vrijdag 13 november 2020

De sociaal-democratie is terug in de Nederlandse politiek - over het verkiezingsprogramma van de PvdA

Kennis nemend van het verkiezingsprogramma van de Partij van de Arbeid kun je niet anders dan vaststellen dat de sociaal-democratie terug is in de Nederlandse politiek. De partij kiest ronduit voor de verzorgingsstaat als institutionalisering van het "wij met zijn allen" van onze morele gemeenschapsintuïties. In het Voorwoord valt Lodewijk Asscher meteen met de deur in huis;

Ons Nederland is het land van gelijke kansen. Het land waarin iedereen mee kan doen en mee mag doen. Wij zien Nederland als een mooie, levendige vereniging waar we allemaal lid van zijn en allemaal ons steentje aan bijdragen. Waar onze kracht zit in onze verzorgingsstaat en onze vrijheid. Niet iedereen kijkt zo naar ons land. Sommigen zien Nederland als een soort BV. Een visie die je ook in de politiek wel tegenkomt. In die BV Nederland is de markt het doel, het individu de oplossing en de overheid het probleem. Dat is niet onze visie.

En er is het duidelijke besef dat dit een breuk moet betekenen met het verleden, dat wil zeggen ook en vooral met het eigen verleden:

Wij kiezen voor échte vooruitgang. Voor een breuk met het standaardrecept dat we de afgelopen decennia zo vaak hebben gezien. Wij doorbreken het oude patroon met een optimistisch en ambitieus plan. En dan is er heel veel mogelijk: een moderne economie waarin werkenden meedelen in de winst en we beter zorgen voor onze planeet. Een enorme investering in gelijke kansen voor alle kinderen.

En Tweede Kamerlid Gijs van Dijk zegt met zoveel woorden dat zijn partij in Rutte-II (2012 - 2017) teveel is meegelopen met de VVD. En dus met het mensbeeld van de "financiële prikkels" en de "eigen verantwoordelijkheid". Denk aan dat mensbeeld van het vulgair-economische neoliberale denken, waarin iedereen altijd alleen maar uit is op het eigen belang. Waarin wantrouwen overheerst en dus de democratische overheid zoveel mogelijk aan banden moet worden gelegd ten gunste van de markt en waarin de verzorgingsstaat zoveel mogelijk dient te worden afgebroken.

In het verkiezingsprogramma wordt daar inderdaad radicaal afstand van genomen. Het opent met het benoemen van de sociaal-democratische waarden, met bovenaan de waarde van de bestaanszekerheid. De andere zijn vrijheid, gelijkwaardigheid, solidariteit en duurzaamheid. 

Dat bestaanszekerheid bovenaan staat, stel ik met grote tevredenheid vast. Het lijkt wel alsof de opstellers kennis hebben genomen van mijn pleidooi voor het belang van bestaanszekerheid: De lokale verzorgingsstaat: bestaanszekerheid in het geding?  En Heeft de, politiek gemotiveerde, toename van bestaansonzekerheid de tegenstellingen aangewakkerd?

Lees zelf het programma om je ervan te vergewissen dat die waarden in een groot aantal concrete maatregelen worden uitgewerkt. Alles bij elkaar genomen kun je daar als socioloog die het realistisch-normatieve kader van de sociale hervormingen bepleit, behoorlijk tevreden over zijn. Er wordt afscheid genomen van Wim Kok en zijn "Ik ben niet van het jaloezie-model".

Blijft natuurlijk de vraag hoe de PvdA-voormannen en -vrouwen terugkijken op de fouten die in het verleden zijn gemaakt. En op hoe het kon gebeuren dat ze gemaakt werden. Dat zou betekenen dat ze zich verdiepen in het proces van sociale zeepbelvorming en daar lering uit trekken. Zie Over de sociale zeepbel van het neoliberalisme: Dat hadden we nooit moeten doen.

Tenslotte: er is ook een, zij het nog voorzichtig, afscheid van het huishoudboekjesdenken, dus van het economisch onzinnige geloof dat "gezonde" overheidsfinanciën prioriteit behoren te hebben boven een gezonde economie. Zie het Financieel kader op p. 98. Er komt misschien langzamerhand een einde aan die donkere periode in de politiek waarin macro-economische inzichten wel heel diep waren weggezakt.

Maar daar is waarschijnlijk nog meer denkwerk voor nodig. Gijs van Dijk zegt over al die bezuinigingen van het kabinet-Rutte II:

Voor mij is de afdronk van Rutte II: het land is uit de crisis geholpen. De keerzijde daarvan is een grote sociale kwestie: een miljoen mensen leeft in armoede of staat langs de kant – en die wordt ook door dit kabinet niet opgelost. We hebben dingen niet goed gedaan, daar moeten we geen spelletje over spelen.

Hier is nog een les te trekken. Een land kan helemaal niet uit "de crisis" zijn geholpen als een miljoen mensen in armoede leeft of langs de kant staat. Dan denk je blijkbaar bij die crisis aan de overheidsfinanciën en niet aan de economie.

1 opmerking:

Henk de Vos zei

Laten we niet te vroeg juichen.

Het verkiezingsprogramma van de PvdA belooft échte vooruitgang. Maar daar is meer voor nodig. Het ombuigen van 40 jaar neoliberaal beleid vraagt om rigoureuze aanpak.

Met de invoering van een Universeel Basisinkomen (UBI) kan een forse stap in de goede richting gezet worden. Een UBI geeft vrijheid en bestaanszekerheid. Armoede en sociale ongelijkheid kunnen ermee worden teruggedrongen. Voorts heeft het gunstige effecten op de volksgezondheid en de criminaliteit.

Binnen de PvdA pleiten progressieve partijleden voor een UBI, maar ik betwijfel of zij de partijtop kunnen overtuigen. Het ziet ernaar uit dat Lodewijk Asscher nog te weinig geleerd heeft van zijn fouten in het verleden.

MvG Joop Böhm