dinsdag 2 april 2024

Laten zien dat het anders kan. Wat de grote opdracht van de sociale wetenschap zou moeten zijn

Het sociaalwetenschappelijke inzicht dat de menselijke sociale natuur twee aan elkaar tegengestelde sociale en maatschappelijke toestanden mogelijk maakt, de gemeenschapstoestand en de statuscompetitietoestand, en dat van die twee de gemeenschapstoestand meer welzijn oplevert, is natuurlijk niet alleen aan sociale wetenschappers voorbehouden. Dat zou eigenaardig zijn, want ook buiten de sociale wetenschap wordt natuurlijk op grond van de eigen ervaringen serieus nagedacht over menselijk gedrag en over de gevolgen daarvan voor het welzijn. En wordt natuurlijk kennisgenomen van het sociaalwetenschappelijk onderzoek. 

Het is dus niet verrassend dat je in de publieke opinie en in populair sociaalwetenschappelijke publicaties overeenkomende inzichten tegenkomt. In deze eerdere berichten op dit blog stond ik daarbij stil:

Mensen hebben wel degelijk inzicht in de innerlijke tegenstrijdigheid van de menselijke sociale natuur en in de wenselijkheid van gemeenschapsgedrag boven statuscompetitiegedrag

Over het statuscompetitiepatroon in de populair-sociaalwetenschappelijke literatuur

Populairwetenschappelijke literatuur over de wenselijkheid van gemeenschapsgedrag - 1. Over de kracht van innemendheid

Populairwetenschappelijke literatuur over de wenselijkheid van gemeenschapsgedrag - 2. Een leven met meer verbinding

Populairwetenschappelijke literatuur over de wenselijkheid van gemeenschapsgedrag - 3. Over de verzorgingsstaat en een nieuw sociaal contract

Populairwetenschappelijke literatuur over de wenselijkheid van gemeenschapsgedrag - 4. Over de wenselijkheid van meer omgang met vreemden

Ik moest daaraan denken toen ik From the playground to politics, it’s the bullies who rule. But it doesn’t have to be this way van George Monbiot las, dat vorige week verscheen in The Guardian. (Na registratie gratis te lezen.) George Monbiot kwamen we eerder tegen in Neo-liberalisme en psychisch lijden - Wat te doen? en hij was een van de wintergasten in VPRO Wintergasten 2024.

Monbiot verwijst naar recent onderzoek dat laat zien dat degenen die als scholier de pesters waren en zich agressief gedroegen ook degenen zijn die met een grotere kans later de betere banen en de hogere inkomens weten te verwerven. Dat wijst erop dat dat we in een maatschappij leven waarin statuscompetitiegedrag wordt beloond met materiële voordelen. Terwijl het voor iedereen beter zou zijn als het zou worden ontmoedigd. 

Monbiot brengt dit, terecht, in verband met het al decennia dominerende neoliberale narratief dat competitie en ongelijkheid juist voor iedereen goed zouden zijn. Met als een van de gevolgen dat er populairwetenschappelijke zelf-help boeken en websites bestaan die mensen leren hoe ze in de statuscompetitie succesvol kunnen zijn en hoe ze anderen kunnen domineren. Als het statuscompetitiepatroon eenmaal geactiveerd is, dan zien mensen alleen nog maar het succes in de statusstrijd als weg om zich beter te voelen. Terwijl daarmee, in de woorden van Monbiot, een "dominant outer persona" gecreëerd wordt, met diep binnenin dat pantser een angstig kind dat tevergeefs op zoek is naar geruststelling.

De gemeenschapstoestand als bron van een groter en fundamenteler welzijn is dan geheel uit zicht geraakt. 

En precies daar zou dus de grote opdracht van de sociale wetenschappen moeten liggen. Laten zien dat het anders kan. Laten zien dat de statuscompetitietoestand naar menselijk welzijn inferieur is aan de gemeenschapstoestand. Laten zien dat sociale veiligheid fundamenteel is voor het menselijk welzijn en dat mensen elkaar juist in die gemeenschapstoestand die sociale veiligheid verschaffen.

Dat is sociaalwetenschappelijk geformuleerd. Toevallig kreeg ik vandaan De strijd voor wat ons bindt onder ogen, waarin Hans Rodenburg van het Wetenschappelijk Bureau GroenLinks het een en ander politiek onder woorden brengt.

Geen opmerkingen: