Als je de drie-eenheid van zelf bewondering, vijandschap en onveranderlijkheid van gedrag voor ogen houdt, dan wordt het gedrag van de foute leider gemakkelijk te begrijpen en te doorzien. Dat is een belangrijk inzicht, want er zonder, dus met een naïeve blik, kunnen waarnemers gemakkelijk onder de indruk raken van zijn zelfverzekerdheid, die nu eenmaal altijd samen gaat met die zelfbewondering.
Bedenk weer dat het gedrag van de foute leider geheel voortkomt uit de extreme activering van het statuscompetitiepatroon en in het bijzonder van de overheersings- en intimidatiehelft daarvan. Met als daaraan tegengestelde helft de onderdanigheid en onderschikking, ja, zelfs de verering door zijn volgelingen. De zelfbewondering van de foute leider maakt dat hij die verering nodig heeft, er in zijn zwakke momenten naar hunkert, maar er meestal van overtuigd is dat die hem toekomt en bereid is om die af te dwingen.
Dat hij met zijn opvallende zelfverzekerdheid bij zijn toehoorders zoveel succes heeft, ligt ook aan de vijandschap. Want hij draagt met overtuiging het beeld uit van de vijandige en onveilige wereld, waarin alleen hij bescherming kan bieden.
De aard van die vijanden kan verschillen. Voor de foute leider zijn het degenen die hem tegenspreken en in de weg staan. Maar om zijn toehoorders aan zich te binden, moet hij wijzen op vijanden en gevaren die hen bedreigen. Als die er niet zijn, en die hoeven er niet te zijn, dan moeten ze worden uitgevonden. Ze zijn onmisbaar in het project van de foute leider. Voor Hitler waren het de Joden, voor Trump en Wilders en Orbán en andere rechts-extremisten zijn het de vluchtelingen en asielzoekers. Die moeten worden afgeschilderd als misdadigers, verkrachters en profiteurs van de sociale voorzieningen. Bescherming daartegen is nodig en alleen de foute leider kan daar voor zorgen.
Dat is het algemene scenario. Van het fascisme, het nazisme of het racisme, met sociaalwetenschappelijk gezien de gemeenschappelijke kern van die drie-eenheid van de extreme activering van het statuscompetitiepatroon. En met die sociaalwetenschappelijke blik zien we dat dit sociale fenomeen van de foute leider onlosmakelijk verbonden is met die innerlijk tegenstrijdige menselijke sociale natuur. Die natuur herbergt nu eenmaal tegenover het gemeenschapspatroon het statuscompetitiepatroon. Waardoor dat sociaal inferieure fenomeen van de foute leider altijd kan opduiken.
En waardoor het bij uitstek de opdracht is van de sociale wetenschap om er voor te waarschuwen, er aan bij te dragen dat het tijdig en breed herkend wordt en dat het wordt voorkomen.
Ik denk aan het werk van Jennifer Mercieca, hoogleraar Communicatie en Journalistiek aan de Universiteit van Texas, en auteur van het boek Demogogue for President. The Rhetorical Genius of Donald Trump.
Hier lees je een beknopte analyse van de retoriek van Donald Trump en van het gedrag van zijn toehoorders: This Is What Fascism Looks And Sounds Like Today. Met als laatste alinea:
Trump’s personality cult will wave a flag, wear a pin, join a march.
They’ll spy on their neighbors, friends, and children and report the
disloyal. They’ll give him their money, their love, their obedience.
They’ll ban books. They’ll close schools. They’ll hate whoever they’re
told to hate. They’ll do all of this and call it American. They’ll think
of themselves as patriots.
This is what fascism looks and sounds
like. The only thing that stops fascism is people recognizing it for
what it is. It's a rhetorical strategy based on fear appeals and
promises of protection. We have to make fascist followers feel safe so
they recognize that they don't need Trump's protection. Trump isn't
their hero; he's no one's hero but himself.
En de opdracht om te wijzen op de maatschappelijke omstandigheden die het fenomeen begunstigen en om die omstandigheden zo goed mogelijk te voorkomen. Denk aan het grote belang van het tegengaan van bestaansonzekerheid onder de bevolking. Lees (nog) eens Waardoor werd de PVV zo groot?