Nederland voldoet met het verbod aan een Europese verplichting. En die is er omdat plastic tasjes uiteindelijk in het milieu terechtkomen en daar grote schade aanrichten. Denk aan de plasticsoep in de oceanen. En dichter bij huis is er het zwerfafval.
Hoe te verklaren dat het verbod zo goed werkt? Terwijl er van te voren geluiden waren dat het verbod niet zou kunnen worden gehandhaafd. Lees nog even het bericht Tasjesverbod gedrocht dat op 27 december in De Telegraaf verscheen.
Zoals ik eerder betoogde toen het ging om het vuurwerkverbod en het rookverbod, kan een verbod goed werken als het gaat om een gedrag dat schade aan anderen toebrengt (negatieve externe effecten). Als mensen goed geïnformeerd zijn over de omvang van die schade of die schade zelf waarnemen, dan vinden ze een verbod gerechtvaardigd en zullen ze het ook naleven.
Kijk maar naar de resultaten van de flitspeiling die op 17 mei werd afgenomen. 71% van de Nederlanders vindt de maatregel voor het verbod op gratis plastic tasjes uitstekend of zeer goed. En 83% geeft aan zelf een tas mee te nemen voor hun aankopen in de winkel.
Maar, kun je je dan afvragen, waarom is dan een verbod eigenlijk nog nodig? Waarom namen mensen dan al niet voor 1 januari 2016 al een eigen tasje mee naar de winkel en weigerden ze een gratis plastic tas?
Ik denk dat het er aan ligt dat het toch iets meer moeite kost om dat te doen. Het is wel lekker makkelijk, zo'n gratis tasje. En dat wijst er op dat mensen voor de goede zaak best een kleine moeite willen doen, maar pas als ze weten dat anderen dat ook doen. Als het "normaal" is om die moeite te doen.
Anders gezegd, niemand wil een zonderling zijn. En zo'n verbod helpt omdat het de boodschap verspreidt dat wij nu met zijn allen hebben besloten dat het afgelopen moet zijn met die gratis plastic tasjes. Als anderen het ook doen, dan doen wij graag mee.
En dat is precies het tweede, van de drie, sociaalwetenschappelijke inzichten die ik noemde in dat bericht over het vuurwerkverbod. Ik citeer:
Het tweede inzicht is dat mensen zich in hun gedrag sterk door wat anderen doen laten leiden. Informatie over het gedrag van anderen heeft meer invloed op het eigen gedrag dan informatie over de wenselijkheid of de voordelen van dat gedrag. Opvallend is dat mensen zich er niet van bewust zijn, want ze denken dat die wenselijkheid of voordelen de grootste rol in hun beslissingen spelen. We zijn sterk sociaal beïnvloedbaar, maar dat weten we niet van onszelf . Onze bereidheid om verboden na te leven op het terrein van negatieve externaliteiten is sterk afhankelijk van de informatie die we over het gedrag van anderen krijgen.Gratis plastic tasjes, vuurwerk en roken leren ons dus dat we met een eenvoudige maatregel als een verbod wel degelijk iets kunnen veranderen. Waar een overheid al niet goed voor is.
Hoe noemden we dat ook al weer? De maakbare samenleving!
Geen opmerkingen:
Een reactie posten