Column verschenen in Tijdschrift voor Arbeidsvraagstukken, vol. 38, issue 1, april2022.
Zinvol werk door terugkeer naar beleidsdoel van volledige werkgelegenheid?
Henk de Vos
Na de Tweede Wereldoorlog waren overheden doordrongen van het belang van een beleid gericht op het bereiken van volledige werkgelegenheid. Die zou, naast het bevorderen van bestaanszekerheid het voordeel hebben van een machtsevenwicht op de arbeidsmarkt. Werkzoekenden zouden eisen kunnen stellen aan een aangeboden baan, net zoals werkgevers eisen konden stellen aan een werkzoekende. Niet alleen aan de hoogte van het loon, maar ook aan de kwaliteit van het werk en de arbeidsomstandigheden.
Daarmee zou de beoordeling van de kwaliteit van banen grotendeels aan het functioneren van de arbeidsmarkt kunnen worden overgelaten. Werknemers hebben dan immers de macht om het ontstaan van rotbanen, bullshit jobs en arbeidsuitbuiting te verhinderen. Of dat laatste ook echt realiteit werd, is achteraf moeilijk te beoordelen. Er was toen zeker nog veel kortcyclisch werk. Wel was de werkloosheid opvallend laag (CBS, 2009).
Maar dat veranderde in de jaren 70 en 80, toen de centrale banken op stijgende olieprijzen reageerden met renteverhogingen, die de werkloosheid sterk deden toenemen. Dat werd toen als onvermijdelijk gezien, maar daar is tegenwoordig discussie over (George, 2021). Hoe dan ook, in 1983 riep FNV-voorzitter Wim Kok uit dat de doelstelling van de volledige werkgelegenheid verder weg leek dan ooit (Kok, 1983).
En inderdaad, de collectieve verantwoordelijkheid voor volledige werkgelegenheid moest plaatsmaken voor de individuele verantwoordelijkheid van werknemers voor employability (Mitchell en Muysken 2008). Verantwoordelijkheid dus voor de ontwikkeling van de vaardigheden die bij werknemers gevraagd zijn, maar ook voor het zo ver naar beneden bijstellen van wensen dat ook slecht werk geaccepteerd moest worden. Werkloosheid moest worden bestreden door de arbeidsmarkt zijn werk te laten doen. Neoliberaal beleid, waardoor de werkloosheid (tot zeer recent) hoog bleef in vergelijking met de jaren 50 en 60 (CBS, 2009).
Maar ook kwamen er de problemen van de stijging van het ziekteverzuim en de arbeidsongeschiktheid. Die erop wezen dat er iets gedaan moest worden aan de arbeidsomstandigheden. Vanaf 1983 werd de Arbeidsomstandighedenwet ingevoerd. Daarin ging het niet alleen over veiligheidszorg en gezondheidszorg, maar ook over welzijn. In zekere zin creëerde het afscheid van de overheidsverantwoordelijkheid voor volledige werkgelegenheid de nieuwe overheidsverantwoordelijkheid voor arbeidsomstandigheden.
Met daarbij de vraag of die verschuiving wel zo goed heeft uitgepakt. Want daartegenover stond de grotere macht van werkgevers. Datzelfde neoliberale beleid moedigde immers de concurrentie tussen bedrijven aan. Arbeidskosten moesten gedrukt worden. Stagnatie van de lonen, versoepeling van het ontslagrecht en flexibilisering van de arbeid. Ondernemersrisico’s werden werknemersrisico’s. Daarbovenop kwam de versobering van de sociale zekerheid om mensen maar te dwingen ook slechte en slecht betaalde banen te aanvaarden.
Mede door al deze ontwikkelingen loopt de kwaliteit van de arbeid sterk achter bij wat mensen als zinvol werk zouden ervaren. Als werk zinvol zou zijn, dan zou het bijdragen aan een zinvol leven. En een zinvol leven is een leven dat mensen ervaren als doelgericht en zinvol, waarin ze betrokken zijn bij en geïnteresseerd in hun dagelijkse bezigheden, waarin ze zich competent voelen, waarin ze waardevolle en ondersteunende relaties hebben en waarin ze door anderen gerespecteerd worden. Onderzoek wijst uit dat het leiden van een zinvol leven positieve gezondheidseffecten heeft die uitgaan boven die van het “alleen maar” gelukkig zijn (Fredrickson, Grewen, Coffey et al, 2013).
Het leiden van een zinvol leven komt dus tegemoet aan heel fundamentele behoeften. Dat werk daar maar weinig aan bijdraagt, blijkt eruit dat burn-out, werkstress en psychische aandoeningen als gevolg van werkomstandigheden veel voorkomen en samenhangen met het ontbreken van precies die werkomstandigheden die werk zinvol hadden kunnen maken: weinig autonomie (door teveel hiërarchie), hoge werkdruk, weinig baanzekerheid en weinig ondersteunende relaties (Ten Have, Van Dorsselaer en De Graaf, 2015).
Dat alles doet vermoeden dat het ook vanuit het oogpunt van het belang van zinvol werk goed is om als overheid de doelstelling van volledige werkgelegenheid in ere te herstellen.
Wat overigens niet betekent dat een krappe arbeidsmarkt, zoals we die sinds vorig jaar kennen, niet ook andere oorzaken kan hebben. Mocht die krapte doorzetten, dan zou je verwachten dat zinvol werk daardoor ook weer meer “aan de voordeur” tot stand komt. Een eerste aanwijzing in die richting is dat werkgevers zich meer lijken in te spannen voor een goede balans tussen werk en privé (Winkel, 2021).
Literatuur
CBS (2009). Werkloosheid jaren dertig hoogste ooit. https://www.cbs.nl/nl-nl/nieuws/2009/12/werkloosheid-jaren-dertig-hoogste-ooit
Fredrickson, B.L., Grewen, K.M., Coffey, K.A. et al (2013). A functional genomic perspective on human well-being. PNAS 110: 13684-13689
Goerge, P. (2021). What caused the stagflation of the 1970s? Answer: Monetarism. Real-World Economics Review Blog. https://rwer.wordpress.com/2021/08/14/weekend-read-what-caused-the-stagflation-of-the-1970s-answer-monetarism/?utm_source=pocket_mylist
Have, M. ten, Dorsselaer, S. van en Graaf, R. de (2015). The association between type and number of adverse working conditions and mental health during a time of economic crisis (2010–2012). Social Psychiatry and Psychiatric Epidemiology, 50: 899-907
Kok, W. (1983). Volledige werkgelegenheid: uitdaging voor de jaren tachtig. S&D, juli/augustus
Mitchell, W. en Muysken, J. (2008). Full Employment Abandoned. Shifting Sands and Policy Failures. Cheltenham: Edward Elgar
Winkel, R. (2021). Waar blijft het ‘grote verloop’ op de Nederlandse arbeidsmarkt? ESB 23 september 2021
Geen opmerkingen:
Een reactie posten