- je gelukkig voelen
- bedroefd zijn
- angstig zijn, verrast zijn
- walgen, boos zijn
De onderzoekers lieten waarnemers reageren op beelden van gelaatsuitdrukkingen die langzaam herkenbaar werden. Als je de link naar het artikel volgt, kun je een filmpje aanklikken waarin ze dat uitleggen. Het blijkt dan dat die vier emoties hierboven het snelst, dus met de minste informatie (over stand van de wenkbrauwen, oogleden, neus, wangen en lippen) herkend worden. Pas met meer informatie maken mensen onderscheid tussen angst en verrassing en tussen walging en boosheid.
Dat onze gelaatsuitdrukkingen expressies zijn van emoties én dat wij hersenen hebben die snel en gemakkelijk die emoties herkennen, betekent dat wij daar in het verleden op geselecteerd zijn. We zijn voor onze overleving in het verleden sterk van elkaar afhankelijk geweest en dus afhankelijk van het goed en efficiënt met elkaar kunnen communiceren. De aard van de emoties die we het snelst en het gemakkelijkst van elkaars gezicht aflezen, geeft dus enig inzicht in wat belangrijk was om te overleven.
En kennelijk was het dus belangrijk om van elkaar te weten hoe het er mee gaat. Dan gaat het om gelukkig of bedroefd zijn. Dat wijst er op hoe positief (aangenaam) of negatief (onplezierig) iemands toestand is. Dat is belangrijk om van elkaar te weten als je samen een groep vormt die moet delen en samenwerken om te kunnen overleven. Vandaar waarschijnlijk dat wij nog altijd geneigd zijn om na een begroeting snel te informeren hoe het er mee gaat. "Alles goed?"
Maar wat ook belangrijk geweest moet zijn, is snel en efficiënt te kunnen communiceren over aanwezig of opduikend gevaar of bedreiging. Net zoals veel groepsdieren elkaar waarschuwen met een alarmroep, zou dus bij mensen gevaar en bedreiging snel van elkaars gezicht moeten kunnen worden afgelezen. Dan gaat het dus om het trekken van aandacht, attention grabbing, zoals de onderzoekers dat noemen. Om angstig/verrast zijn als het een snel naderend gevaar betreft, zoals een roofdier of een vijand die in aantocht is. En om walging/boosheid als het een stationair gevaar of bedreiging betreft, zoals ontlasting, die parasieten kan bevatten, of een groepsgenoot die egoïstisch is en niet wil delen.
Wat dat laatste betreft, er zijn aanwijzingen dat onze morele verontwaardiging en boosheid evolutionair gezien uitwerkingen zijn van walging. Zie From oral to moral (pdf).
Maar als dit inderdaad de vier basisemoties zijn van het menselijke sociale verkeer, dan gaat het dus uiteindelijk om slechts twee vragen:
- Gaat het goed of gaat het niet goed?
- Dreigt er gevaar?
Geen opmerkingen:
Een reactie posten