Een belangrijk element van die marktvuistregel die de afgelopen vier à vijf decennia het politieke denken en handelen heeft gedomineerd, is dat de overheidstaken die nog overbleven en de uitvoering van die taken niet al te serieus hoefden te worden genomen. Je kon wel taken afstoten en op de uitvoering van nog overgebleven taken bezuinigen, zoals gebeurde tijdens het kabinet Rutte-2, toen decentraliseringen luchthartig werden gecombineerd met gekortwiekte budgetten. Zie het vorige bericht.
Burgers moesten weer meer zelfredzaam worden en meer "participeren". En meer taken zouden beter en goedkoper via het marktmechanisme aangeboden kunnen worden. Verzorgingstehuizen en sociale werkplaatsen moesten worden gesloten. Ouderen konden met informele ondersteuning en met commerciële thuiszorg langer thuis blijven wonen. En de reguliere arbeidsmarkt zou wel banen kunnen creëren ten behoeve van kwetsbare werkzoekenden. Alles kon goedkoper als de overheid maar zou terugtreden.
Dat alles was niet alleen een rationeel en zakelijk weloverwogen, maar ook een psychologisch proces. Want er veranderde iets in de "houding" tegenover de overheid. Er was iets meer geringschatting, iets meer luchthartigheid. Iets van die houding klonk door in het antwoord dat toenmalig minister van Financiën in het kabinet Balkenende-4 Wouter Bos moet hebben gegeven op de vraag van minister voor Wonen, Wijken en Integratie Eberhard van der Laan hoe hij moest bezuinigen: "Decentraliseer bevoegdheden zonder de bijbehorende budgetten.” Een houding die je meer bij de VVD kon verwachten, maar die breder gedeeld werd. Wonderlijk genoeg ook door de sociaaldemocraten.
En als je beseft dat die marktvuistregel zijn psychologische voedingsbodem heeft in het statuscompetitieve wereldbeeld van het ieder-voor-zich, dan valt niet alleen die geringschatting op zijn plaats, maar het hele scala van de politiek van de afgelopen vier à vijf decennia. De neoliberale politiek die aan de bron ligt van de polycrisis waarin we nu verkeren.
In dat statuscompetitieve wereldbeeld is de democratische overheid namelijk een sta in de weg voor de vestiging van de gewenst statushiërarchie. Waarin er rijken en machtigen zijn die de plaats en de achting dienen te krijgen die ze verdienen. En waarin degenen die zulke hoge posities en voorrechten niet verdienen, doordat ze nu eenmaal minder over de gaven beschikken die daar voor nodig zijn, niet de kans behoren te krijgen om via de democratie te profiteren van de inspanningen van anderen.
Daarom moet de machtigen en de grote ondernemingen zo weinig mogelijk in de weg worden gelegd, En moet de onderkant van de samenleving als een bedreiging worden gezien, die door disciplinering en de juiste prikkels ertoe moet worden aangezet om "zelfredzaam" te worden. Geheel in lijn met de VVD-verkiezingsslogan uit 2012: "Handen uit de mouwen in plaats van hand ophouden".
Dat is de psychologie van het statuscompetitieve wereldbeeld, waarin er makers bestaan die in een democratie altijd worden bedreigd door de takers, die zelf niets presteren, maar wel willen mee profiteren. Lees even Republicans Still Believe It's 'Makers' Versus 'Takers' van Francis Wilkinson uit 2017, met dit fraaie citaat uit 1965 van de latere president van de Verenigde Staten Ronald Reagan:
A democracy cannot exist as a permanent form of government. It can only exist until the voters discover they can vote themselves largesse out of the public treasury. From that moment on, the majority … always vote[s] for the candidate promising the most benefits from the treasury with the result that democracy always collapses over a loose fiscal policy, always to be followed by dictatorship.
Als dat wereldbeeld wordt aangewakkerd, zoals de rechterflank van het politieke landschap van nature pleegt te doen, dan kan de democratie niet meer functioneren zoals hij is bedoeld, als de institutionalisering van de morele gemeenschapsintuïties van het iedereen-telt-mee. De weg ligt dan open voor de morele luchtledigheid van de zich terugtrekkende overheid, die zich klein maakt om de heersende machten te vriend te houden en hun belangen te dienen.
Met een overheid die een beleid voert dat vroeg of laat een polycrisis veroorzaakt.
Wordt vervolgd. Hier het vervolg.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten