vrijdag 30 november 2018

Mensen die vinden dat hen meer toekomt dan anderen zijn meer bezig met statuscompetitie

Je hebt mensen die vinden dat hen meer toekomt dan anderen en dat ze meer rechten hebben dan anderen. In de Engelstalige sociaalwetenschappelijke literatuur wordt dat sense of entitlement genoemd. In vragenlijsten wordt het gemeten met deze 9 uitspraken, waarvan je moet aangeven in hoeverre je het er mee eens of oneens bent:
1. I honestly feel I’m just more deserving than others.
2. Great things should come to me.
3. If I were on the Titanic, I would deserve to be on the first lifeboat!
4. I demand the best because I’m worth it.
5. I do not necessarily deserve special treatment (omgekeerd gecodeerd)
6. I deserve more things in my life.
7. People like me deserve an extra break now and then.
8. Things should go my way.
9. I feel entitled to more of everything
Mensen die hoog scoren op de sense of entitlement (SoT) hebben een hoge dunk van zichzelf. Er is inderdaad een samenhang met narcisme, eruit blijkend dat de schaal voor narcisme een entitlement sub-schaal kent. Maar bij de SoT gaat het om een eigenschap die meer voorkomt in de algemene bevolking, terwijl je bij die narcisme sub-schaal meer aan pathologie moet denken. Laten we zeggen dat SoT een mildere vorm van narcisme is.

Je zou denken dat mensen die vinden dat hen meer toekomt dan anderen sterk bezig zijn met statuscompetitie. Dus met het zich vergelijken met anderen en het gemotiveerd worden door het streven naar prestige en naar het domineren over anderen. Als jij meer rechten hebt dan anderen, dan verwacht je dat die anderen jou prestige toekennen ("hij zal die voorrechten wel niet zomaar hebben") en dat ze zich bij die rechtsongelijkheid neerleggen en zich door jou laten overheersen.

De resultaten van de nieuwe studie A Status-Seeking Account of Psychological Entitlement wijzen inderdaad in die richting. Mensen met een hogere SoT zijn meer gemotiveerd door het zoeken naar prestige ("Ik wil dat anderen mij respecteren en bewonderen.") en dominantie ("Ik hou ervan om anderen te controleren", "Ik ben bereid om agressieve tactieken te gebruiken om mijn zin te krijgen.") en zijn ze meer jaloers op anderen met hogere status.

Bereiken ze ook wat ze nastreven? Maar ten dele. Anderen zien hen wel als dominant, maar kennen hen juist minder prestige toe.

Dat komt ermee overeen dat we mensen die een hoge dunk van zichzelf hebben meestal niet aardig vinden. En met eerder onderzoek dat ze meer conflicten hebben met anderen en dat hun status en populariteit in langdurige relaties erop achteruitgaan.

Geen opmerkingen: