donderdag 25 juli 2019

Veel van het sociaalwetenschappelijk onderzoek naar het statusmotief is individualistisch, ja, atomistisch, van opzet

De nieuwe studie Drivers of Desire for Social Rank geeft een fraai overzicht van het onderzoek naar het statuscompetitiemotief, het zich willen inspannen om een hogere status te bereiken. Samen met de eerder verschenen studie Is the desire for status a fundamental human motive? A review of the empirical literature geeft het een aanvulling op de empirische aanwijzingen voor het vermoeden dat de menselijke sociale natuur innerlijk ambivalent is tussen enerzijds het statuscompetitiepatroon en anderzijds het gemeenschapspatroon.

In dat eerste overzicht gaat het over de volgende vijf vragen:
  1. Waarom willen mensen een hoge sociale status?
  2. Bij welke mensen is die wens het sterkst?
  3. Onder welke omstandigheden is die wens het sterkst?
  4. Wat zijn de gevolgen van de wens een hoge status te hebben?
  5. Wanneer en waarom kiezen mensen er voor om niet een hoge status te willen?
Onderaan dit bericht vind je het overzicht dat de onderzoekers maakten van wat onderzoek per vraag aan antwoorden heeft opgeleverd. Zo vind je bijvoorbeeld dat het streven naar status eruit kan voortkomen dat mensen autonoom willen zijn of een gevoel van zelfwaardering willen hebben. En dat het streven naar status sterker is bij mensen met een hoog testosteron-niveau en een hoge dominantie-oriëntatie.

Maar wat bovenal opvalt is dat er in het onderzoek kennelijk geen aandacht is voor de omstandigheid dat mensen bij hun "keuze" voor dat statuscompetitie-motief worden beïnvloed door de "keuzes" van anderen in hun sociale omgeving. (Keuzes tussen aanhalingstekens, omdat er niet altijd een bewuste afweging hoeft te zijn.) Het lijkt alsof al het onderzoek dat hier aan de orde komt, een atomistisch mensbeeld als verborgen veronderstelling heeft. Mensen "kiezen" voor dat statuscompetitiemotief alsof ze alleen op de wereld zijn, los van wat ze waarnemen van de 'keuzes" van anderen. Sociale beïnvloeding bestaat niet.

Anders gezegd: het inzicht van Stelling 2 van de Dual Mode-theorie ontbreekt geheel. Dat is de stelling dat mensen bij het aanleren en uitvoeren van deze gedragspatronen (statuscompetitiegedrag en gemeenschapsgedrag) sterk beïnvloed worden door de mate waarin ze met het ene dan wel het andere gedragspatroon in hun sociale omgeving in aanraking komen.

En dat is precies het inzicht dat de aandacht vestigt op de sociale processen van bewegingen in de richting van oftewel het statuscompetitie-evenwicht oftewel het gemeenschapsevenwicht. Processen waar Stelling 3 van de Dual Mode-theorie op wijst.

Dat sociale beïnvloedingsproces had gemakkelijk aan de orde kunnen komen waar het gaat om de antwoorden op de vraag naar de omstandigheden waaronder mensen meer of minder het statuscompetitiemotief hebben. Want daar gaat het om omstandigheden waarin de behoefte aan controle en zelfwaardering worden bedreigd.

Omstandigheden die meer zullen bestaan als je meer omgeven wordt door anderen die sterk gemotiveerd zijn om naar status te streven. Want anderen zien jou dan als concurrent en hebben dus niet het beste met jou voor.

Omstandigheden die dus minder zullen bestaan als je meer omgeven bent door anderen die gekozen hebben voor gemeenschapsgedrag. Want die hebben daarmee een sociaal veilige omgeving gecreëerd, waarin mensen het wel goed met elkaar voor hebben.

Opmerkelijk dat veel van het sociaalwetenschappelijk onderzoek naar wat mensen beweegt, nog zo individualistisch, ja, atomistisch, in elkaar steekt. Je beoefent sociale wetenschap, maar kijkt naar mensen als naar sociale atomen.

Hieronder het overzicht van de vragen en antwoorden dat ik overnam uit die studie Drivers of Desire for Social Rank

Table 1. Key Findings from Drivers of Desire for Social Rank.
Review QuestionsAnswer Summary
Why do people desire high social rank?
Satisfies fundamental desires and needs (e.g., autonomy, need to belong)
Reaps reproductive benefits
Provides a sense of control
Boosts self-esteem
Enhances social acceptance
For whom is the desire for social rank the strongest?
Individuals with high testosterone
Individuals high in self-monitoring
Individuals with abstract information processing style
Individuals high in prestige or dominance-orientations
Under which circumstances is the desire for social rank the strongest?
Situations that threaten or challenge one’s:
o
Control
o
Self-esteem
o
Competence
o
High rank
What are the consequences of the desire for high social rank?
Increased monitoring, attention, and reaction to cues that signal threat to high rank
Behavioral signaling of competence and dominance (e.g., taking more risks)
Building interpersonal capital
Greater negative affect
Reduced life satisfaction
Negative physiological symptoms
Trade-offs in performance and creativity
Unethical behavior and aggression
When and why do people not desire to maximize their social rank?
High rank can be stressful, particularly for those with lower testosterone
To avoid falling short of others’ high expectations
Having high rank is associated with negative perceptions from others (e.g., inauthenticity)

Geen opmerkingen: