Mensen die in de Europees-Amerikaanse, individualistische cultuur opgroeien, zien de persoon als een onafhankelijk iemand die anderen beïnvloedt. En ze zien geluk als samenhangend met hoe goed je over jezelf denkt (self-esteem), met hoe optimistisch je bent en met het nastreven van het eigen geluk. Geluk is dus altijd subjectief en persoonlijk.
Daarentegen zien mensen uit de Oost-Aziatische, collectivistische cultuur de persoon als een met anderen wederzijds verbonden iemand die zich aan anderen aanpast. Geluk hangt niet samen met hoe goed je over jezelf denkt, maar juist met zelfkritiek en discipline. Die kritische houding ten opzichte van zichzelf leidt tot onderlinge sympathie en dus tot onderlinge verbondenheid. Daardoor is geluk altijd meer relationeel, intersubjectief, gemeenschapsgebonden en collectief.
Dit culturele verschil hangt er mee samen dat Europeanen en Amerikanen vooral proberen om zoveel mogelijk positieve emoties te ervaren en zo weinig mogelijk negatieve emoties. Daartegenover staat dat Japanners meer proberen om een goed evenwicht te handhaven tussen positieve en negatieve emoties, wat er toe leidt dat ze "kalm", "onverstoorbaar", "niet opgewonden" en dus "gezond" zijn. De extremen van zowel positieve als negatieve emoties worden gezien als slecht en dienen daarom te worden vermeden. Een citaat (p. 140):
Only when the person detaches him of herself from a seemingly natural desire for good feelings and an aversion against bad feelings can he or she most effectively immerse him of herself in the web of mutually sympathetic relations, which in turn may well ensure the emergence of subjective well-being, life satisfaction, and thus happiness. In East-Asia, therefore, happines may not be what one whishes to pursue. If one does, it will go away - if one doesn't, it may come.Geluk moet je niet willen nastreven. Vanuit "onze" cultuur gezien: heeft dat niet iets heel aantrekkelijks?
Geen opmerkingen:
Een reactie posten