donderdag 10 januari 2019

Slechte leiders kunnen een slechte invloed hebben. Na de verkiezing van Donald Trump nam op scholen in Republikeinse districten het pesten toe

Eerder stond ik erbij stil dat statuscompetitieve leiders, zoals de kwaadaardige narcist Donald Trump er een is, een slechte invloed kunnen hebben op het gedrag van delen van de bevolking. Daar is voor nodig dat zulke leiders en hun gedrag veel in de media te zien zijn en aan die voorwaarde is wat Trump betreft ruimschoots voldaan.

In dat bericht (volg de link hierboven) ging het o.a. over 54 incidenten verspreid over de Verenigde Staten, waarin een leerling een mede-leerling pest met verwijzing naar Trump als een soort van rechtvaardiging. Met dit citaat uit het bericht van Buzzfeed News:
On a school bus in San Antonio, Texas, a white eighth-grader said to a Filipino classmate, “You are going to be deported.” In a classroom in Brea, California, a white eighth-grader told a black classmate, “Now that Trump won, you're going to have to go back to Africa, where you belong.” In the hallway of a high school in San Mateo County, California, a white student told two biracial girls to “go back home to whatever country you're from.” In Louisville, Kentucky, a third-grade boy chased a Latina girl around the classroom shouting “Build the wall!” In a stadium parking lot in Jacksonville, Florida, after a high school football game, white students chanted at black students from the opposing school: “Donald Trump! Donald Trump! Donald Trump!”
Gegeven de ambivalente menselijke sociale natuur, met gemeenschapsgedrag en statuscompetitiegedrag als aan elkaar tegengestelde gedragspatronen die klaarliggen om uitgevoerd te worden als het overeenkomstige gedrag maar genoeg in de sociale omgeving voorkomt, kun je je voorstellen dat het aan de macht en in de media komen van een statuscompetitieve leider invloed kan hebben. Meestal overheerst (gelukkig) het gemeenschapsgedrag, voortkomend uit empathie met anderen, maar statuscompetitiegedrag, voortkomend uit egoïsme en de zucht tot overheersing van anderen, kan ook gemakkelijk door in het oog springende voorbeelden uitgelokt worden.

Dat roept in dit geval de vraag op of "het verschijnsel Trump" ook van invloed is geweest op hoeveel er door leerlingen op Amerikaanse scholen gepest wordt. Zou het zo zijn dat niet alleen Trump vaker bij dat pesten wordt aangeroepen, maar dat het pesten zelf ook is toegenomen? Dat zou je verwachten, als je bedenkt dat pesten een vorm van statuscompetitie is.

En inderdaad, het pas verschenen onderzoek School Teasing and Bullying After the Presidential Election verschaft aanwijzingen in die richting. In de staat Virginia was in de jaren 2013, 2015 en 2017 op scholen onderzoek gedaan naar het schoolklimaat, waarin ook vragen waren gesteld naar pesten. Zo kon worden nagegaan of er na de verkiezing van Trump in 2016 meer gepest werd dan daarvoor.

En dat was inderdaad het geval. Het verschil is natuurlijk maar klein, want er zijn meer factoren van invloed op pesten. Je ziet hier de veranderingen tussen 2015 en 2017 afgebeeld, waarbij blauw staat voor scholen in districten met een grotere voorkeur voor een Republikeinse kandidaat en rood voor scholen in districten met een grotere voorkeur voor een Democratische kandidaat.

In de eerste kolom zie je bijvoorbeeld dat de frequentie van pesten toenam op scholen in Republikeinse districten en zelfs iets afnam op scholen in Democratische districten. Anders gezegd, het "Trump-effect" trad op in die gevallen waarin de kans groter was dat Trump ook als voorbeeld werd gezien. Slechte leiders kunnen een slechte invloed hebben.


Geen opmerkingen: