Mensen hebben sociale behoeften en hebben dus voor een goed gedijen sociale contacten nodig. Dat we ons met dat inzicht op het terrein van de biologie bevinden, blijkt er uit dat een gebrek aan sociale contacten of het hebben van slechte sociale contacten negatieve effecten hebben op gezondheid en levensduur. Zie de berichten achter het label gezondheid.
En in lijn daarmee krijgen we ook steeds meer inzicht in de biologische (fysiologische) mechanismen waarlangs deze effecten hun werk doen. Ik besteedde daar eerder aandacht aan in het bericht Gezondheid en sociale omgeving (6): de lichamelijke mechanismen.
Nu komt daar de studie Social relationships and physiological determinants of longevity across the human life span bij. De onderzoekers analyseerden de data van vier longitudinale bevolkingsonderzoeken in de Verenigde Staten. Daardoor konden ze de effecten nagaan van het aantal sociale contacten (sociale integratie), van de verkregen sociale steun en van het ondergaan van sociale stress. Effecten zowel rechtstreeks op gezondheid en levensduur als effecten via fysiologische mechanismen. En dat alles gedurende de levensloop. Zie de onderzoeksopzet zoals in de Figuur afgebeeld.
Het blijkt dan dat sociale contacten hun uitwerking hebben op gezondheid en levensduur via biomarkers als inflammatie (ontstekingen), hart- en vaatproblemen (bloeddruk) en energiemetabolisme (obesitas). De onderzoekers concluderen dat de aanwijzingen voor pad C in de Figuur al met al robuust zijn. De aard van de sociale omgevingen waarin wij gedurende onze levensloop verkeren, blijkt biologisch relevant. Wij zijn inderdaad fundamenteel sociale dieren. Zie Hoe fundamenteel sociaal zijn wij?
Update. En voor de volledigheid: het effect van sociale contacten op gezondheid en levensduur (A) blijkt te verlopen via (wordt verklaard door) die fysiologische mechanismen (C en B).
En bedenk dat het er om gaat of die sociale omgeving meer het karakter heeft van een gemeenschap (sociale integratie en sociale steun) dan wel meer de kenmerken heeft van statuscompetitie (sociale stress). Hoe meer gemeenschap (of hoe minder eenzaamheid) en hoe minder statuscompetitie, hoe gezonder we zijn en hoe langer we leven.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten