Nationale staten kunnen de vorm aannemen van een statushiërarchie of van een democratie. Zie hier het vorige bericht.
In het geval van een statushiërarchie is de staat gemodelleerd naar de oeroude menselijke neigingen tot statuscompetitie, een competitie die erin heeft geresulteerd dat een of enkelen (de heerser of heersers) de anderen overheersen en onderdrukken. Een statushiërarchie op het niveau van een nationale staat wordt meestal aangeduid als een autocratie.
In het geval van een democratie is de staatsvorm een uitdrukking van de menselijke morele gemeenschapsintuïties van het iedereen-telt-mee, intuïties die ook oud zijn, maar minder oud dan de neigingen tot statuscompetitie. Ze ontwikkelden zich in de lange periode dat mensen als jagers-verzamelaars voor hun overleving en reproductie waren aangewezen op samenwerking en delen. En waren daarmee constituerend voor wat typisch menselijk is. De neigingen tot statuscompetitie delen we met de meeste zoogdieren en met de reptielen.
Als we op die manier, dat wil zeggen vanuit het gezichtspunt van de Dual Mode-theorie, kijken naar het naast elkaar bestaan van de autocratie en de democratie, dan volgt daaruit het inzicht dat de strijd om de democratie nooit ophoudt. Die strijd wordt als het ware geproduceerd door die innerlijke tegenstrijdige menselijke sociale natuur en zal er dus zijn zolang er nationale staten zijn.
In de vorige berichten in deze reeks, met name in bericht (5), noemde ik andere inzichten die de Dual Mode-theorie ons verschaft. Een daarvan was dat heersers in een autocratie, of heersers die in een democratie aan de macht zijn gekomen, altijd alleen maar op hun eigen welzijn en eventueel dat van hun allernaasten uit zijn. Morele noties van iedereen-telt-mee en van het algemene belang zijn hen vreemd. Ze zijn in en door de statuscompetitie aan de macht gekomen en in die competitie geldt het ieder-voor-zich. Eenmaal aan de macht is er alleen nog maar de zelfverrijking en wat we vanuit het democratische gezichtspunt als corruptie beschouwen. Dus als immoreel en onwettig gedrag.
Daaruit volgt dat een eenmaal aan de macht gekomen heerser er altijd op uit zal zijn om de democratie af te schaffen. Als hij daarin slaagt, ontstaat er een statushiërarchie, met onderdrukking en overheersing en wetteloosheid. Het meest uitgesproken voorbeeld daarvan is natuurlijk het Hitler-bewind in nazi-Duitsland, dat uitliep op een nederlaag in een oorlog en op de zelfmoord van de Führer. Met daarna een berechting van nog levende kopstukken van het bewind in de Processen van Neurenberg.
Maar er is ook het actuele voorbeeld van het Poetin-bewind in Rusland. Ook dat is uitgelopen op afschaffing van de, toen nog heel prille, democratie, op wetteloosheid, zelfverrijking en op een oorlog. Hoe dat afloopt, moeten we nog afwachten. Maar er is al wel de roep om berechting voor begane oorlogsmisdaden door het Internationale Strafhof: Building a War-Crimes Case Against Vladimir Putin.
Maar er is ook de mogelijkheid dat een democratie zich succesvol verdedigt tegen een aan de macht gekomen heerser. Het ziet er naar uit dat dat zich nu afspeelt in de Verenigde Staten, waar de would-be dictator Donald Trump niet alleen verkiezingen verloor, maar zich naar alle waarschijnlijkheid ook voor de rechter zal moeten verantwoorden: Latest subpoenas suggest DOJ probe could be aiming squarely at Trump.
En dat laatste lijkt ook het vooruitzicht te zijn voor die Braziliaanse would-be dictator, Jair Bolsonaro: Bolsonaro Is Afraid of Going to Prison, and He’s Right to Be.
De democratie is nooit vanzelfsprekend. En zal zich dus altijd moeten verdedigen. Een verdediging die op tijd kan komen. Maar ook te laat. Hier het vervolg.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten