We hebben een armoedeminister, voluit een Minister voor Armoedebeleid, Participatie en Pensioenen. De minister, Carola Schouten, wordt geïnterviewd in het blad Binnenlands Bestuur: 'Overheid moet menselijker gezicht krijgen'. De minister vertelt dat ze niet alleen noodhulp wil bieden aan mensen die de hoge energierekeningen niet kunnen betalen, maar dat ze ook bezig is met "een fundamentele hervorming van de sociale zekerheid".
Wat is er dan mis met die sociale zekerheid? Welnu, die is in de afgelopen decennia, zeg de jaren van de kabinetten-Rutte, zo verschraald en tegelijkertijd ingewikkelder geworden, dat mensen de overheid zijn gaan wantrouwen. En dat het nu tijd wordt dat de overheid "een menselijker gezicht" krijgt. Dat moet gebeuren door het minimumloon en daarmee de bijstandsuitkeringen te verhogen. En door mensen in de bijstand niet meer te bestraffen als ze mantelzorg verlenen, als ze een bijbaan hebben, als ze hun kinderen na hun 21e in huis houden of als ze af en toe een boodschappentas van de buurvrouw krijgen.
Is dat allemaal eigenlijk niet heel vanzelfsprekend, is de vraag aan de minister. Waarop de minister antwoordt:
Het is inderdaad zo vanzelfsprekend dat het eigenlijk raar is dat we dit eerder niet hebben toegestaan. Die vanzelfsprekendheid wil ik weer terugbrengen in de wet.
Dat klinkt allemaal goed en het verdient natuurlijk instemming. Maar wat opvallend mist, is reflectie op hoe het allemaal zo gekomen is. Niet alleen bij deze minister, maar bij vrijwel de hele Nederlandse politiek en de media die daarover berichten. Waardoor kreeg de overheid een onmenselijk gezicht, waardoor waren de uitkeringen te laag en waardoor werd uitkeringsgerechtigden het leven zo zuur gemaakt? Waar is de eis van een tegenprestatie vandaan gekomen? Waar kwam het arbeidsmarktbeleid vandaan dat het fenomeen van de werkende armen creëerde? Waardoor nam in die afgelopen decennia alom de bestaansonzekerheid toe?
Het antwoord is eenvoudig en zou bekend behoren te zijn. Dat alles was politiek gemotiveerd. Dat was wat vrijwel alle politieke partijen, de VVD van Mark Rutte voorop, wilden en nastreefden. Het was het neoliberale beleid, gericht op zoveel mogelijk bevordering van marktwerking, niet alleen op de gebieden van goederen- en dienstenmarkten, maar ook op het gebied van de arbeidsmarkt. Die moest zoveel mogelijk worden gedereguleerd, opdat ondernemers efficiënter en met lagere arbeidskosten konden opereren.
Dat hield meteen ook in dat de sociale zekerheid moest worden versoberd. Want slechtere arbeidsomstandigheden en lagere lonen dienden te worden geaccepteerd. Denk aan VVD-verkiezingsslogans waarin uitkeringen met een lekkere hangmat werden vergeleken en waarin werd gesuggereerd dat mensen liever hun hand ophouden dan uit de mouwen te steken. Het moest ondernemers zoveel mogelijk naar de zin worden gemaakt en dus verschoven risico's van werkgevers naar werknemers. En voor de laatsten moest de uitwijkmogelijkheid van de sociale zekerheid zoveel mogelijk worden geblokkeerd.
Dat leek allemaal verstandig en pragmatisch beleid, een beleid van "economische hervormingen", en zo werd het ook gepresenteerd en verkocht, maar het was in feite een ideologische gemotiveerde verschuiving in de maatschappelijke machtsverhoudingen. Meer macht voor het kapitaal, minder macht voor de arbeid. De politiek wordt nu geconfronteerd met de nadelige gevolgen daarvan en denkt dat op te kunnen lossen door een ministerie voor Armoedebeleid te introduceren. En voor de rest zoveel mogelijk door te gaan op de ingeslagen weg. Voer een beleid dat armoede creëert en zadel een minister op met armoedebeleid. De weg van de kabinetten-Rutte.
Het is precies die machtsverschuiving die we ook hebben gezien in het evenzeer neoliberale macro-economische beleid waarin de naoorlogse overheidsdoelstelling van volledige werkgelegenheid werd verlaten en waarin werkloosheid niet meer als een onaanvaardbaar maatschappelijk kwaad werd gezien, maar slechts als een middel om inflatie te bestrijden.
Die kwestie is weer opvallend actueel nu we ineens hoge inflatiecijfers meemaken. En centrale banken de rente verhogen, met als oogmerk om via een recessie en oplopende werkloosheid de inflatie terug te brengen. Mensen in de werkloosheid duwen omdat dat nu eenmaal noodzakelijk zou zijn voor de prijsstabiliteit. En om maar te voorkomen dat de machtsstrijd tussen arbeid en kapitaal in het voordeel van de arbeid uitvalt.
Daarover meer in een volgend bericht.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten