Wat de populisten werkelijk gemeen hebben is de voorstelling van een moreel zuiver volkslichaam, waar vreemden van uit twee kanten schade aan toebrengen: aan de ene kant de corrupte of tenminste wereldvreemde ("abgehobenen") elites, aan de andere kant de letterlijk vreemden, dus de etnische of religieuze minderheden en in het bijzonder de migranten. Beide zouden weigeren loyaal te zijn aan de natie: De elites zijn deel van een kosmopolitische jetset, en de minderheden dragen altijd iets anders als het volk, bijvoorbeeld de islam, in hun hart. In Hongarije worden ze met de uitdrukking "fremdherzig" gestigmatiseerd. (...)
Populisten gaan altijd tot de dubbelslag over, tegen de links-liberale elites en illegale immigranten (een merkteken van Berlusconi's retoriek), tegen post-communistische elites en Roma, zoals de Jobbik in Hongarije, de Ataka in Bulgarije en de Groot-Roemenen in Boekarest. In de V.S. vormt de vermeende onheilige alliantie van de elite-Democraten van beide kusten en de zwarte onderklasse het vijandbeeld. In de Harvard-alumnus Barack Obama heeft zich deze alliantie zelfs gepersonifieerd - terwijl niemand kan bestrijden dat hij in 2008 de meeste stemmen kreeg, worden er onophoudelijk verdachtmakingen tegen hem in gebracht. Het heet dat hij toch Moslim is en de beweging van de "Birthers" is er van overtuigd dat Obama niet in de V.S. is geboren en daarom volgens Artikel 2 van de Amerikaanse grondwet ook geen president mag zijn.
Populisten worden niet alleen door politieke paranoia vervolgd - maar zonder het scenario van de bedreiging en het gevoel slachtoffer te worden van diegenen die er eigenlijk niet bij horen, bestaat er geen populisme. Voor zijn aanhangers is populisme bovenal een vraag van de identiteit. Ook zonder eurocrisis zou Marine Le Pen beweren dat de tegenstelling van natie en Europa de belangrijkste politieke strijd is van het ogenblik. En als Le Pen of Wilders waarden als vrijheid en emancipatie hoog houden, dan worden deze niet als liberaal-universalistisch begrepen, maar als deel van een nationaal zelfbeeld, waarin de vreemden - bovenal de moslims - niet mee kunnen delen. (...)
Het is juist dat populisten eenvoudige oplossingen voor ingewikkelde problemen aan te bieden hebben - maar hun succesvolste vereenvoudiging bestaat in de gedachte dat helder te bepalen is wat "het volk" is en hoe het vertegenwoordigd moet worden. Eigenlijk valt er bij de populisten niets te beraadslagen of te onderhandelen - tegen de authentieke volkswil valt niets in te brengen. Daarom is populisme niet slechts anti-liberaal, maar apolitiek. Burgers, zo benadrukte Hannah Ahrendt, zijn politiek gelijken, maar in hun ideeën verschillend; daarom moeten ze over het algemeen belang vreedzaam redetwisten, voor ze gemeenschappelijk kunnen handelen - als er echter over dat alles eigenlijk niet meer gepraat hoeft te worden, dan is het met de politiek afgelopen.Dat populistische beroep op "het zuivere volkslichaam", de "authentieke volkswil" en bij ons op "Henk en Ingrid", dat verklaart die opvallende, gemeenschappelijke trek van al die populisten: hun verbale agressie, hun zucht tot beledigen. Tegenstanders zijn geen gelijkwaardige discussiepartners en dat moet voortdurend door beledigingen benadrukt worden.
De volgende stap is de fysieke intimidatie en het geweld. Het blijft van het grootste belang om die stap te voorkomen.
Populismus: Wir! Sind! Das! Volk! | Politik | ZEIT ONLINE:
'via Blog this'
Geen opmerkingen:
Een reactie posten