In dat eerste overzicht gaat het over de volgende vijf vragen:
- Waarom willen mensen een hoge sociale status?
- Bij welke mensen is die wens het sterkst?
- Onder welke omstandigheden is die wens het sterkst?
- Wat zijn de gevolgen van de wens een hoge status te hebben?
- Wanneer en waarom kiezen mensen er voor om niet een hoge status te willen?
Maar wat bovenal opvalt is dat er in het onderzoek kennelijk geen aandacht is voor de omstandigheid dat mensen bij hun "keuze" voor dat statuscompetitie-motief worden beïnvloed door de "keuzes" van anderen in hun sociale omgeving. (Keuzes tussen aanhalingstekens, omdat er niet altijd een bewuste afweging hoeft te zijn.) Het lijkt alsof al het onderzoek dat hier aan de orde komt, een atomistisch mensbeeld als verborgen veronderstelling heeft. Mensen "kiezen" voor dat statuscompetitiemotief alsof ze alleen op de wereld zijn, los van wat ze waarnemen van de 'keuzes" van anderen. Sociale beïnvloeding bestaat niet.
Anders gezegd: het inzicht van Stelling 2 van de Dual Mode-theorie ontbreekt geheel. Dat is de stelling dat mensen bij het aanleren en uitvoeren van deze gedragspatronen (statuscompetitiegedrag en gemeenschapsgedrag) sterk beïnvloed worden door de mate waarin ze met het ene dan wel het andere gedragspatroon in hun sociale omgeving in aanraking komen.
En dat is precies het inzicht dat de aandacht vestigt op de sociale processen van bewegingen in de richting van oftewel het statuscompetitie-evenwicht oftewel het gemeenschapsevenwicht. Processen waar Stelling 3 van de Dual Mode-theorie op wijst.
Dat sociale beïnvloedingsproces had gemakkelijk aan de orde kunnen komen waar het gaat om de antwoorden op de vraag naar de omstandigheden waaronder mensen meer of minder het statuscompetitiemotief hebben. Want daar gaat het om omstandigheden waarin de behoefte aan controle en zelfwaardering worden bedreigd.
Omstandigheden die meer zullen bestaan als je meer omgeven wordt door anderen die sterk gemotiveerd zijn om naar status te streven. Want anderen zien jou dan als concurrent en hebben dus niet het beste met jou voor.
Omstandigheden die dus minder zullen bestaan als je meer omgeven bent door anderen die gekozen hebben voor gemeenschapsgedrag. Want die hebben daarmee een sociaal veilige omgeving gecreëerd, waarin mensen het wel goed met elkaar voor hebben.
Opmerkelijk dat veel van het sociaalwetenschappelijk onderzoek naar wat mensen beweegt, nog zo individualistisch, ja, atomistisch, in elkaar steekt. Je beoefent sociale wetenschap, maar kijkt naar mensen als naar sociale atomen.
Hieronder het overzicht van de vragen en antwoorden dat ik overnam uit die studie Drivers of Desire for Social Rank.
Review Questions | Answer Summary |
---|---|
Why do people desire high social rank? |
|
For whom is the desire for social rank the strongest? |
|
Under which circumstances is the desire for social rank the strongest? |
|
What are the consequences of the desire for high social rank? |
|
When and why do people not desire to maximize their social rank? |
|
Geen opmerkingen:
Een reactie posten