woensdag 28 november 2018

De mensheidsgeschiedenis in drie stappen - 10 - Stagnerende loongroei, nu en in de negentiende eeuw

De periode waar we ons nu, aan het begin van de eenentwintigste eeuw, in bevinden, is natuurlijk in velerlei opzichten uniek. Maar hij is tegelijkertijd ook "slechts"  een onderdeel van de derde stap in de mensheidsgeschiedenis, de stap die begon met de Industriële Revolutie en die ons, als alles goed gaat, en dat is niet zeker, democratie, de verzorgingsstaat, gelijkberechtiging en mensenrechten oplevert. Zie het vorige bericht in deze reeks.

Gedurende die stap maken we soms vooruitgang en soms niet en is er soms zelfs achteruitgang. Dat inzicht komt bij je op als je vandaag de berichten leest over het Global Wage report 2018/19 van de Internationa Labour Organization (ILO). 

Volgens de berekeningen van het ILO zet de wereldwijde (136 landen) stagnatie van de lonen zich door. Terwijl de lonen in 2016 nog met 2,4 procent groeiden, namen ze in 2017 met slechts 1,8 procent toe. In de rijke (G20-)landen is de stagnatie zelfs groter: 0,9 procent in 2016 en 0,4 procent in 2017.

En dat is een opvallende ontwikkeling, aldus het ILO:
“It’s puzzling that in high-income economies we see slow wage growth alongside a recovery in GDP growth and falling unemployment. And early indications suggest that slow wage growth continues in 2018,” said ILO Director-General Guy Ryder. “Such stagnating wages are an obstacle to economic growth and rising living standards. Countries should explore, with their social partners, ways to achieve socially and economically sustainable wage growth.”
Die stagnerende lonen steken schril af bij de productiviteitsgroei en bij de inkomens- en vermogensgroei aan de top. We zien dus een doorgaande ontwikkeling van ongelijkheid, een trend die voorafgaand aan de Grote Financiële Crisis van 2008 begon. Kijk nog even naar Zelfverrijking in de financiële sector en financiële crises.

Het FD legt de vinger op de zere plek:
De ILO geeft daarmee nieuwe voeding aan een al langer lopende discussie over het arbeidsaandeel in de economie. Al vele jaren wordt vastgesteld dat in een groot aantal rijke landen het loonaandeel in de economie relatief slinkt. Het gevoel ontstaat dat werknemers veel te weinig de vruchten plukken van de groei. Dat wordt ook als verklaring gezien van het opkomend populisme.
Ja, als de economische ontwikkelingen zo weinig tegemoetkomen aan de behoefte aan bestaanszekerheid en hoop bij grote delen van de bevolking en tegelijk zo goed uitpakken voor degenen aan de top, dan is dat een voedingsbodem voor rechts-extremisme. En dus een gevaar voor de democratie en de waarden die daarmee samenhangen.

Doordat ik weer eens Piketty's Capital in the Twenty-First Century had opengeslagen, viel me de overeenkomst op tussen deze hedendaagse ontwikkeling met die van een groot deel van de negentiende eeuw.

Want Piketty beschrijft daar in de Inleiding tot zijn magnum opus de ontwikkeling van het industriële kapitalisme in de negentiende eeuw, zo omstreeks en voorafgaand aan 1867, het jaar dat Karl Marx het eerste deel van Das Kapital de wereld instuurde.

Het meest opvallend, zo schrijft hij, is de ellende van het industriële proletariaat (p. 7-8).
In fact, all the historical data at our disposal indicate that it was not until the second half - or even the final third - of the nineteenth century that a significant rise in the purchasing power of wages occurred. From the first to the sixth decade of the nineteenth century, workers' wages stagnated at very low levels - close or even inferior to the levels of the eighteenth and previous centuries. This long phase of wage stagnation, which we observe in Britain as well as France, stands out all the more because economic growth was accelerating in this period. (...)
In any case, capital prospered in the 1840s and industrial profits grew, while labor incomes stagnated. This was obvious to everyone, even though in those days aggregate national statistics did not yet exist. It was in this context that the first communist and socialist movements developed. (...) The bankruptcy of the existing economic and political system seemed obvious. People therefore wondered about its long-term evolution: what could one say about it?
En dat was precies de vraag die Marx zich stelde. Vandaar dus Das Kapital, maar eerder, in 1848, samen met Friedrich Engels het Communistisch Manifest.

En de overeenkomst met 2018 is wel zo opvallend dat dit jaar een herdruk van dat Communistisch Manifest werd uitgebracht, met een fraaie inleiding van Yanis Varoufakis: De actualiteit van een pamflet uit 1848 (het Communistisch Manifest).
Lees hier het volgende bericht.

Geen opmerkingen: