Op dit blog zijn aanwijzingen langsgekomen dat die onveiligheidservaringen eruit voortkomen dat mensen vaker dan incidenteel geconfronteerd worden met de uitdagingen van statuscompetitie en eenzaamheid. Dat verhoogt de kans op de ontwikkeling van chronische stress oftewel de allostatische overbelasting type II, die lichamelijke processen ontregelt die in een normale toestand beschermend zouden werken. Zoals andere diersoorten zijn wij er op ingesteld om adequaat, maar uiteraard zonder garantie op succes, te reageren op acuut gevaar met een vechten-of-vluchten reactie (Type I allostatische belasting). Maar met een aanhoudende of vaak terugkerende ervaring van onveiligheid kunnen we slecht uit de voeten.
In termen van de polyvagaaltheorie van Stephen W. Porges is er de ervaring van veiligheid nodig om ons sociale betrokkenheidssysteem te activeren, waarmee we ons openstellen voor anderen en bovendien voor het opdoen van nieuwe ervaringen (exploratie). Die toestand waarin we veiligheid ervaren is de toestand waarin we floreren en gedijen. Waarin we niet alleen geen last hebben van een psychische aandoening, maar integendeel juist een gevoel van vervulling hebben, ons kalm en vreedzaam voelen, het gevoel hebben dat wat we doen waardevol is en waarin we ons energiek voelen. Een toestand zonder de uitdagingen van (de kans op) eenzaamheid en/of statuscompetitie, in de evolutionaire psychiatrie van Steven en Price de twee hoofdoorzaken van psychische aandoeningen
Wat betekent het nu om als persoon die ervaring van veiligheid te missen en in mindere of meerdere mate te lijden aan een psychische aandoening? Dus om je aanhoudend of terugkerend onveilig te voelen?
Volgens Steven C. Hayes, die ik al noemde als de auteur van The Liberated Mind, zijn we er niet op ingesteld om goed met aanhoudende of terugkerende onveiligheid om te gaan, omdat we de neiging hebben te vervallen in wat hij psychologische starheid noemt (p. 7):
We fall into patterns of psychological rigidity, where we try to run from or fight off the mental challenges we face, and we disappear into rumination, worry, distraction, self-stimulation, work without end, or other forms of mindlessness, all in the attempt to evade the pain we're feeling.
Psychological rigidity is at its core an attempt to avoid negatieve thoughts and feelings caused by difficult experiences, both when they occur and in our memory of them.
Die psychologisch starheid maakt ons ontvankelijk voor het ontwikkelen van een angststoornis of depressie of van een van de andere psychische aandoeningen. Denk weer even terug aan Caspi en Moffitt, die de p-factor die gemeenschappelijk is aan alle psychische aandoeningen omschrijven als problemen met aandacht en cognitieve controle, in het bijzonder met het registreren en verwerken van informatie. Informatie van buitenaf, maar ook informatie over de eigen gedachten en emoties.
Door die starheid in ons waarnemen en denken proberen we angstvallig (!) te vermijden pijn en angst te ervaren, waardoor we het, paradoxaal, ook moeilijker gaan vinden om ons gelukkig te voelen. Want, o jee, op een moment van geluk kan snel een bittere teleurstelling volgen. Dan maar liever gevoelloos.
Bovendien maak je het door steeds maar te proberen om je af te sluiten van je negatieve emoties moeilijker om van je gevoelens te leren. Je komt vreemd te staan tegenover je eigen gevoelswereld (p.8):
This is the most hidden and most horrible cost of psychological rigidity: as you fight, and run, and hide from your insides, you become distant form your own history, your own motivation, and your own caring.
Wat natuurlijk de vraag oproept hoe het komt dat mensen zo geneigd zijn tot die starheid in het denken.
Hayes denkt dat het te maken heeft met de uniek-menselijke vermogens tot het leren van taal en van het ontwikkelen van zelfbewustzijn. Vermogens die ons natuurlijk ver hebben gebracht, maar die ook met psychologische kosten gepaard zijn gegaan. Daar valt zoveel over te zeggen, dat ik er in een volgend bericht op terugkom. Hier het volgende bericht.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten