vrijdag 11 januari 2019

Hebben we nieuwe en jonge politici nodig om de bezuinigingszeepbel (austeriteit) achter ons te kunnen laten? Zoals in de VS Alexandria Ocasio-Cortez?

Het eerste bericht op dit blog over de bezuinigingszeepbel dateert van 21 september 2011. Dat was toen de politici aan beide kanten van de Oceaan massaal en ten onrechte begonnen te geloven dat als reactie op de Grote Financiële Crisis (toen nog meestal kredietcrisis genoemd) overheden zo snel mogelijk hun begrotingstekorten moesten terugdringen.

Bezuinigen moest. Er zat niets anders op, werd ons voorgehouden. Austeriteit (strengheid) werd het nieuwe gebod.  Denk in Nederland aan de kabinetten Rutte I (2010 - 2012) en Rutte II (2012 - 2017), waarin het ging om bezuinigingspakketten en het "op orde brengen" van de overheidsfinanciën. Denk aan de eurozone, waarin austeriteit werd opgelegd als het middel om zo snel mogelijk uit de crisis te geraken. Denk aan Groot Brittannië en de bezuinigingsdrift van de regering Cameron.

Maar die golf van bezuinigingspolitiek was niet gebaseerd op verstandige economische overwegingen. Er kwam juist van de kant van economen kritiek. Maar de politici zaten nog gevangen in de analogie van de overheidsbegroting met het huishoudboekje en merkten dat ze daar bij de kiezers goed mee wegkwamen. En de neoliberalen onder hen zagen de kans schoon om hun ideologie van de kleine overheid na te jagen. Er ontwikkelde zich een bezuinigingszeepbel, een toestand van economisch onverstand, waarin politici over elkaar heen buitelden in strengheid en stoerdoenerij in plaats van zich te laten leiden door de economische handboeken.
Een citaat uit dat eerste bericht over de bezuinigingszeepbel:
zeepbellen dreigen te ontstaan als mensen te weinig informatie hebben om zelfstandig gefundeerde keuzes te maken. Als ze dan een keuze niet kunnen ontlopen, kopiëren ze het gedrag van anderen. De enkelen die dan als eersten een keuze maken, die ongefundeerd kan zijn, kunnen dan een geweldige invloed hebben.
Want die handboeken waarschuwden er juist voor om in tijden van economische neergang, waarin de private sector de hand op de knip houdt en zijn schulden wil aflossen, als overheid ook nog eens op de rem te trappen. Er ontstaat dan immers (Keynes!) een liquiditeitsval, met super lage rentes en hoge werkloosheid. Een evenwicht waaruit moeilijk is te ontsnappen.

En dat was ook precies de ontwikkeling die ging optreden. Bizar hoge werkloosheidscijfers en bizar lage rentes. Inzakkende investeringen en daardoor nauwelijks nog productiviteitsgroei. Overheidstekorten werden teruggedrongen, maar ten koste van de economie en van veel ellende onder de bevolking. We leerden het begrip hysterese kennen. Het economisch herstel na een crisis was nog nooit zo traag geweest en er moet worden gevreesd voor blijvende negatieve gevolgen. Lees Hysteresis and fiscal policy during the Global Crisis van Antonio Fatás en Lawrence H. Summers uit 2016.

En gelijk op met dat trage herstel bleef er die opvallende kloof tussen het gevoerde economische beleid en de inzichten van de academische economen. De politici bleven volharden, waardoor hun gedrag op dat van sekteleden ging lijken. Uit 2015: In het Europese economische beleid is nog steeds een sekte aan de macht.

En de vraag die blijft hangen is of die bezuinigingszeepbel ooit nog zal barsten. Zullen de politici ooit nog inzien hoe zeer ze gedwaald hebben?

Daar lijkt veel voor nodig te zijn. Misschien is de lezing waarmee Olivier Blanchard, bepaald niet de minste, op 4 januari de American Economic Association toesprak een gebeurtenis die invloed zal uitoefenen. Je kunt de lezing hier volgen en de tekst lees je hier: Public Debt and Low Interest Rates.

Een korte samenvatting geeft Paul Krugman: Melting Snowballs and the Winter of Debt. Het betoog komt er, ultrakort, op neer dat de vrees voor grote overheidstekorten meestal onterecht is. Zeker zolang de rente lager is dan de economische groei en dat is doorgaans het geval. Bovendien is de vrees dat hoge overheidstekorten slecht zijn voor economische groei meestal ook niet terecht. Lage rentes duiden erop dat de private sector weinig investeert en dan is het juist verstandig om als overheid te investeren in infrastructuur en andere publieke voorzieningen.

En daar komt dus nog bij, Krugman wijst daarop, dat Keynesiaanse argument dat tekorten nodig kunnen zijn om een liquiditeitsval te voorkomen. Krugman sluit af met:
debt looks like a hugely overblown issue, and the way debt displaced unemployment at the heart of public debate in 2010-2011 just keeps looking worse.
Update. En lees ook Jared Bernstein in de Washington PostA very good economic idea may be about to replace a very bad one. Een veelzeggend citaat daaruit:
one of my greatest hopes for this paper is that Blanchard’s straightforward analysis, in tandem with his stature, puts a knife through the heart of austerity economics, the heedless, reckless, premature removal of fiscal support from weak economies for no good reason.
Misschien hebben we nieuwe en jonge politici nodig voor een echte wending. Zoals in de Verenigde Staten de uit het niets opgedoken en wel heel goed geïnformeerde Alexandria Ocasio-Cortez: Alexandria Ocasio-Cortez says the theory that deficit spending is good for the economy should ‘absolutely’ be part of the conversation.

Geen opmerkingen: