Zo was ik tot nu toe niet zo geboeid door de symfonieën van Anton Bruckner (1824 - 1896). die wat wereldvreemde, vrome, Oostenrijkse organist en componist, die zijn hele leven de aardse liefde zocht die maar niet op zijn pad kwam. Hij moet onophoudelijk en tot op hoge leeftijd verliefd zijn geweest op jonge dames. Hopeloos verliefd, want onbeholpen, "als van een tiener".
In dat niet zo geboeid raken speelt een rol dat ik lang geleden al weer in het oude Vredenburg een uitvoering bijwoonde van ik meen zijn Achtste Symfonie door het Radio Filharmonisch Orkest onder leiding van de Poolse dirigent Stanislaw Skrowaczewski, die werd aangeprezen als groot Bruckner-dirigent. Ik vond het rommelige muziek, kon er geen lijn in ontdekken en begon me te vervelen, ja, zelfs te ergeren. Dat zal niet aan de uitvoering hebben gelegen. Dus ik dacht, Bruckner is niets voor mij.
Maar toch heb ik wel wat Bruckner-cd's in de kast staan. Zoals de uitvoering van de Zevende Symfonie, die het meest gespeeld wordt, door het Radio-Symphonie-Orchester Berlin onder leiding van Ricardo Chailly. En gisteren, in een opwelling, zette ik die op. Ik was niet teveel bezig met wat ik gedaan had en met wat ik nog zou doen en luisterde met aandacht. En eigenlijk al vanaf de eerste maten was ik geboeid. Hoe dat kon, ik vroeg het me maar niet af. Ik werd meegenomen en liet dat gebeuren.
Daarna ging ik op YouTube op zoek naar video's van uitvoeringen. En die zijn er volop. Ik noem Abbado, Karajan, Eschenbach, Haitink, Thielemann, Jochum.
Maar ik bleef hangen bij deze uitvoering, door de Münchner Philharmoniker onder leiding van, jawel, de legendarische Sergiu Celibidache. Hij kwam in de zondagochtendmuziek eerder voorbij met de Negende van Dvořák.
En ook nu weer: een extreem langzaam tempo. Neem er dus de tijd voor. En laat je meenemen door die merkwaardige combinatie van totale ontspanning en opperste concentratie waarmee Celibidache op de bok zit en alles, uit het hoofd, in goede banen leidt.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten