Dus gaan pubers buiten het ouderlijk gezin daarnaar op zoek. Als dan de sociale setting van de school niet genoeg belonend is ("niet boeit"), dan resten er nog de vriendengroepen (peer groups) als bron van sociale beloningen. Alle hormonale veranderingen vertellen je dat je er bij moet horen en dat je populair genoeg moet zijn. En dat je attractief genoeg moet zijn om aan de seksuele competitie met succes mee te kunnen doen. En hoe meer je deel gaat uitmaken van die populariteits- en attractiviteitscompetitie tussen leeftijdsgenoten, los gezongen van de wereld van de school, de wereld van de ouders en de wereld van de volwassenen, hoe groter de kans op een negatief ontwikkelingstraject.
Evolutionair georiënteerde onderzoekers zien dat negatieve ontwikkelingstraject als een strategie van de snelle levensloop of van de strategie van de versnelde reproductie. In het beroemde artikel van Belsky, Steinberg en Draper uit 1991 werd die evolutionaire theorie van de socialisering voor het eerst naar voren gebracht. Kinderen "kiezen" voor een snelle levensloop als ze opgroeien in een instabiel en conflictueus (geïsoleerd) gezin met weinig economische middelen (armoede), waarin ze geen veilige hechtingsstijl ontwikkelen, wantrouwend in het leven komen te staan, met een opportunistische houding tegenover anderen.
Dat is dus een strategie met minder pro-sociaal gedrag. Dat houdt ook in dat de hormonale veranderingen van de puberteit eerder intreden, dat ze eerder seksueel actief zijn, dat ze wisselende seksuele contacten hebben en eerder nageslacht op de wereld zetten. Hun levenshouding is er een van het grijpen van de kansen als ze zich voordoen en het niet investeren in langdurige relaties. Dat laatste is altijd riskant, want je kunt anderen immers niet vertrouwen. Als ouder zijn ze geneigd om weinig te investeren in het goed opgroeien van hun kinderen. Vandaar dat deze strategie gemakkelijk van generatie op generatie wordt overgedragen. (Denk bij die positieve ontwikkelingsstrategie aan het tegengestelde van dit alles.)
Sinds 1991 is het werk aan het onderzoek naar deze theorie van de snelle en de langzame levensloop voortgezet. Recentelijk heeft Belsky daarvan een overzichtsartikel geschreven: The Development of Human Reproductive Strategies: Progress and Prospects (fulltext achter de poort). Enkele passages vielen me op, waarvan ik er nu twee wil doorgeven. Andere komen later.
- Het grote belang van de aard van de peer group, dat wil zeggen van het wel of niet terechtkomen in een groep die gericht is op statuscompetitie en de snelle levensloop, geldt vooral voor jongens. Voor meisjes lijken de gezinsomstandigheden belangrijker te zijn, met name het wel of niet aanwezig zijn van de vader. En meer in het algemeen de instabiliteit van de sociale omgeving. Zie bijvoorbeeld dit onderzoek (fulltext achter de poort).
- Er is onderzoek dat er op wijst dat de kans op de snelle levensloop-strategie groter is, hoe gevaarlijker de sociale omgeving is waarin kinderen opgroeien. Zo komt uit onderzoek naar voren dat de leeftijd bij de geboorte van het eerste kind lager is in een lokale omgeving met een hogere mortaliteit, een lagere levensverwachting en hogere moordstatistieken. Hoe korter en hoe riskanter het leven lijkt te zijn, hoe sneller je er bij moet zijn en hoe opportunistischer het gedrag. Zie bijvoorbeeld What Teen Mothers Know (fulltext achter de poort).
Geen opmerkingen:
Een reactie posten