In de kapitalistische maatschappij waarin we verzeild zijn geraakt is betaald werk de belangrijkste bron van levensonderhoud. En meestal betekent dat dat we een groot deel van ons leven doorbrengen als werknemer in een arbeidsorganisatie.
Daarmee hebben we voor onszelf een historisch gezien nieuwe sociale omgeving gecreëerd: die van collega's, superieuren en ondergeschikten op het werk. En dat is een gemaakte sociale omgeving. De organisatie is uitgedacht, de taken en verantwoordelijkheden zijn geïnventariseerd en verdeeld en er zijn gezagsrelaties gevormd. Alles beschreven en vastgelegd in een organisatiestructuur en -hiërarchie en per werknemer een arbeidsovereenkomst.
Bevalt ons de sociale omgeving die voor ons klaar ligt als we werknemer worden? Over het algemeen niet. Want hoewel werk hebben ons beter bevalt dan werkloos zijn, verschaft ons de bezigheid van betaald werk een heel laag welzijn in vergelijking met vrijwel alle andere bezigheden (zie Verhoogt werk ons welzijn? Ja en nee).
Bovendien weten we dat de bezigheid van betaald werk gedoseerd moet worden, want langere werkweken blijken de kans op een beroerte en hartproblemen te vergroten. Dat kan er mee te maken hebben dat bij een langere werkweek de werkdruk hoog is en een hoge werkdruk vergroot de kans op een burn-out.
Maar we weten ook dat een goed sociaal klimaat en meer autonomie de kans op burn-out verkleinen. Dat suggereert dat minder statuscompetitie op het werk en minder hiërarchie kenmerken zijn van een gunstiger (want meer natuurlijke) sociale werkomgeving. Vandaar mijn eerdere pleidooi voor meer autonomie en dus minder hiërarchie in arbeidsorganisaties. En dat pleidooi is nodig, want volgens de cijfers van het CBS neemt de mate van zelfstandigheid op het werk alleen maar af.
Er is nu de nieuwe studie A Meta-Analytic Review of Social Identification and Health in Organizational Contexts, die licht werpt op het grote belang van een goed sociaal klimaat op het werk voor de gezondheid van werknemers. Het gaat om een meta-analyse van ruim 100 gepubliceerde en ongepubliceerde onderzoeksresultaten over het verband tussen de mate waarin mensen zich met hun team op het werk of met hun organisatie identificeren en hun gezondheid.
Die identificatie met het team of met de organisatie was vastgesteld met verschillende bekende lijstjes van uitspraken als "Als iemand kritiek heeft op mijn team/organisatie, dan voel ik dat als een persoonlijke belediging", "Als ik het over mijn team/organisatie heb, dan heb ik het meestal over 'wij" in plaats van 'zij'", "Het succes van mijn team/organisatie is mijn succes" en "Ik voel een sterke band met mijn collega's".
Hoe meer je het met zulke uitspraken eens bent, hoe gunstiger jouw sociale werkomgeving. Je werkt dan niet alleen vanwege de financiële prikkels, maar ook vanwege de sociale.
En het blijkt dat identificatie de binding met de organisatie vergroot, wat trouwens ook gunstig is voor de werkgever (zie Employees’ Organizational Identification and Affective Organizational Commitment: An Integrative Approach).
Maar wat uit dit onderzoek blijkt is dat identificatie ook goed is voor de psychische en fysieke gezondheid van de werknemer. Die ruim 100 onderzoeksresultaten tezamen genomen wijzen er op dat er een klein-tot-matig verband bestaat (r = .21). En dat zegt nogal wat als je bedenkt dat onze gezondheid daarnaast natuurlijk nog door allerlei andere zaken wordt beïnvloed.
Interessant is dat de onderzoekers ook vaststellen dat het verband sterker is als niet alleen jijzelf je met je team of je organisatie identificeert, maar als je collega's dat ook doen. Het functioneren in een groep of organisatie met een gedeelde identificatie werkt dus voor iedereen extra goed uit.
Kortom, hoewel de sociale omgeving op het werk qua opzet en inrichting flink afwijkt van onze natuurlijke sociale omgeving, is er een flinke variatie in hoe gunstig of ongunstig hij voor ons is. Een gunstige sociale omgeving, waar we ons prettig bij voelen en die zelfs iets bijdraagt aan onze psychische en fysieke gezondheid, blijkt wel degelijk mogelijk.
Blijft de vraag waarom we het blijven tolereren dat er nog zoveel werkomgevingen zijn met een te hoge werkdruk, te weinig autonomie en een slecht sociaal klimaat, die burn-outs in de hand werken en ons ziek maken. Bedenk nog even dat volgens de laatste cijfers die ik kon vinden 12,4 procent van de mensen met betaald werk in 2013 leed aan een burn-out.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten