

1. de zachte krachten zullen winnen op het eind (henriëtte roland holst) is in mijn ogen geschreven vanuit een mythisch spiritueel gezichtspunt. Het klinkt hoopgevend, maar is maatschappelijk politiek een marginale positie (vandaag de dag). Volhouden, toch?
2. er zijn mensen, denk aan Umair Haque, die al langer waarschuwen voor wat hij open en bloot fascisme in de westerse wereld noemt
3. In de dieptepsychologie/psycho-analyse speelt eenzelfde dilemma, namelijk individualisering tegenover/hand-in-hand met verbonden-zijn. Dat begint al direct na de geboorte. Het onderzoeken van (emotionele) verwaarlozing in deze pre-verbale periode verloopt vaak via lichamelijke non-verbale begeleiding. Ook hier wordt maatschappelijk een sterk individu en een sterk ego hoger gewaardeerd dan je verbonden weten. Dat laatste wordt gezien als afhankelijkheid en zwakte.
4. Mijn favoriete onderwerp:zwermintelligentie combineert de vrijheid van het individu om al dan niet met de zwerm mee te doen, eigen richting te bepalen aan de ene kant met de voordelen van de gemeenschap. Evolutiebioloog Wilson heeft aangetoond dat groepsgedrag evolutionair voordelig is. Voor mensen geldt dit ook, maar onbewust (zie ook 3. en 1.)
Hou vol, gemeenschapszin zal overwinnen op het eind. Ondertussen ‘adem in, adem uit’.